1548. In tegenstelling tot de eerdere
vondst was hij rijkelijk bewerkt en ver
toonde zelfs relicten van familie
wapens. Hoewel door breuk geschon
den, was het in korte tijd mogelijk de
wapens te identificeren. Zij bleken te
behoren aan de geslachten Inder-
horst en Hillen! Het reeds geuite ver
moeden dat een echtpaar met deze
namen het kasteel gebouwd zou kun
nen hebben, werd door de vondst van
dit stenen charter" op schitterende
wijze bewaarheid.
Onze wapensteen leverde nog een
aanwijzing tot een andere conclusie.
Mochten bedoelde echtelieden dan
ook al een "kasteel gebouwd hebben,
iets andersr. is of zij het ook zelf als
vaste woning betrokken. Beiden ston
den immerS meer huizen ter beschik
king. Zo waren o.a. het slot De Horst te
Echt (de bakermat der Inderhorsten)
en het kasteel Roerbosch onder
Roermond (bij huwelijk door Catrine
Hillen ingebracht) hun eigendom. Het
feit echter -dat een wapensteen met
hun blazoenen in de gevel van Hassel-
holt een plaats kreeg, doet toch met
aan zekerheid grenzende waarschijn
lijkheid veronderstellen dat het bezit
te Ohé hun vaste residentie gewor
den is.
Nog kan de vraag gesteld worden of
ook hun nakomelingen en opvolgers in
het leen, de bewoning op Hasselholt
gecontinueerd hebben? Met name,
waar woonde de bekende ridder Har-
tard van Spee, drost van Montfort?3
Men verwacht immers dat een man
die zulk een belangrijke functie had
als drost, de burcht van Montfort als
centrum van bestuur verkoos als pied a
terre. Dat toch Hasselholt in aanmer
king kwam, zou kunnen worden afge
leid uit het ontdekken van een sierlijke
handtekening met jaartal, gegrift in
een der vertrekken der bovenverdie
ping. Die inscriptie luidde: „Anthoine
Olimar, 1627". Deze was kapitein bij
een compagnie te voet o£> Montfort.
Gedurende zijn verlof te Hasselholt,
blijkt hij nu zijn naam vereeuwigd te
hebben op zijn slaapkamer. Ook
weten wij, dit is in de aanvang van
dit artikel verhaald, dat deze Olimar
naderhand zou trouwen met de doch
ter van zijn gastheer, Hartard van
Spee, en ook zelf drost werd. Mis
schien had hij al in 1627 een oogje
laten vallen op de dochter van Hartard
welke laatste hem te Ohé had uitge
nodigd!
Aannemende dat Hartard van Spee en
de zijnen op Hasselholt woonden, is
er reden opnieuw aandacht te vragen
Het gerestaureerde kasteel en vakwerkhuis
(ankerjaartal 1629), gezien vanuit het
zuiden.
voor het vakwerkhuis gebouwd
in 1629.
Drosten, en zeker die van Montfort,
welk ambt zich uitstrekte vanaf Sit-
tard in het zuiden, tot boven Roermond
in het noorden, hadden een uitge
breide administratie. Indien wij nu be
denken dat de burcht van Montfort
weinig comfortabel was en Van Spee
privé- op Hasselholt resideerde, dan
zou het huis van 1629 wellicht be
stemd geweest kunnen zijn voor kan
toorruimte. Hier zou personeel van het
drostambt zijn schrijfwerk verricht
kunnen hebben.
Op het erf van Hasselholt, ter linker
zijde van het kasteel, heeft nog een
groot gebouw gestaan dat circa 1910
werd afgebroken. De bevolking noem
de het de tiendschuur welke functie
het zeker gehad kan hebben.
Vóór en tijdens de restauratie is
naarstig gespeurd naar oude afbeel
dingen van Hasselholt. Helaas kon
geen der bezochte prentenkabinetten,
zowel in binnen- als buitenland, daar
aan helpen. Wel werd aangetroffen
een bunderkaart uit 1730. Men kan
daarop zien dat het landgoed ook een
buitengracht heeft bezeten. Deze is
thans gedempt maar slenken in de het
kasteel omringende weiden wijzen
haar vroegere omloop nog aan.
J. G. F. G. M. Baron van Hövell
tot Westerflier.
1) Eigenlijk moet „Geutje" met een d ge
speld worden. Immers de naam is afgeleid
van het begrip „landgoedje" oftewel
„goedje", waarvan Geudje een dialectische
vorm is.
Het betreffende artikel verscheen in „Lim
burgs Dagblad" van 20 januari 1973.
2) Volgens het boekwerk van Sangers en
Simonis. Er ligt een eiland in de Maas,
(Echt 1955), zou hier een familie Pavino-
witz geresideerd hebben. Vgl echter: De
Maasgouw, Jg. 91, 1972, nr. 2, blz. 33 vggl.
3) Tezamen met graaf Hendrik van den
Berb, heer van het naburige Stevensweert,
verraadde hij de spaanse zaak en bewerkte
de overgave van Roermond in 1632 aan
prins Frederik-Hendrik, „de steden
dwinger".
Plattegrond van het kasteel
De stippellijnen duiden op de gedeelten
(A en B) die tijdens de restauratie gesloopt
werden.
105