Ir. K. A. Rienks t
stadsvernieuwing. Zij vroeg of er al
aanzetten zijn aan te geven, met name
wat betreft de vier grote steden. En
voorts vroeg zij of de staatssecretaris
ook oog heeft voor de culturele oude
steden in het westen des lands, die
verschralen en hun functie daardoor
kunnen verliezen.
Naar aanleiding van opmerkingen van
enkele Kamerleden over de instelling
van de bufferzones 's-Gravenwoude
en Bijlmermeer/Bussum merkte mi
nister Udink o.m. op, dat het de be
doeling is van aankopen van gronden
in bufferzones volstrekt te waarborgen,
dat de agglomeraties van de Randstad
Holland niet op onaanvaardbare wijze
aan elkaar zullen kitten. In verband
daarmee zijn aan het programma nog
twee bufferzones toegevoegd, die tus
sen Den Haag en Leiden en die tussen
de Bijlmermeer en Bussum. In de
eerste zal het aankoopbeleid in eerste
aanleg worden gericht op het behoud
van het natuurwetenschappelijk waar
devolle gebied tussen Wassenaar en
Voorschoten/Leidschendam. In het
tweede gebied zal het beleid in het
oostelijk deel gericht moeten zijn op
het garanderen van een ongestoorde
ontwikkeling van het Naardermeer en
directe omgeving. In het westelijk deel
zal het voornamelijk op landschappelij
ke en recreatieve belangen zijn gericht.
Stadsvernieuwing
Voor staatssecretaris Buck was de
taak weggelegd te antwoorden op de
opmerkingen met betrekking tot het
vraagstuk van de stadsvernieuwing. Hij
ging daarbij uit van de functie en de
doelstellingen van de stad. De stad
heeft drie centrale functies te vervullen.
De stad is een brandpunt van econo
mische activiteiten, van sociaal-culture
le activiteiten en voorts behoort de
stad zich zelf te zijn, waarin het wonen
zit opgesloten. Deze drie functies moe
ten een bepaald evenwicht hebben,
zowel t.a.v. de situering als t.a.v. het
ruimtebeslag. Door de maatschappelij
ke veranderingen is de inhoud van
deze functies echter veranderd. Met
een paar voorbeelden wilde de staats
secretaris dit verduidelijken.
Met betrekking tot de economische
activiteit is er een totaal ander distribu
tiepatroon ontstaan in de stad en aan
de periferie van de stad. Wat betreft de
sociaal-culturele activiteit kan men den
ken aan de gebouwen die momenteel
worden gebouwd en die een multifunc
tionele intentie hebben. Als men denkt
aan het wonen, moet men rekening
houden met de gezinsverdunning en
vooral met de verlaagde gemiddelde
woningbezetting.
Hierdoor is ook de verhouding van de
functies onderling veranderd. Sprak
men vroeger nog van scheiding, van
daag is het menging. Staatssecretaris
Buck gaf in het verdere verloop van
zijn betoog toe, dat de oudbouw wat uit
het oog is verloren. Intussen deelde hij
mee, van de werkgroep-Wessel een
interimnota te hebben ontvangen,
waarin over stadsvernieuwing wordt
gesproken als een continu proces. De
staatssecretaris zei voorts, dat voor
integrale aanpak van de stadsvernieu
wing een gestructureerd interdeparte
mentaal overleg nodig is. Op gemeen
telijk niveau stelt de heer Buck zich
voor, dat een soort van stadsvernieu
wingsteam wordt ingesteld, bestaande
uit de beleidsinstanties, de deskundi
gen en de belanghebbenden, nl. de
bewoners, de eigenaar, de midden
stand of andere groeperingen. Op
deze manier is, naar de mening van de
staatssecretaris, de inspraak verze
kerd, mits men dit team van het begin
af aan uitdrukkelijk laat meespelen. De
gehele stadsvernieuwingsoperatie zou
echter ook aan zo'n team kunnen wor
den opgedragen.
80% regeling
Het belangrijkste is de bijdrageregeling
voor de sanering en reconstructie, die
op dit moment de 80-procent-regeling
wordt genoemd en die nogal wat nade
len heeft, Het grootste nadeel is eigen
lijk, dat deze regeling voor de gemeen
ten niet op gelijke niveaus uitwerkt. De
gedachten gaan (nu) uit naar een subsi
diëring in een nadelig slot van het plan
Rijksdienst Monumentenzorg
verhuisd
De Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg is verhuisd van
Den Haag naar Zeist, Broeder
plein 41; tel.: 03404 - 21844.
met een afrekening na een aantal jaren.
Natuurlijk moeten de regelingen zoda
nig zijn, dat alle gemeenten zo billijk
mogelijk worden behandeld, als er
geen verschillen in omstandigheden
zijn. Aan de andere kant zullen ge
meenten, die door de omvang van hun
stadsvernieuwingsproblemen oneven
redig worden belast - en dat geldt
zeker voor de vier grote gemeenten -
extra hulp nodig hebben. Voor de grote
gemeenten is de bijdrage dan ook bijna
verdubbeld, terwijl die voor de andere
gemeenten op een lager niveau is ge
houden, maar toch een verhoging heeft
ondergaan.
De opmerking van de heer De Beer,
dat er in het stadsvernieuwingsproces
geen schot zit, weersprak de staats
secretaris.
De werkgroep, die zich bezig houdt
met het ontwerpen van een wet voor
de stadsvernieuwing zal niet in april
1973, zoals aanvankelijk toegezegd,
gereed kunnen zijn, maar men doet zijn
best de termijn niet al te ver te
overschrijden. De Deense regeling zal
de werkgroep in haar beschouwingen
betrekken, zo zei staatssecretaris
Buck voorts nog.
v.d.W.
Op 24 januari j.l. overleed te Leeuwarden ir. K. A. Rienks., oud-hoofdin-
genieur-directeur van de Provinciale Waterstaat van Friesland. Hij nam
in het Friese culturele leven een belangrijke plaats in. Zijn belangstelling
voor het behoud van de Friese monumenten en de historische stads
en dorpskernen nam een steeds belangrijker plaats in zijn leven in. Hij
was o.a. lid van de provinciale molen-commissie en, na zijn pensio
nering, adviseur van de gedeputeerde staten op het gebied van de
monumentenzorg. Als voorzitter van de Commissie Stad en Dorp nam
hij deel aan het Heemschutwerk tot zijn gezondheidstoestand zulks
absoluut onmogelijk maakte. Bij de rouwdienst te Leeuwarden en de
begrafenis te Monaldum op 27 januari werd onze Bond vertegenwoor
digd door jhr. E. C. Storm van 's Gravesande en ir. Ch. C. van der Vlis.