Eeuwenoude molen werd befaamd restaurant i4< i$? 8&V% den Paleisstraat 23, Nieuwe Zijds Voor burgwal 149 en 151 te verwerven. Deze aankoop werd mogelijk gemaakt door een geschenk van twee ton, gedaan door de A.B.N. aan de gemeente Amsterdam, 2ulks ter gelegenheid van de officiële opening van haar nieuwe bankgebouw aan de Vijzelstraat. De gemeente die zelf ook reeds alles in het werk had gesteld om tot aankoop en restauratie van deze vervallen hoek te geraken, is thans bereid om, gezien het algemeen belang dat zeker met dit herstel is gediend, Stads herstel via een aankoopsubsidie de mid delen te verschaffen om tot deze aan koop te kunnen overgaan. Inmiddels werd aan architect Rappange de op dracht tot het opstellen van restauratie plannen verleend en het streven is er op gericht om tegen de zomer van 1974 met de werkzaamheden te beginnen. Haast is er nl. geboden, want 1975 zal een belangrijk jaar voor de monumenten zorg zijn. Immers, dat jaar is door de Raad van Europa tot Monumentenjaar uitgeroepen, ter gelegenheid waarvan behalve de ontwikkeling van vele mani festaties rond het monument, in het najaar een internationaal congres in de hoofdstad zal worden gehouden onder het motto „Een toekomst voor ons ver leden". Bovendien viert Amsterdam in 1975 haar 700-jarig bestaan, zodat er alle reden is om op zo'n gevoelige hoek in het hartje van Amsterdam naast het Koninklijk Paleis niet een aantal bouw vallen, maar een geslaagde restauratie te kunnen tonen. Uit de foto's moge blij ken welke veranderingen zich ter plaatse in 1975 zullen hebben voltrokken. De woonstede door de eeuwen heen In dit nummer van Heemschut treffen de lezers een vouwblad aan over het drie maandelijks tijdschrift van de Konink lijke Vereniging der historische woon steden van België, zustervereniging van de Nederlandse Kastelenstichting. Wie belangstelling heeft voor kastelen en hun interieur vindt in het tijdschrift veel van zijn gading, uiteraard gericht op het kas- telenbezit van onze zuiderburen. Het blad is ongeveer in gelijke geest als Heemschut uitgevoerd. Pierre van Ransbeeck, die door zijn unieke zandschilderkunst beroemd werd heeft, zoals wij dat zeggen, „goed ge boerd". Samen met zijn echtgenote en dochter Betty en een grote staf personeel dreef hij „Het Zandtapijt" in Hekelgem (België), annex restaurant en breidde zijn bezit meer en meer uit. Rondom zijn terrein, geschikt voor het parkeren van meer dan honderd autobus sen, legde hij een speelterrein voor kinde ren aan. Er was een doolhof, er reed een „echte" trein en er waren kooien met exotische vogels. De kinderen van de gas ten, die de zandtapijten bewonderden, konden ponyrijden en werden op allerlei manieren beziggehouden. Doch Pierre van Ransbeeck wilde meer. Opgeklom men van een eenvoudige jongen tot een vermogend man, had hij al jaren het plan om voor Brabant iets te doen, waardoor zijn naam in geheel België zou voortleven als „de man die de Bellemolen van Esschene redde". De Bellemolen Het dorpje Esschene ligt links van de oude weg van Brussel naar Aalst en reeds van Hekelgem uit verwijzen borden van de Belgische Toeristenbond u naar de Bellemolen. De weg slingert zich door het Brabantse land en plotseling ont waart u aan uw linkerhand de Belle molen. Het is een langwerpig gebouw, waardoor ongeveer in het midden de Bellebeek zich een weg baant. Daar brengt deze beek de schoepen van het waterrad in beweging en aan de witte schuimkoppen in de molenvijver kunt u zien dat deze watermolen nog steeds dienst doet! Die Bellemolen bracht eertijds vijf molens tot activiteit. Het waren de Opalfen, de Ten Berg, de Neeralfen, de Steenvoorde en de Bellemolen. Alleen laatstgenoemde heeft de eeuwen getrot seerd en is nog volop in actie. In 1086 schonken graaf Hendrik van Leuven en Brabant en diens broer Gode- vaard de beroemde abdij yan Afflegem een stuk grond groot t 20 Mansi (±240 ha). Daar moest wat mee gedaan worden en daarom bouwden de mon niken van de abdij in 1149 de Belle molen. De Bellemolen was een watermolen, waarvan de molenstenen via de schep raderen in beweging werden gebracht.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 25