Zoeterwoude
het opnemen van artikelen over onder
werpen, gespreid over het gehele land.
Woudrichem
Ir. A. J. Gerritse zette hierna de ontwik
keling in Woudrichem uiteen. Hij wees
er op, dat het stadje volkomen verkom
merd was, een en ander o.m. het ge
volg van het feit, dat één van de be
langrijkste bestaansmiddelen, de zalm
visserij verloren is gegaan, evenals het
garnizoen. Er is een duidelijke arbeids-
verplaatsing en er is een vergrijzing
van de bevolking. Woudrichem is in het
kader van de wet een noodlijdende
gemeente. Dat betekent, dat het moei
lijk is de middelen te verkrijgen voor
restauratie en opbouw. Uit deze
omstandigheid is de oprichting van het
steunfonds voortgekomen. Om tot re
habilitatie te komen was een bestem
mingsplan nodig. Dat is er sinds korte
tijd, maar het behoeft nog de goedkeu
ring van Ged. Staten. Wanneer men er
rekening mee houdt, dat bestem
mingsplannen elders meestal zeer vele
bezwaarschriften (soms honderden)
opleveren en dat op het bestem
mingsplan voor Woudrichem slechts
één bezwaarschrift is ingekomen, dan
zal men begrijpen, dat het een goed
plan is. Het plan is-duidelijk gericht op
een woonfunctie. Sterk heeft ir. Ger
ritse zich verzet tegen een ontwikke
ling zoals Veere te zien heeft gegeven
(tweede woning).
Door de nadruk te leggen op de woon
functie kan, dank zij extra subsidies en
met medewerking van het Ministerie
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening, een goede rehabilitatie tot
stand worden gebracht. Uiteraard zal
ook veel aandacht aan de restauratie
van waardevolle monumenten worden
besteed. In dit kader hoopt men nog dit
jaar met negen woningen te starten.
Ook aan de grachten en wallen zal het
nodige worden gedaan. Het recreatie
ve element zal voornamelijk buiten de
wallen tot stand komen. Door een ge
zamenlijke krachtsinspanning kan er
veel in Woudrichem worden bereikt, zo
meende ir. Gerritse.
Tenslotte werd uit de vergadering de
gedachte geopperd voor leden van
Heemschut een kadertraining in te stel
len. Dit zou kunnen worden bereikt
door in plaatsen waar voldoende leden
zijn, leden-contactgroepen op te rich
ten.
Van de zijde van het bestuur werd
deze suggestie ter bestudering over
genomen.
En zo kwam het einde aan een lange
vergaderdag, uniek in de geschiedenis
van Heemschut, een vergadering, die
weliswaar zo nu en dan blijk gaf van
verschil van opvatting over taak en
werkwijze van de bond, maar waaruit
niettemin heel duidelijk bleek, dat zeer
veel leden bereid zijn zich persoonlijk
in te zetten voor het behoud van de
(monumentale) schoonheid van ons
land en ons leefmilieu. Met nog meer
leden zal het mogelijk zijn deze natio
nale zaak sterker te bevorderen.
v. d. W.
83
Tijdens de voorjaarsstorm is het bo
venhuis van dè wipmolen van de
Grootepolder te Zoeterwoude omge
waaid doordat de koker afknapte. De
Rijnlandse Molenstichting (21 molens
in onderhoud) was juist met de polder
overeengekomen de buiten bedrijf
gestelde molen in eigendom over te
nemen. Deze stichting wil thans teza
men met de Stichting Oud Zoeterwou
de alles in het werk stellen de uit 1626
daterende molen te herbouwen. De
molen is een van de oudste en
grootste wipmolens van Rijnland en hij
kan in het landschap niet worden ge
mist. De kosten van herstel worden
geraamd op f 120.000. Gehoopt wordt
dat Rijk, Provincie en Gemeente subsi
die in de herstelkosten zullen verlenen.
Particuliere bijdragen zijn onmisbaar.
Met het oog daarop hebben de Stich
tingen in gezamenlijk overleg besloten
om voor het herstel van de molen een
speciaal fonds in het leven te roepen,
het z.g. „Groote Molen Fonds".
Bijdragen ten gunste van dit fonds
kunnen worden overgemaakt op
postrekening 9013 van de Algemene
Bank Nederland N.V. te Leiden onder
vermelding van het „Groote Molen
Fonds".