De stad als onvervangbaar instrument 132 Na het verschil in opzet en van uitgangs punt in het vorige artikel over de Doel stellingen-nota Binnenstad Groningen te hebben uiteengezet aan de hand van de door wethouder Van den Berg verstrekte gegevens, is het nu zaak de nota zelve te laten spreken. Het algemene kenmerk van deze Doel stellingen-nota is het leerboekachtige karakter, waarmee deze nota als een voorbeeld kan gelden voor de vernieu wing der Nederlandse binnensteden. Hoewel niet specifiek op Groningen toe gesneden, kan men als Groninger en als ingewijde toch duidelijk de Groningse problematiek er doorheen lezen. Niette min bleek deze (te? algemene strekking voor vele raadsleden toch een struikel blok te zijn. Belangrijk is dat steeds weer de nadruk gelegd wordt op het procesmatige karak ter van het stadsvernieuwingswerk en dat het geen ontwerpplan is. In feite was er al een beleidskeuze ge daan, nl. door het aantrekken van exter ne deskundigen, van wie de opvattingen over de centrumproblematiek bekend waren. Verder valt op het pleidooi voor kleine eenheden, zinvolle geleding (respectvoor bestaande maaswijdte, geen monocultu ren e.d.), een doelstelling welke alleen met voldoende bestuurskracht en ge zamenlijke inspanning gerealiseerd kan worden. Als algemene kritiek zou men kunnen zeggen, dat de nota een sterk bewarend karakter heeft, waartegen de moderne architecten zich al direct hebben afgezet. Na de grenzeloze reeks binnenstadsver nielingen, die vele opdrachtgevers-zaken lieden, bouwondernemers, projectont wikkelaars en vele architecten en stede bouwers blijkbaar nog steeds niet zien in hun blinde ijver alles in één generatiege- heel „nieuw" te maken, zonder zich ook maar een ogenblik te bezinnen, dat ze In bijgaand artikel vervolgt de heer P. L. de Vrieze BNA zijn beschouwing over de Doelstellingen-nota van de gemeente Groningen. Het eerste arti kel werd geplaatst in het augustus nummer (4, jrg. 1973). De heer De Vrieze gaat hierin zeer uitvoerig in op problemen van stads vernieuwing e.d., die ook voor andere steden gelden. Het is mede daarom, dat we hem zoveel ruimte hebben beschikbaar gesteld, waarbij de foto's een illustratie vormen van zijn be toog. Redactie Een duidelijk overzicht van de na-oor- logse schaalvergroting, welke verstorend ingrijpt in het oude fijnmazige stadshart. Nog altijd is de Martinikerk in afmetin gen het grootste, maar lang niet het hoogste bouwwerk. Rechtsboven: de witte, té hoge hoed van V D. (Foto Aerocarto KLM)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 22