-
tekens moeten worden geplaatst.
Een van de meest opvallende punten is,
dat Den Haag als woongemeente minder
betekenis heeft gekregen. De tijd, dat
Den Haag aantrekkelijk was voor vesti
ging door gepensioneerden is voorbij. De
groep oud-Indische gasten sterft geleide
lijk uit. De ruimte is zeer beperkt. Er is
steeds minder plaats voor eengezinshui
zen met voor- en achtertuin. Wie beslist
in Den Haag wil wonen, moet meer en
meer genoegen nemen met huisvesting in
flatkolossen. Een moderne nog niet
volgebouwde wijk als Waldeck wordt
hiervan b.v. het slachtoffer. De jongere
generatie zoekt echter de ruimte op en
als het even kan ook nog groen en/of
landschappelijk schoon. Wanneer dan
ook over de ontwikkeling van Den Haag
wordt gesproken, wordt niet in de eerste
plaats aan uitbreiding gedacht. Die is
trouwens met de bestaande grenzen, niet
mogelijk. Vandaar dat de doelstellingen
nota een belangrijke plaats inruimt aan
het gewest.
De afnemende aantrekkelijkheid van Den
Haag als woonstad heeft een sterke
terugloop van het bevolkingsaantal ten
■■'H. f.
ii Jlrnu.:- Wrd-JKjÉ
Het Nederlandse Congresgebouw in Den
Haag. Boven het Scheveningse haven
complex
(Foto Gemeente 's-Gravenhage)
Beschermd stadsgezicht: het Lange
Voorhout
(Foto W. B. J. Polman)
gevolge gehad. Hiertegenover staat een
toenemende vergrijzing van de bevolking,
die de problematiek in haar totaliteit er
niet gemakkelijker op maakt. De nota ge
tuigt daarvan duidelijk. Terzijde: de
materie is verre van duidelijk behandeld.
De nota laat zich moeilijk lezen, is voor
de gewone burger weinig toegankelijk.
De samenstellers zijn ook weinig con
creet te werk gegaan, maar misschien was
dit ook niet hun opdracht. Dit soort
nota's moet als uitgangspunt voor een
beleid worden beschouwd; de uitwerking
is van later orde. In dit verband wordt
opgemerkt, dat het woord „doelstelling"
bij Van Dale niet voorkomt! Men zou
zich kunnen afvragen, waarom dan
„doelstellingen" worden gebruikt. Maar
goed, we weten wel wat de bedoeling van
de nota is. Daarom doet de inleiding wat
merkwaardig aan: „Denkend van Den
Haag uit en daarbij Den Haag plaatsend
in het grote kader van het Gewest heb
ben de samenstellers geenszins de eigen
en hedendaagse problematiek van Den
Haag uit het oog willen verliezen". Al
licht, zouden we willen zeggen. Anders
had de nota ook geen zin.
Met vermelding van enkele hoofdpunten,
met daarbij enkele kanttekeningen
onzerzijds, willen we ons bij de bespre
king van de nota grote beperking opleg
gen. Met de uitgangsstelling: „Het leef
klimaat is niet optimaal", kunnen we ons
zeer wel verenigen. We wezen er hiervoor
al op. Geen bezwaar ook tegen de func
tie-omschrijving: „Den Haag zal
gebruik moeten maken van de mogelijk
heden, die van oudsher de ontwikkeling
hebben bepaald: zetel van de regering,
vestigingsplaats van nationale en interna
tionale administratieve en andere instel
lingen, centrum voor het congreswezen
en het toerisme, de internationale bad
plaats". In dit verband is het post scrip-
turn niet van betekenis ontbloot: „Ge
zien de langdurige periode van studie en
overleg, die nodig was om tot de opstel
ling van deze doelstellingennota te
komen, was het niet mogelijk steeds in te
spelen op de meest actuele gebeurtenis
sen. Met name dient in dit verband ge
wezen te worden op de ontwikkelingen,
zoals die zich thans rond de badplaats
Scheveningen afspelen". Inderdaad gaat
de nota aan de badplaats vrijwel geheel
voorbij. Inmiddels weten we, dat begin
maart 1974 over Scheveningen een struc
tuurschets zal worden gepubliceerd en
dat in april a.s. Brederode hoopt te be
ginnen met de verbouwing van het Kur-
haus. Het jaar 1975 moet het keerpunt
voor de badplaats worden.
Vrij uitvoerig gaat de nota in op de
gewest-ontwikkeling met Den Haag als
centrum. Het volgende hoofdstuk houdt
zich bezig met betrekking tot het cen
trum: de Haagse binnenstad, waarbij een
onderscheid wordt gemaakt tussen de
ruimere grenzen van de binnenstad en de
daarbinnen gelegen kern. Dit lijkt ons
een goed uitgangspunt. Hoofddoelstel
ling is: „De Haagse binnenstad wordt een
geselecteerd hoogwaardig centrum. In en
om de kern van de binnenstad dient de
woonfunctie als facet van het leefbaar