136 Parkeergarages dienen zo gespreid en zo dicht mogelijk aan de randen van het stadscentrum gesitueerd te worden. Helaas kon men in Groningen aan dit laatste voorschrift niet de hand houden, daarvoor was de ontwikkeling al te ver op gang. Er worden nu twee kleinere par keergarages gebouwd nl. een achter de oostelijke gevelwand van de Grote Markt en een achter de zuidelijke gevelwand der Vismarkt tussen Pelster- en Haddin- gestraat. Afbraak of herstel Een van de centrale punten inzake stads vernieuwing van onze oude centra is de kwestie wat doen we met het oude bouwbestand: afbreken of herstellen. De nota geeft hier zeer positieve richt lijnen: Tot afbraak mag slechts worden besloten indien er a. sprake is van nieuwe bestemmingen, welke een positieve bijdrage leveren tot de centrumontplooiing en b. de zefcerheid bestaat dat door verbete ring of aanpassing de nieuwe bestemmin gen niet adequaat te huisvesten zijn of voor het betreffende object niet meer voor de hand liggende bestemmingen te vinden zijn. Kaalslag, aldus de nota, is de vrucht van onverantwoord optimisme! In Gronin gen is dank zij het ingrijpen van de goed functionerende Stedebouwkundige Ad vies Raad (tegenwoordig Raad voor Ruimtelijke Ordening en Verkeer) een sloopverbod ingesteld, zodat aan het- maar-raak-slopen een einde is gekomen. Verder wordt stelling genomen tegen de door de rijksoverheid vastgestelde tech nische normen, waarop een woning tot krot verklaard wordt. Belangrijk is immers ook wat de be woners zelf van hun woning en woon omgeving vinden. Gelukkig beginnen deze opvattingen overal door te dringen; op het departement van Volkshuisvesting is men ernstig met herziening van regelin gen in deze materie bezig. Opmerkelijk is ook de passage over het handhaven en/of vernieuwen van woon buurten of -straten; deze laatste moeten kunnen worden georganiseerd en inge richt volgens de doelstellingen van de bewoners zelf. Het voert te ver op alle details in te gaan. Slechts enkele punten nog zoals „korrel grootte en veelkleurigheid", „doordring baarheid en openheid", begrippen welke de Heemschutlezers zonder meer zullen aanspreken. Dat de bouwmassa in principe niet uitge strekter mag zijn dan door de bestaande maaswijdte wordt gedicteerd, is een wel dadig aandoend voorschrift. Te veel is hiertegen ook in Groningen gezondigd (Academisch Ziekenhuis, warenhuizen, hoofdbureau van politie, Raadhuis). De nota bepleit dat in elk geval het be staande stratenpatroon in de nieuwe be bouwing moet worden gecontinueerd. Als laatste belangrijkste en moeilijkste hoofdstuk 10, het in hoofdzaak door prof. Lambooy geschreven verhaal over de Economische Aspecten. De taak van de gemeente op het gebied der ruimtelijke ordening in het algemeen en de noodzaak om te komen tot het uitvoeren van stadsvernieuwingsprojec ten in het bijzonder dwingen tot het voe ren van een actief grondbeleid. Wil dit tijdig en op de juiste wijze ge schieden dan zullen de nodige financie ringsmiddelen tegelijkertijd en in vol doende mate aanwezig moeten zijn. Volgens Lambooy dient de waardering van stedebouwkundige objecten op het geheel te slaan en niet slechts plaats te vinden op bedrijfseconomische basis van de afzonderlijke instellingen. De waardering van deze objecten moet dan ook geschieden door het gemeente bestuur. Waarderen betekent het doen van een keuze en het afwegen van ver schillende alternatieven. Als gevolg van het feit, dat de beschik bare financiële middelen beperkt zijn, zullen in verband met de kosten bepaal de beperkingen bij de keuze uit de alter natieven optreden. Wil een binnenstad zijn aantrekkelijkheid behouden dan moet een stuk gedifferentieerde winkel structuur aanwezig zijn. Het algemeen belang wordt gediend met eén selectie van die activiteiten, welke de grootste bijdrage leveren aan het symbiotische karakter van de binnenstad. Een belangrijk facet is hierbij de be nodigde verkeersaccommodatie, welke financiële offers vraagt, maar welke ge rechtvaardigd kunnen worden door een geconcentreerde, maatschappelijk hoog waardige bebouwing. Het gaat hier vooral om de aanleg- en exploitatiekosten van het te verbeteren openbaar vervoer. Steeds meer blijkt, dat het openbaar ver voer minder sociale kosten veroorzaakt dan het particulier autovervoer. Gepleit wordt voor prijsmechanisch par- Linksonder: Een fraaie 18e-eeuwse gevel, onnodig verminkt om een „breed" bioscoop publiek toegang te verlenen. Onder: Nieuwe Kerkhof met Nieuwe of Noor- derkerk (1662). Dit renaissance-plein dient als beschermd stadsgezicht aange merkt te worden.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 26