de gemeente in volle eigendom op te
leveren. Volgens de overeenkomst
heeft de gemeente 's-Gravenhage het
recht jaarlijks te controleren of de erf
pachter zich houdt aan de plicht van
goed onderhoud. Bij het nalaten van
deze verplichting kan de gemeente aan
de erfpachter een boete opleggen van
f 50.000. Voor zover bekend heeft de
gemeente van deze bepaling tot nu toe
nooit gebruik gemaakt, ofschoon er
toch twijfel kan zijn over de vraag of
de EMS wel aan de verplichting tot
goed onderhoud heeft voldaan.
Sluiting
De kwestie wordt nog ingewikkelder
wanneer men rekening houdt met de
bepaling in de overeenkomst, dat in de
gebouwen een hotel moet worden ge
ëxploiteerd. Het is dus de vraag of de
EMS wel gerechtigd was over te gaan
tot sluiting van het Kurhaus(-hotel).
Nu zegt het spreekwoord, dat het met
onwillige honden kwaad hazen vangen
is en in de zaak van het Kurhaushotel
is het natuurlijk de vraag of de ge
meente de EMS met een verliesgeven
de exploitatie kan (blijven) dwingen het
hotel open te houden.
Voor het sloopprobleem is deze
kwestie intussen niet direct van bete
kenis. Tot op zekere hoogte is namelijk
niet de beslissing van de minister van
CRM doorslaggevend. Het Haagse ge
meentebestuur heeft uiteindelijk het
laatste woord. Gesteld, dat B. en W.
bereid zouden zijn in overleg met de
EMS de erfpachtsvoorwaarden te ver
anderen, dan nog is er een uitspraak
van de gemeenteraad nodig. Zoals de
zaken er nu voorstaan, is er in de
Haagse gemeenteraad een belangrijke
stroming, vóór het behoud van het
Kurhaus.
Alle hoop is dus nog niet verloren.
Temeer niet, omdat de stichting Be
houd Kurhaus en vele anderen zich
bezinnen op de toekomstmogelijkhe
den van het unieke gebouw, dat in de
loop vart vele tientallen jaren als 't ware
het handelsmerk van de badplaats
Scheveningen is geworden.
Veel problemen
Bij de bezinning over de toekomstmo
gelijkheden spelen tal van problemen
een rol. Na de Tweede Wereldoorlog,
waaruit de badplaats zwaar gehavend
tevoorschijn is gekomen, zijn er enige
malen ontwikkelingsplannen voor een
moderne badplaats op papier gezet.
Vergissen we ons niet dan was Prof.
Rosse de eerste, die met zo'n plan
voor de dag kwam. Dit plan schijnt in
een bureaulade te zijn verdwenen. Niet
helemaal onbegrijpelijk, want in de tijd,
dat het gelanceerd werd, ontbraken
ten enenmale het geld en de bouwca
paciteit om het te verwezenlijken. Ook
de gemeente kwam - later - met een
plan, evenals trouwens de heer R.
Zwolsman (EMS). In hoeverre laatstge
noemde de financiële middelen had om
zijn ideeën voor de badplaats te ver
wezenlijken, kunnen we gevoegelijk
buiten beschouwing laten, al hebben
we daarover zo onze twijfel. Zonder
ingrijpende wijzigingen zou het plan-
Zwolsman echter zeker niet verwezen
lijkt hebben kunnen worden. Er beston
den namelijk van gemeentelijke zijde
terecht ernstige planologische en an
dere bezwaren tegen. Ter herinnering:
het plan-Zwolsman voorzag o.m. in de
bouw van een hotel, dwars staande op
de noordboulevard met uitbouw in zee.
Zou dit plan tot uitvoering zijn ge
bracht, dan zou het uitzicht op de kust
en op zee voor een belangrijk deel
Foto 1:
Overzicht van het Gevers Deynootplein met
op de voorgrond het Circus-theater.
Foto: Bureau Thuring - Den Haag
Foto 2:
Het Kurhaus met Paviljoen-theater. Links
een kale parkeerruimte, waar eens het hotel
des Galeries stond.