heeft de laatste jaren geen hotelgasten
meer, maar het is nog wel een verrukke
lijk oud dorpscafé, met heel oude platen
aan de muur, een ouderwetse tapkast
met oude glazen en kastjes, waarin repen
chocolade en pakjes sigaretten, een open
houten kast met prachtig antiek glas
werk, afgewisseld met de meest kitsche
rige reclameglazen en zwarte bordjes met
Reconstructie en restauratie van
oude, historische kernen, geven meer
problemen dan menigeen vermoeden
kan. Het zijn vaak niet alleen finan
ciële moeilijkheden, die een belem
mering vormen, maar vooral ook
sociale, zoals b.v. blijkt in het Gro
ningse Bourtange. Hetzijn'die sociale
problemen, die ook in de grote ste
den een belangrijke rol spelen; in
Amsterdam (Jordaan en Nieuw-
markt) en in de Haagse Schilderswijk.
Maar ook een oud vestingstadje, zoals
Bourtange, heeft er weet van. Dit
artikel geeft daarvan een indruk.—
Red. Heemschut.
xini
3. ..»I[MiI-¥-V -..r
-accentr
ïtlUiJr
De voormalige Synagoge in restauratie
(Foto D. v. d. Veen)
Het interieur van hotel de Vesting
(Foto D. v. d. Veen)
reclames van al lang verdwenen Bourtan-
ger middenstanders op het deurkozijn.
Oude snuisterijen staan links en rechts
door de grote zaal, die zelfs nog een
bruikbaar toneeltje heeft. De gezellige
grote kachels zijn een paar jaar geleden
vervangen door gasverwarming.
Specialiteiten van het „huis" zijn, ook
nu nog, zelfgemaakte boontjessoep
(bouillon getrokken van veel vlees en
kruiden en als vulling het vlees met gaar-
gekookte bruine bonen), zelfgetrokken
Beerenburger (kruidenjenever) en uit
smijter op kostelijk gekruid vlees.
Als er bijeenkomsten zijn, bruiloften of
partijen, dan wordt mejuffrouw Bik in
haar zaak bijgestaan door de nichtjes
Bik, twee dochters van haar enige broer,
die aan het marktplein in Bourtange een
kruidenierszaak heeft. Die winkel zal
wanneer is nog niet bekend ook moe
ten verdwijnen als gevolg van de recon
structie van het dorp. Er komt uiteraard
binnen de vesting wel weer een horeca
bedrijf terug en wellicht ook een kruide
nierszaak of iets dergelijks. Maar wan
neer, waar en hoe? Het zijn ongewisse
zaken voor de bevolking.
Mejuffrouw Bik is 67 jaar en ze zou stil
kunnen gaan leven van haar AOW en van
het geld, dat de verkoop van haar bedrijf
opbrengt. Maar de familiebanden zijn
sterk in Bourtange. Antje Bik vindt, dat
ze verplichtingen heeft aan haar beide
nichtjes (beiden rond de veertig jaar), die
altijd de helpende hand in het café heb
ben uitgestoken en dat zullen blijven
doen, zolang dat nodig is.
„Als ik alleen was, dan kocht ik een
klein huisje binnen Bourtange en dan
hield ik de slijterij aan huis. Maar dat kan
niet om de nichtjes. Als ze me nou een
honderdtwintig- tot honderddertigdui
zend gulden konden geven, tja
Ja, als Maar de gemeente Vlagt-
wedde, die de aankopen moet verrichten,
is een zogenaamde artikel 12-gemeente,
hetgeen zoals wellicht bekend be
tekent, dat de gemeente geen sluitende
begroting heeft. Voor elke extra uitgave
moet de gemeente dus een dekking aan
wijzen.
Het aankoopbeleid binnen de vesting is
trouwens een zaak, die in het dorp ook
moeilijkheden heeft veroorzaakt. Aan
vankelijk was er een aankoopcommissie,
gevormd door een raadslid, een ambte
naar van de dienst gemeentewerken, een
inwoner van Bourtange en de secretaris
van de Stichting Vesting Bourtange. De
Bourtangers waren met dit viertal niet
gelukkig en de gemeente Vlagtwedde
schakelde mede op advies van deze
aankoopcommissie een in dit soort
zaken gespecialiseerd en onafhankelijk
bureau in. Maar het aankoopbeleid geeft
in Bourtange nog steeds strubbelingen,
want er zijn gewoon te veel problemen.
De heer H. Bos, een 53-jarige landbou
wer, maakt deel uit van een groep ver
ontruste Bourtangers, die zich ongeveer
een jaar geleden aaneensloten. Hij zegt:
„Ik heb mij, toen de plannen voor de
reconstructie van ons dorp vaste vorm
aannamen, nooit echt gerealiseerd, dat ik
van de plek af moet, waar ik geboren en
getogen ben. Dat duurt ook nog wel een
paar jaar, maar mijn huis met elf hectare
grond zal ik eens moeten opgeven. Het
geld, dat we voor onze bezittingen krij
gen, is waarschijnlijk wel genoeg, maar