damse Lettergieterij naam gemaakt.
Twee architecten maakten voorts deel
uit van deze commissie, namelijk de
heren H. Knijtijzer en A. Evers. De laat
ste is lid van de gemeentelijke commis
sie voor de oude stad. Het resultaat van
de speurtocht van deze commissie
mocht er zijn. Maar toen het resul
taat op tafel lag - zeventig panden en
21 blokken! - schrokken B. en W. wel
even. Zóver wilde een meerderheid
in het college bepaald niet gaan. „We
moeten niet optreden als een curiosi
teitenverzamelaar" vond de toen
malige wethouder W. Polak, thans
staatssecretaris. Ook wethouder Lam-
mers (stadsontwikkeling) zag bezwa
ren. Hij bracht naar voren, dat de
(Britse) eigenaar van het American
Hotel al een aanvraag van 36.000
gulden had ingediend voor herstel
van de gevel, aannemend dat de
plaatsing op de monumentenlijst wel
definitief zou zijn. „Het gevaar bestaat
dat eigenaren zich voor alles tot de ge
meente wenden", aldus de heer Lam-
mers.
Anders bleken er in het college de wet
houders Brautigam (die de portefeuille
voor monumentenzorg beheert) en Van
der Eyden over te denken. Zij kregen in
de raad steun van het raadslid mr. E.
Dienaar, anders dan de beide zojuist
genoemde wethouders, die tot de kvp
behoren, partijgenoot van de heren Po
lak en Lammers, namelijk Partij van de
Arbeid. De heer Dienaar kwam met een
uitgebreide lijst van panden en blok
ken, die door de commissie Dooijes
waren voorgesteld en wilde die alsnog
op de lijst plaatsen.
Op een klein aantal nummers na is de
raad in meerderheid de heer Dienaar
gevolgd: 34 nummers werden overge
nomen, de panden Weteringschans 10
- 24 en Sarphatistraat 1-97 werden er
nog bijgevoegd maar vier panden of
blokken konden geen genade vinden in
de ogen van de gemeenteraad. Daaron
der waren ook panden in de Nieuwe Ui
lenburgerstraat.
Veel bezwaar had wethouder Lammers
gemaakt tegen het opnemen van hele
blokken maar de Raad vond dat de op
merkelijke voorbeelden van de Amster
damse school zoals die in dè Spaarn-
dammerbuurt zijn te vinden op de lijst
dienden te worden geplaatst. Daar
staat immers langs de spoorlijn naar
Zaandam het prachtige blok van M. de
Klerk met het mooie metselwerk in hel
rode steen (Zaanstraat-Hembrugstraat-
Oostzaanstraat) dat uit 1917 dateert.
Een ander belangrijk blok waarvan de
gemeenteraad meende dat het „er bij
hoorde" is de verenigingsbouw in Zuid
aan het Henriëtte Ronnerplein - deze
bouw van De Dageraad is eveneens het
werk van de begaafde De Klerk en van
P. Kramer.
Een ontdekking is ook de achterkant
van het gebouw van Gerzon aan de St.
Luciënsteeg - werk van Adr. Moen, dat
al uit 1 91 5 dateert. Vroege voorbeelden
van de Amsterdamse school, zoals die
door De Klerk werd vertegenwoordigd,
zijn te vinden in de woningen aan de
Nic. Maesstraat (32 en 34) en Gabriël
Metsustraat (26-34), huizen, die met
„hun hoekige en stekelige detaillering
het begin van de Amsterdamse school
Oostzaanstraat (Spaarndammerplein). Post
kantoor farch. M. de Klerk).
Foto Gem. Bur. Monumentenzorg. Amsterdam
aankondigen".
Een andere mening had de gemeente
over een voorstel dat door de Rijks
dienst was gedaan over een blok, dat
Berlage bouwde in de Hobbemastraat -
met de raamdetaillering zeer typerend
voor Berlage - en dat dan ook niet in de
lijst is opgenomen.
Anderzijds heeft de gemeentelijke
commissie weer kleine monumentjes
ontdekt, zoals de urinoirs op het Va-
leriuspiein met een opmerkelijke vorm
geving van ondergronds urinoir en bo
vengrondse kiosk. Tot de befaamde
kleine monumenten behoren stellig
ook de gemeentelijke badhuizen, ook al
zijn ze nog niet op „de" lijst gezet. Er
staat er een, een beetje verstolen tus
sen de huizen, aan de Andreas Bonn
straat, in de buurt van Amstelbrouwerij
en de zetel van Publieke Werken, het
Wibauthuis. Een ander is in Zuid te vin
den bij de Van Woustraat, maar zonder
dat iemand er over gekikt heeft blijkt
zo'n rond badhuis opeens van de aard
bodem te zijn verdwenen. Namelijk dat
aan de Kattenburgervaart. Het lag daar
tegenover de brug van Kattenburg naar
Wittenburg erg grappig, tussen de Ra
venstraat en de Bootstraat. Wegge
spoeld als gevolg van de saneringsgolf
die over de Oostelijke Eilanden slaat.
En geen gemeentelijke commissie die
tijdig voorbijkwam vooropgesteld,
dat dat zou hebben geholpen
J. Th. Balk