132
ben?) De te talrijke kantoren in de
binnenstad hebben, zoals ontelbare
malen is voorspeld, te veel verkeer
naar deze, voor modern verkeer on
geschikte, binnenstad getrokken. Men
heeft zich niet wensen te spiegelen
aan afschrikwekkende verkeersproble
men in grote steden in andere landen,
noch heeft men iets willen leren van de
goede voorbeelden in ons eigen land
zowel als in het buitenland.
Ook voor een oplossing van het par
keerprobleem zijn door diverse groe
pen uit de burgerij plannen ingediend.
Desniettegenstaande zitten wij nog
steeds met datzelfde probleem waar
tegen zo vaak, en tijdig, is ge
waarschuwd. Amsterdam lijdt nog altijd
aan de vrije toegang tot de binnenstad
van te veel, te grote en te zware
vrachtauto's, tractoren met opleggers
en containers en te grote bussen, die
zich langs de grachten en door de
radiaalstraten wringen. Dagelijks rijden
ze plaveisel, huizen, leidingen en bo
men kapot en voortdurend veroorza
ken ze grote verkeersopstoppingen.
Alleen al uit dien hoofde kan men als
leek uitrekenen dat het afleveren van
goederen en personen met zulke grote
voertuigen onmogelijk rendabel kan
zijn. Om van de financiële verliezen
voor de gemeenschap nog maar te
zwijgen. In tal van andere steden, ook
in ons land, bestaan sinds lang veror
deningen, welke de binnensteden voor
dit soort monsters verboden gebied
maken. Had het gemeentebestuur van
Amsterdam hier werkelijk niets tegen
kunnen doen?
Anders dan in Amerika, waar de ver
krotting van de, meest 19de-eeuwse,
binnensteden het gevolg is van een
goed bedoelde maar mislukte poging
tot rassenintegratie in de woonwijken,
is de verkrotting van onze 19de-
eeuwse stadswijken (ook in Den Haag
en Rotterdam) in hoofdzaak te wijten
aan het niet willen vooruit zien. Onze
drie grote steden hebben zich blind
gestaard op kostbare, en naar nu blijkt
veelal overbodige, domme statussym
bolen in de vorm van mammoetkanto
ren en flatgebouwen. Inplaats van te
volstaan met minder, en minder-luxueu-
ze kantoorruimten in wijken waar wél
de voor deze kantoren vereiste par
keerruimte beschikbaar was, inplaats
van duizenden wanhopige burgers
veel sneller tevreden te stellen door
redelijk goed gebouwde 19de-eeuwse
woningen behoorlijk te moderniseren.
Kraakpanden
Ruim een kwart eeuw na de bevrijding
heeft noch onze landelijke, noch enige