Van de Penningmeester
teleurstellend, dat juist in een tijd dat de
belangstelling van particuliere zijde alom
sterk toeneemt, de overheid verstek
moet laten gaan, althans de subsidie
aanvrage in veie gevallen niet kan hono
reren. Het is duidelijk dat, tenzij de voor
dit doei beschikbare middelen op korte
termijn aanmerkelijk kunnen worden
verruimd, ernstig rekening moet worden
gehouden met het verlies van een groot
aantal belangrijke monumenten. Het is
bijna 100 jaar geleden dat Victor de
Stuers de noodklok luidde." De minister
schrijft dan verder „krachtig te streven
naar zodanige maatregelen dat voor
komen wordt, dat bij de nadering van
het monumentenjaar 1975 deze nood
klok opnieuw en dan nóg langer en
krachtiger zal moeten worden geluid".
Tot zover de memorie van toelichting
van de begroting van CRM. Wie deze
heeft gelezen, zal het met ons eens zijn,
dat het inderdaad enkel schoonklinkende
woorden zijn. Op het trieste verschijnsel
van het teruglopen van het aantal vak
lieden in de restauratie hebben wij in dit
blad al lang de aandacht gevestigd. De
enkele vermelding van het feit in de
M.v.T. brengt ons geen oplossing. Doe er
iets aan, minister! Overigens streven
naar meer middelen is prachtig, maar
daarmee komen we geen stap verder.
Ook hier moeten daden worden gesteld,
maar die blijven uit. Het is heel mooi,
dat de minister gewaagt van het luiden
van de noodklok, maar wie zijn woorden
goed leest, moet tot de constatering
komen, dat de minister thans nog niet
naar het klokketouw heeft gegrepen. Hij
onderkent slechts het dreigende verlies
aan waardevolle monumenten, maar hij
laat die dreiging voorlopig nauwelijks
bewogen over zich heengaan. De be
windsman zou zich eigenlijk moeten
schamen voor zijn ten opzichte van
monumentenzorg uitgestippelde beleid.
Terwijl zijn totale begroting een ver
hoging van uitgaven met 38 pet. ver
toont, heeft hij voor monumentenzorg
net 11 pet. meer over. Hier is elke rede
lijke verhouding volkomen zoek.
We zijn dan ook diep teleurgesteld en
met grote zorg vervuld. Het is om er mis
moedig van te worden, zoals de heer C.
J. Bardet, rayonarchitect voor Zuid-
Holland, Zeeland, Utrecht en Noord-
Brabant van de Rijksdienst voor Monu
mentenzorg in een interview in
NRC/Handelsblad al tot uitdrukking
heeft gebracht. „Dat zulke spanningen
ontstaan is terug te voeren op een
groot geldgebrek onzerzijds. We hebben
het benodigde geld gewoon niet. En ik
geef toe, als onze dienst eisen stelt aan
gaande instandhouding van een monu
ment, dan zouden wij in staat moeten
zijn te subsidiëren. We hebben al een
achterstand en die 10 pet.-trend had al
jaren eerder moeten ingaan; dan zou het
enige zin hebben. Het geld is er, maar wij
krijgen het niet. Het is onbegrijpelijk",
aldus de heer Bardet, die in het interview
willen luiden. En wij met hem. Helaas
zijn er klokketorens waar het al niet
meer kan. Het is in onze welvaartsstaat
ronduit beschamend.
v. d. W.
Betreft: Contributie/donatie 1974.
De stortings-/acceptgirokaarten zullen u in dëcember worden toegezonden.
Een toelichting hierop zal bij deze betalingskaarten worden ingesloten. Wij
menen er goed aan te doen u hiervan nu reeds op de hoogte te stellen.
Aangezien op de jaarlijkse algemene ledenvergadering een verhoging van
de f 5,— van de minimum contributie is goedgekeurd, verzoeken wij u
bij het overmaken van uw contributie voor 1974 het juiste bedrag in te
vullen.
De donateurs zullen als aparte ledengroep ophouden te bestaan. De
minimum donatie voor 1974 bedraagt f 25,—. Zij blijven het tijdschrift
ontvangen.
Voor 1974 gelden voor de gewone leden de navolgende contributies:
Natuurlijke personen: minimum contributie f 20,—*
Natuurlijke personen tot de leeftijd van 25 jaar: minimum contri
butie f 10,—*
Rechtspersonen: minimum contributie f 30,—*
Leden wonend in het buitenland niet echter de landen in E.E.G.-
verband betalen in verband met de hogere portokosten f 3,—
extra.
De minimum contributie voor hen bedraagt derhalve respectievelijk
f 23,-, f 28,- en f 13,-.
Wij verzoeken degenen die aan de Postcheque- en Girodienst een mach
tiging tot periodieke overschrijving (automatische betaling) hebben ver
strekt, deze te doen intrekken.
Het zal zeer op prijs worden gesteld indien u de Bond Heemschut extra
wilt steunen door bij de vaststelling van uw vrijwillige bijdrage te gaan
boven de minimum contributie.
Op onze leden die hun contributie voor het lopende jaar 1973 nog niet
voldeden, doen wij een dringend beroep dit thans zo spoedig mogelijk,
doch in ieder geval vóór het einde van de maand december, te doen.
Ook uw bijdrage hebben wij hard nodig!
Voor correspondentie verzoeken wij u voortaan gebruik te maken van
ons postbusnummer 10525.
laat doorschemeren, dat er „geld zat" is.
Het zal je gezegd worden door je ambte
naar. We mogen er de heer Bardet
echter zeker dankbaar voor zijn. Bij hem
en zijn collega's spreekt tenminste be
wogenheid. Hij zou wel aan de noodklok