_llüi
illl
Vorm
Via diverse projecten acht Den Bosch het
mogelijk de woonfunctie van de binnen
stad zodanig te versterken, dat er in de
toekomst toch weer zo'n 12.000 mensen
huizen. Zonder meer een erg belangrijk
gegeven in het nieuwe beleid. Dé vraag is
evenwel: hoe, in welke vorm, gaat de
stad bouwen? Het is dan nuttig om ken
nis te nemen van wat het stadsbestuur
zegt over de mogelijkheden: over het be
waren, het aanpassen en het doen ont
staan van nieuwe vormen. Het standpunt
luidt dan:
„Bij het beleid staat voorop dat het
karakter en de herkenning van de bin
nenstad (de identiteit) dient te worden
gerespecteerd. Dit betreft het patroon
van straten, pleinen en waterlopen,
afmetingen, aard en type van bebouwing
(inclusief de bekapping), de indeling van
de openbare ruimten, het binnenstedelijk
groen, het materiaalgebruik enz. Uiter
aard is dit vormbehoud binnen het be
schermd stadsgezicht (de city) het voor
naamste, maar ook in de overige delen
van de binnenstad zal grote zorg aan de
vorm worden besteed tot behoud van de
eigen sfeer van de Bossche binnenstad,
alhoewel daar meer vrijheid ten aanzien
van de vorm bestaat." Men mag hieruit
afleiden dat Den Bosch er op uit is om
bij rehabilitatie en nieuwbouw aanpas
sing te zoeken bij de oude vorm en
schaal, hoewel het aan de andere kant
geen bevriezing van die vorm wil.
Dit uitgangspunt valt in ieder geval toe te
juichen, maar natuurlijk heeft het stads
bestuur niet alles in de hand. Het gaat
ten slotte om het (harmonieus) samen
gaan van vorm én functie. En op die
functie(s) op althans de verandering
daarin heeft de stad zelf vaak maar een
geringe invloed. Functiewijzigingen
dienen zich aan, en dan vooral vanuit de
particuliere en ondernemingssfeer. Dat is
in een bloeiende stad een niet aflatend
proces dat Den Bosch in de loop van de
tijd ook al het een en ander heeft gekost,
maar waarop het stadsbestuur nu dan
wel duidelijk wil inhaken. Een stevig
stuk houvast daarvoor moet liggen in
bestemmingsplannen. Partijen weten dan
waar ze aan toe zijn.
Typerend
Typerend voor de „mentaliteitsverande
ring", die zich in Den Bosch heeft vol
trokken, is toch wel het verhaal over de
Binnendieze. Destijds besloot de raad dit
stadsunieke water te dempen „op basis
van financiële zorgen". Verandering in
denken (én vechtlust?) heeft ertoe geleid
dat het niet-overkluisde deel van de Bin
nendieze m'et behoeft te worden ge
dempt en dat het kan worden afgeholpen
van z'n rioolfunctie, door de uitvoering
van een rioolplan. De kosten voor het
behoud van de Binnendieze worden ge
raamd op 20 miljoen gulden. Zes miljoen
wordt nodig geacht voor restauratie van
de stadswallen, 15 miljoen voor het her
stel van „pure" monumenten en 45 mil
joen voor het opknappen van woningen.
Dit alles te besteden in een tijdsbestek
van tien tot vijftien jaar.
Met andere woorden: Den Bosch is wel
„iets" van plan, zal zelf vooreen belang
rijk deel de kosten moeten dragen en is,
aan de andere kant, sterk afhankelijk van
de financiële speling die hogere over
heden de stad bieden. Bovendien, wat
haalt particulier initiatief uit en in hoe
verre valt dat te stimuleren. Allemaal vra
gen. Legio. Eén ding is evenwel een groot
pluspunt: er groeit, in 'een positieve
waardering, een binnenstadsbeleid waar
in een gracht als de Binnendieze geen
open riool of een stuk asfalt is maar een
visitekaartje ter ere van een oude en
unieke structuur.
G.W.
De Haven, geen beschermd stadsge
zicht maar Den Bosch ziet er terecht
mogelijkheden in.
Wat een restauratie vermag, en wat er
nog méér gerestaureerd kan worden.
IFoto's Gemeente s-Hertogenbosch