142
het gerechtsgebouw aan de Noord
singel, waarvan de bouw naar ontwerp
van ir. W. C. Metzelaar in of omstreeks
1895 moet zijn begonnen;
de watertoren van de gemeentelijke
drinkwaterleiding bij de Honingerdijk die
onder architectuur van C. B. van der Tak
in 1870 js gebouwd;
het Atlantic House op de hoek van de
Westerstraat, het Westplein en de Hout
laan, in het laatst van de jaren twintig
gerealiseerd naar ontwerp van architect
P, G. Buskens;
het gebouw van Haka, tegenwoordig
Coöperatie, aan de Vierhavenstraat dat
in het begin van de jaren dertig onder
architectuur van ir. H. F. Mertens en J.
H. Koeman is gebouwd;
de r.k. kerk Christus Koning in Hille-
gersberg, een uit 1928 daterend werk van
architect H. P. J. de Vries.
De woonsector is, behalve met de eerder
genoemde voorbeelden, onder de werken
met nationale betekenis nog meer ver
tegenwoordigd. Genoemd kunnen wor
den: het woonblok tussen de Statenweg
en de Vroesenlaan in Blijdorp, gebouwd
in de eerste helft van de jaren dertig en
toentertijd een voorbeeld van progres
sieve woningbouw van architect J. H. van
den Broek; het flatgebouw van de archi
tecten Van Tijen en Maaskant aan de
Kralingse Plaslaan (1938); twee dubbele
woonhuizen aan de Groene Wetering, ge
bouwd aan het einde van de jaren twintig
en het begin van de jaren dertig naar ont
werp van architect F. A. Eschauzier; het
woonhuis De Boogerd aan de 's-Graven-
weg, een werk uit het einde van de jaren
twintig van het architectenbureau
Granpré Molière, Verhagen en Kok.
Verscheidene stadsgezichten zijn door de
werkgroep ook van het etiket „natio
naal" voorzien. Wij noemen:
het Koningin Emmaplein met zijn be
bouwing van architect J. C. van Wijk, tot
stand gekomen aan het einde van de
jaren tachtig;
het Witte Dorp (bij de grens tussen
Rotterdam en Schiedam) van architect J.
J. P. Oud, een typisch, uit 1923 date
rend, voorbeeld van een semi-perma-
nente bebouwing waarop de tand des
tijds geen invloed schijnt te hebben;
het woningcomplex De Kiefhoek in
Rotterdam-zuid, gebaseerd op ideeën van
dezelfde bouwmeester en net als het
vorige object hogelijk gewaardeerd
wegens zijn knusse, dorpsachtige sfeer;
het Tuindorp Vreeswijk, in 1916 en de
jaren onmiddellijk daarna verrezen naar
ontwerp van het bureau Granpré
Molière, Verhagen en Kok en vaak be
schreven als het mooiste tuindorp van
Europa.
Het ligt voor de hand dat de werkgroep
Oud-Delfshaven niet over het hoofd
heeft gezien. Nu is het zo dat Monumen
tenzorg reeds een aantal objecten in dit
gebied op haar lijst heeft geplaatst. Te
denken valt aan het Zakkendragershuisje,
het voormalige stadhuis, de Ned. her
vormde kerk, het depot van de Oost-
indische Compagnie, het standbeeld van
Piet Heyn en nog enkele panden. De
werkgroep ontdekte echter toch nog ver
scheidene gebouwen die volgens haar als
nationale monumenten bewaard verdie
nen te worden. Daaronder zijn enige pak
huizen en de molenstomp „De Distilleer
ketel".
Een ander stadsbeeld waarvoor de werk
groep de aandacht vraagt, biedt het
rayon van de zogenaamde oude havens.
De werkgroep waarschuwt nadrukkelijk
dat dit stadsdeel de laatst overgebleven
stedebouwkundige samenhang met de in
1940 verwoeste binnenstad vormt. Het
dient derhalve met grote zorg te worden
omringd.
Opmerkelijk is het waarde-oordeel van
de werkgroep ten aanzien van het stad
huis (1914, prof. Henri Evers), het post
kantoor (1915, ir. C. G. Bremer) en het
beursgebouw (1940, J. F. Staal jr.)Aan
deze gebouwen wordt slechts lokale be
tekenis toegekend.
P. N. Kalkman
De knusse huisjes die het karakter van
het Witte Dorp bepalen. Aan deze
typische, als semi-permanent opgezette
Rotterdamse woonbuurt is de naam van
architect J. J. P. Oud onverbrekelijk ver
bonden.
(Foto Ary Groeneveld)