■■Biiait1 HEEMSCHUT Herengracht 588—600 van links naar rechts. Tekening uit de verzameling van het Genootschap Amstelodamum, ge maakt tussen 1943—1946. Amsterdam kenmerkt. Mej. dr. I. H.van Eeghen schreef een historisch-sociolo- gische inleiding over de Herengracht, drs. G. Roosegaarde Bisschop, wetenschappe lijk medewerker van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, zorgde voor een kunst-historische inleiding. Tekeningen en teksten liggen nu al jaren gereed voor de drukker, het Prins Bern- hard Fonds heeft een subsidie toegezegd. De prijs per exemplaar zou op f 240,— komen op een oplage van 2400 exempla- in in ren. Het valt te begrijpen dat het Ge nootschap Amstelodamum met de publi- katie van deze waarlijk unieke documen tatie een werk zou verrichten waar ook komende geslachten zich over zouden kunnen verheugen zoals ook het Grachtenboek van Caspar Philips een fas cinerende aantrekkingskracht blijkt te hebben. Daarvan getuigen de vele drukken, die dit toch waarlijk niet goedkope boek heeft beleefd. Al is het geenszins, naar J. P. Mieras aantoonde in een artikel in het 50e Jaarboek van Amstelodamum (1958, bladz. 189 e.v.l, volmaakt, want hoewel de gevels in aanzicht werden afgebeeld werden te hooi en te gras, nogal wille keurig derhalve, details in perspectief ge tekend. En met die details heeft de gra veur naar J. P. Mieras aannam een jeugdige plaatsnijder, niet met de vak bekwaamheid van Caspar Philips ook wel eens de hand gelicht. Zo werden de ramen nogal eens geschematiseerd en hetzelfde gebeurde met pilasters en kroonlijsten rond deuropeningen, lan taarns, hijsbalken, schoorstenen met geen ander doel, neemt Mieras aan, dan de (overigens wel indrukwekkende) gra- veerarbeid te beperken. In de jaren 1768 tot 1771 kwam het werk met zijn reeksen gevels van Heren en Keizersgracht op doorgaande pagina's in afleveringen uit. Uitgever was de ver mogende Bernardus Mourik, die al omstreeks 1765 de opdracht aan Caspar Philips Jacobsz had gegeven. Uit de lijst van 242 intekenaren blijkt dat ook de kunst-plaatdrukker Jacob Nieuwenhoff daarbij was en de toen omstreeks 27 jaar oude plaatsnijder Carel Jacob de Huyser. Men neemt aan, dat behalve Caspar Philips ook Nieuwenhoff en De Huyser nauw betrokken waren bij deze ambi tieuze uitgave. Na de dood van Mourik in 1791 waren nog veertien exemplaren over. Spoedig daarna kwam een tweede druk van de pers. Anders dan in de eerste uitgave werd toen de naam van Caspar Philips genoemd als graveur en sedertdien ken nen wij het als een Grachtenboek van Caspar Philips. In 1929 kwam een herdruk uit met tekst van E. van Houten, die de huizen voor zag van de tegenwoordige huisnummers. De uitgave was een succes; drie jaar later kwam Amstelodamum ook met een nieuwe uitgave, zeer tot ongenoegen van de initiatiefnemer Van Houten, die Amstelodamum een proces aandeed. De rechter stelde hem in het gelijk: voor de uitgave van Amstelodamum waren de huisnummers, uitgekiend door Van Houten, ook onder de gevels van Caspar Philips geplaatst. Na de oorlog entameerde de Stadsdruk kerij een nieuwe uitgave. Het werd een luxueuze produktie met cederhouten band. Deze pronkuitgave is een succes geworden. De tekst van de heer Van Houten was voor deze gelegenheid her zien zeer tot ongenoegen van de oorspronkelijke auteur, die nog jaren brie ven schreef aan allerlei instanties en aan de dagbladen om zijn gram te uiten over het voorgevallene. Toen omstreeks 1967 de uitgeverij Minerva op klein formaat een reprint het licht deed zien was hij namens de familie Van Houten gewaarschuwd, dat hij geen gebruik mocht maken van de huisnum mers. Het grachtenboek over de Herengracht zal veel vergelijkingsmateriaal bieden, door de publikatie onder elkaar van de tekeningen van de jaren veertig en die van 170 jaar eerder. Zo zal blijken, dat na 1770 van de 18e eeuw loodrecht op de gevel staande stoepen zijn vervangen door dubbele stoepen en dat veel krul- gevels door strakkere vormen zijn ver dwenen. Te hopen valt dat het niet al te lang zal duren aleer men van dit alles kennis kan nemen. Het is de bedoeling dat in het Herengrachtboek „summaries" in vreemde talen worden opgenomen, zodat ook voor degenen, die onze taal niet machtig zijn, de uitgave aantrek kingskracht zal hebben. J. Th. Balk

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 19