Heemschut
Op Heemwacht
door Ton Koot
Help! Ze verpesten mijn land!!
Officieel orgaan
van de Bond Heemschut
Opgericht 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Juliana
Redacteur: A. C. de Gooyer.
Eindredacteur: Ton Koot.
Typografische verzorging:
N.V. 't Koggeschip, drukkers- en
uitgeversbedrijf.
Alle correspondentie betreffende de
redactie van het orgaan, richte men
tot het secretariaat
van de Bond Heemschut:
Korenmetershuis, N.Z. Kolk 28,
Amsterdam 1tel. 22 52 92.
Alle correspondentie betreffende
de advertenties, richte men aan
N. V. 't Koggeschip, drukkers- en
uitgeversbedrijf,
Nwe. Achtergracht 104, Postbus 1198,
Amsterdam 4, tel. 22 97 21
Een raad aan alle kiesgerechtigden
Zijn wij stapelgek geworden, dat wij
onze vertrouwde, waardevolle huizen
laten onteigenen en plat gooien, onze
stede- en dorpskernen laten vervallen,
laten doorbreken, afbreken, buurten
laten ruïneren, grachten laten dempen
(Amsterdam: Houtkopersburgwal en
Open Oostelijk Havenfront; Leeuwar
den: Noordvliet; Den Bosch: Dieze
bedreigd). Zijn wij verdwaasd, dat wij
onze steden laten volproppen met
overtollig blik onder de valse mom, dat
de auto niet meer uit onze samenleving
(terecht) is weg te denken? Vatten wij
de drogreden niet?
Zijn wij zo murw geworden, dat wij niet
als één man opstaan om ons krachtig
STOP te laten horen tegen de bouw-
klompen, die midden in onze fijne bin
nensteden van Amsterdam, Den Haag,
Utrecht, Groningen, Hoorn, Delft, Lei
den, Gouda, Maastricht, 's-Hertogen-
bosch, Deventer, Vlissingen, Harder
wijk, Nijmegen, Amersfoort, Zwolle,
Leeuwarden en waar al niet worden
gestort, om dan groot, ruw, plomp en
brutaal onze stadswanden te schen
den?
Waarom eigenlijk staan wij toe, dat
langzaam maar zeker onze weergaloze
fijngetekende silhouetten van stad en
dorp in ons daarvoor zo gevoelige
wijde landschap worden verknoeid
door hoge smakeloze bouwblokken?
Waarom laten wij Hollanders, Zeeu
wen, Friezen, Groningers aan, op en in
het water opgegroeid, onze rivieren,
vaarten en meren verslonzen en ver
giftigen tot de verderfelijkste open
riolen? Wie kan beter dan wij weten,
hoezeer daardoor het biologisch even
wicht verstoord, het grondwater ver
vuild en de funderingen aangetast wor
den?
Moest zo'n eenvoudig maar fraai ge
heel, zoals de Brink in Norg, zo nodig
door gevoelloosheid en misbouw in
zijn kostelijke sfeer ontluisterd wor
den?
Zijn zelfs de eigendommen van de
Vereniging tot Behoud van Natuurmo
numenten in Nederland niet meer vei
lig, zodat dwars door de Wolfhezer
bossen een snelverkeersweg moest
worden gehakt? Of dat van het
Deelerwoud een reep moest worden
weggehakt om de autosnelweg Arn-
hem-Apeldoorn ruim baan te geven?
Het antwoord hierop is weer: neen, die
zijn niet meer veilig.
Steekt in de bescherming van natuur
monumenten en in beschermde stads
en dorpsgezichten al het gevaar, dat
men dus de niét-beschermde rest als
vogelvrij gebied gaat zien, hier zijn wij
al zo ver, dat zelfs beschermde gebie
den aangetast worden. Komt nu het
Nederlandse volk met zijn rechtsge
voel in opstand? Trekken nu in ons
democratische bestel onze afgevaar
digden in stad, provincie en staat van
leer tegen dit onrecht? Antwoord:
neen, wat dacht u?
Moet, God beter 't, ten behoeve van
een toeristische route in Zuid-Limburg,
een dorpsstraat ten koste van de hui
zenwand verbreed worden, waarbij het
kind met het badwater wordt wegge
gooid? Hebben wij niet al moeten ge
dogen na een kwart eeuw strijd
dat de Oude Rijn in Woerden werd
geplempt en een echt intiem Hollands
grachtje met boogbruggen tot een
grauwe straat werd genivelleerd, zoals
dat ook nog onlangs in Leeuwarden
met de Noord- en Zuidvliet gebeurde
en in Leiden met de zo sfeervolle Kor
te Mare? En dat zijn maar enkele voor
beelden uit honderdenl
Moet de oude binnenstad van Amster
dam kapot gebeukt worden (terwijl
duizend inwoners per maand de stad
achter zich laten) om een verouderd en
achterhaald metroplan uit te voeren,
terwijl er voor zover een dergelijk
miljarden-project nog nodig is een
ander en beter want niet vernielend
tracé mogelijk is?
Moet een van Amsterdams beste lon
gen, het Gooi, door een overmaat van
doorsnijdende wegen versteend wor
den, zoals de Rijnmond verpestend
werkt te land, ter zee en in de lucht?
Mogen er geen beken meer door het
land kronkelen, geen sprengetjes meer
ontspruiten? Moeten de zand- en land
wegen opgeruimd en met hun beschut
tend omlijstende bomenrijen „rasiert
und asphaltiert" worden? Moeten de
bochten uit Rijn en Amstel om karak
terloze snelweg- of schietbaan-effec
ten teweeg te brengen? Hebben wij
geld (of machines en werktuigen) te
veel, waarom herstellen en restaureren
wij dan niet meer?
Moeten nóg meer ontsierende
hoogspanningsleidingen ons vlakke en
kwetsbare land overspannen, onze
bospartijen doorsnijden, de lucht be
draden, zodat men zich, zoals tussen
Diemen en Muiden gevoelt, als een
lamgeslagen muis, die onder een ijzer
draadkluwen moet doorkruipen?
Moeten wij ons naar grauwe blokken
betonbouw laten verbannen, om onze
kinderen als ontheemden voor hun
vertier de verveling in te drijven, of in
de armen te jagen van een vaag en