van de 17de eeuw rector van de La tijnse school. In de Bagijnenstraat, op de plek van het Grote- en Voorstergasthuis, stond eens het huis van boetprediker Geert Groote, stichter van de zuster- en broederschappen des Gemeenen Le vens en de zgn. Moderne Devotie, die zoveel invloed uitoefende op het den ken van pre-reformatorisch Europa. Meester Geerts huis stond voor een deel ter beschikking van begijnen. Een van die dames, zekere Elsebe, ver huisde twintig jaar na Grootes dood (1384) met een paar anderen naar een nieuwe woning, door de Deventernaar Reinier Buiskens, in de Papenstraat gebouwd. Deze vrouwencommune koos de heilige Agnes als patrones; daarom werd het gebouw ook wel Agnietenklooster genoemd. Weer een aantal jaren later erfde een van de bewoonsters, Alijt Buiskens - familie van de huisheer - het gehele com plex, dat voortaan Buiskenshuis ging heten. Niet lang geleden heeft men dit huis - een heel samenstel van panden - op grandioze wijze gerestaureerd en thans behoort het tot de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad. Voorlopig is er de vermaarde Athe- naeumbibliotheek ondergebracht en het ligt in de bedoeling, er t.z.t. de ge meentelijke archiefdienst zijn intrek in te laten nemen De ligging van het Buiskenshuis aan een doorgebroken straat (Klooster genaamd) tussen de Papen- en de Noordenbergstraat is al bijzonder suggestief; men voelt zich daar aan alle kanten tussen herinne ringen aan het middeleeuwse cultuur centrum Deventer. Ook de doorbraak is oud, zij het dan niet middeleeuws maar uit 1683, toen het zusterhuis al geruime tijd was opgeheven. De res tauratie van twee jaar geleden heeft niet het gehele Buiskenshuis hersteld, doch slechts het gedeelte ten zuiden van de doorbraakstraat. Wat nu ge reed is, verdient de volle bewondering en dankbaarheid van ieder wie het be houd van historische monumenten ter harte gaat. Het was een enorme op gaaf, want dit deel van het Buiskens- kloostercomplex bleek, toen men er aan begon te werken, een hoogst in gewikkelde samenvoeging van ge bouwen uit verschillende perioden met velerlei sporen van huizen die al heel lang niet meer bestaan. Het was moei lijk, de oorspronkelijke samenhang zoveel mogelijk aan te passen bij de doelmatige indeling, die vandaag voor een bibliotheek of archief is vereist. Oud en nieuw grijpen in elkaar en toch zó, dat geen verwarring mogelijk is. Overgangen tussen het originele met selwerk en het gloednieuwe zijn met Lebuïnustoren. Foto: Bureau Voorlichting, Deventer gedateerde loden plaatjes gemar keerd. Eén bakstenen gevel vertoont een rijk genuanceerd patroon van dichtgemetselde vensters, kriskras door elkaar met stenen boogjes en eiken lateien, uit allerlei oude bouw fasen: littekens die een boeiend ge tint verhaal vertellen. De vensterinde ling van de andere gevels is gebaseerd op fragmenten, die na de ontpleiste- ring voor de dag kwamen. Ook zijn sporen van stookgelegenheid (rook kanalen) duidelijk aangegeven, zowel in- als uitwendig. Overal in het ge bouw, zelfs in de modernst ingerichte vertrekken, zijn vroegereeuwse bouw elementen zichtbaar gehouden en har monisch samengevoegd met heden daagse vormen. Dat het beeld van de patrones Agnes in de 16e eeuw ver loren is gegaan, behoeft niet zo erg betreurd te worden nu de Zwitserse beeldhouwer Janot Bürgi het gebouw van enige zeldzaam mooie plastieken heeft voorzien, o m. St. Agnes met het lam op de arm, het eerste wat opvalt wanneer men het Buiskenshuis bin nenkomt: dit bronzen beeld is meteen de handgreep van de toegangsdeur. In deze samenvatting van wat er in Deventer op het gebied van belangrijk restauratiewerk te beleven valt, is nau welijks plaats overgebleven voor een beschrijving van de algemeen bekende Deventerse monumenten: de Lebuï- nuskerk met haar crypt, de daaraan grenzende ruïne van de Mariakerk, het stadhuiscomplex met de statige voor gevel van Jacob Roman (1693) en de grootse ingangshal, de kostelijke ge bouwen van Waag en De Drie Harin gen (twee hoogst bezienswaardige musea) en al die andere schoonheden langs de Brink. De Mariakerk - typisch middeleeuws verschijnsel om zo'n grote parochiekerk vlak naast een kathedraal te bouwen - is hard aan restauratie toe, maar de Brinkhuizen verkeren alle in zulk een goede toe stand dat déér herstel gelukkig binnen afzienbare tijd onnodig wordt gevon den. Hoe we ook wandelen door de oude binnenstad en het Bergkwartier, steeds weer komen wij op die Brink terecht en wanneer wij dan zien hoe harmonisch historische schoonheid zich laat verenigen met moderne utili teit (u moet eens letten op de zeld zaam mooie openbare leeszaal achter die meesterlijk gebouwde „oude" ge vel tegenover het 16de-eeuwse pronk gebouw van het museum De Drie Haringen), blijft er niets anders over dan vast te stellen, dat Deventer onder de Nederlandse steden, mèt Amers foort, Harlingen, Zierikzee e.a., als voorbeeld van historisch-getrouwe stadsrestauratie mag gelden. Menige grotere stad heeft reden om er jaloers op te zijn. Herman Besselaar

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 14