Prachtig herstel van oud-Deventer
In allerlei opzicht mogen wij Deventer
tot de belangwekkendste steden van
ons land rekenen. Allereerst om zijn
cultuurhistorische betekenis, vervol
gens om de wijze waarop de Deven-
ternaren van onze tijd de geschied
kundige waarde van hun oude hanze-
stad op een hoog peil hebben weten
te houden. Er zijn 'niet zo héél veel
Nederlandse steden, die het tegen De
venter kunnen opnemen op 't gebied
van historisch-verantwoorde monu
mentenrestauratie. In iets meer dan
één decennium is daar bijzonder veel
gebeurd dat waard is om op nationaal
niveau gevoelens van trots en vol
doening te wekken. Terwijl in tal van
plaatsen voortdurend interessante
oude gebouwen worden gerestaureerd
en voor modern gebruik geschikt ge
maakt - hier en daar eens een fraaie
gevel, een klein complex van huizen
zelfs - heeft Deventer een paar flinke
stukken uit de vrij omvangrijke oude
stadskern geheel in de oorspronke
lijke schoonheid teruggebracht. Er
kwam geen archaïserende of roman
tiserende fantasie aan te pas; we
kunnen eerder spreken van een grote
schoonmaak, een verwijdering varf
lelijke aangroeisels en uitwassen die
vooral in de loop van de vorige eeuw
(en ook in de 20ste) waren ontstaan.
Het werk is nog in volle gang, al valt
er nu al heel veel in voltooide staat te
bewonderen. Jammer genoeg zijn de
tijdsomstandigheden er niet naar om
alle lopende plannen spoedig te ver
wezenlijken, maar nog net op het nip
pertje - vóór de duimschroef van de
bezuiniging pijnlijk-voelbaar werd aan
gezet - kwam het grootste deel van het
zgn. Bergkwartier gereed. Deze hoger
gelegen (de naam zegt het) en zeer
oude parochie" tussen Brink en
Bokkingshang is nu een bezienswaar
digheid van de bovenste plank.
Van de Brink - dit eigenaardig lang
gerekte, hoekige plein met zijn statige
historische bebouwing - wandelt men
door de bochtige Bergstraat omhoog.
Ongeveer ter hoogte van de Maan-
steeg verschijnen boven de daken de
twee puntige torens van de Berg- of
St. Nicolaaskerk, waarvan het Ro
maanse karakter van ruim 7 eeuwen
geleden nog duidelijk zichtbaar is.
Overal in 't rond zien wij hier blinkende
gevels van lichte baksteen met don
kere luiken, horren achter glas, een
fijngesneden beeldje hier en daar,
forse huisdeuren onder zware eiken
lateien. Toch heerst hier niet de sfeer
van een openluchtmuseum. Het hele
Bergkwartier is een écht levend stukje
stad, waarin mensen met vreugde
kunnen wonen, vooral nogal wat kun
stenaars zoals met één blik te zien is.
Wat een pracht aan gevels staat daar
te pronk: brede klokgevels, hoog-ge-
trapte pakhuisfronten, 18de-eeuwse
deftigheid in Lodewijkstijl. En altijd
daarboven die twee Bergtorentjes,
waaraan die grappige legende ver
bonden is: twee zusters, samen op
gevoed en innig verbonden, werden
op één-en-dezelfde jongeman ver
liefd; één van haar trouwde, de andere
kwijnde weg en stelde op haar sterf
bed heel haar vermogen beschikbaar
voor de bouw van twee torens, maar
omdat de ene vrouw iets langer was
Museum „De Drie Haringen".
F oio: Bur. Voorlichting, Deventer
95