meer nog dan tot op heden
grote aantrekkingskracht uitoefenen,
ideaal als watersporthaven, ideaal
ook uit een oogpunt van kleinstede-
lijk en landschappelijk schoon. Hoe
boeiend is het uitzicht als men op de
herstelde wallen staat, het uitzicht op
het omringende polderlandschap en
op de brede rivier. Boeiend en be
koorlijk.
Het lijkt een gemeenplaats, maar het
is toch echt een feit, Heusden heeft
een bewogen geschiedenis achter de
rug. Er bestaat een zeer lezenswaar
dig boek over, geschreven door L. de
Munck, in samenwerking met Heem
kundekring „Onsenoort" (Uitgeverij
Veerman N.V.; 1970), waaraan we
ons veroorloven het een en ander te
ontlenen, en waarin we ook de dicht
regels aantroffen in de aanhef ver
meld.
Aangenomen mag worden, dat de
geschiedenis van Heusden tot de Ro
meinse tijd teruggaat. In de Merovin-
gische tijd bleef het grondgebied van
Heusden onbewoond. Pas tegen het
jaar 700 is er weer sprake van be
woning. De Frankische kolonisatie is
voornamelijk te vinden op hoge oever-
wallen, die echter in later eeuwen
toch nog een bedijking vergden.
Suitbertus zou te Oudheusden in 696
een kerk hebben gesticht en in 722
wordt Heusden in geschreven bron
nen vermeld als Hunsate super flu-
vium Mosam (Heusden boven de
rivier de Maas). Als in de Karolingi
sche tijd het enorme Frankenland
wordt ingedeeld in kleinere bestuurs-
eenheden, valt Heusden onder het
graafschap Teisterbant. Van ca. 825
tot 1334 heeft Heusden eigen heren
gehad. De eerste Heer was Robrecht,
die een burcht bouwde in het tegen
woordige Oudheusden. In 1231 kreeg
Heusden stadsrechten. De tegen
woordige Ned. Herv. Kerk werd in
1328 als St. Catharinakerk gebouwd,
maar mogelijk gaat haar geschiede
nis tot de 13e eeuw terug. In die
zelfde tijd is er een vrouwenklooster
gesticht in de straat die nu Zuster-
steeg heet. In de kerk, die daaraan
verbonden was, was de voormalige
bierbrouwerij ondergebracht. De
kapspanten zijn nog die van de oude
kerk. Dit kerkgebouw was in de
vorige eeuw bekend onder de naam
van Franse of Waalse kerk. Voor de
tegenwoordige tijd is van belang te
vermelden, dat in 1384 de Demer
werd aangelegd, nu weer een levend
accent in het stadje. Van betekenis
is ook te vermelden, dat in 1481 de
Oude Maas werd vergraven. In onze
tijd is aan de Oude Maas opnieuw
een andere loop gegeven. De eerder
genoemde burcht ging in 1680 door
een explosie verloren, evenals de
kerktoren. Men liet de puinhopen
vele jaren liggen. Toen ze eindelijk
werden opgeruimd, heeft men de
grachten gedicht en het terrein ge
ëgaliseerd. Het zou ons intussen te
ver voeren de geschiedenis van
Heusden hier op de voet te volgen.
In de 19e eeuw leidde het in een
keurslijf van wallen geperste Heus
den een kwijnend bestaan. De op
heffing van Heusden als vestingstad
is daaraan niet vreemd, evenals de
waterstaatkundige situatie van het
Land van Heusden. In 1823 werden
ruïnes van het oude kasteel ge
sloopt; één toren bleef behouden en
werd ingericht tot bomvrij kruitmaga
zijn. In volgende jaren worden er in
het oude vestingstadje enkele fabrie
ken gevestigd. In 1840 werd in de
nabijheid van de R.K. Kerk een
Foto l
De los- en laadplaats; de oude muren zijn
blootgelegd. Men lette op het cirkelvormig
molenbastion. Daarachter het voormalige
Wilhelminaplantsoen.