Nieuw boek over de 19de-eeuwse
kerkelijke bouwkunst in Nederland
116
Met blijdschap begroeten we de
verschijning van een uiterst nuttig
boek. Eind juni werd het door H. P. R.
Rosenberg samengestelde boekwerk
.De 19de-eeuwse kerkelijke bouw
kunst in Nederland" aan de Staatsse
cretaris CRM aangeboden als instru
ment om beter dan tot dusver te kun
nen bepalen welke 19de-eeuwse
bouwwerken straks voor bescherming
in aanmerking komen. Het documente
ren en publiceren van gegevens over
gebouwen is doorgaans een van de
belangrijkste voorwaarden tot
bescherming. De Rijkscommissie voor
de monumentenzorg heeft een snel
groeiende behoefte aan een overzicht
van de 19de-eeuwse architectuur om in
de nu dikwijls opkomende kwesties
gefundeerde adviezen te kunnen ge
ven aan de minister. Terwijl het vanaf
ongeveer 1958 zo was dat een enkele
ambtenaar bij de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg het schoorvoetend
waagde zo nu en dan een rapportje te
maken over een 19de-eeuwse kerk of
ander gebouw, is er in de jaren 1960
een groeiende belangstelling ontstaan
waaruit in die Rijksdienst een opbouw
is gevolgd van een kaartsysteem op
literatuur over 19de-eeuwse bouw
kunst. Voor het verkrijgen van een
overzicht van de 19de-eeuwse archi
tectuur zelf is enkele jaren geleden op
initiatief van Heemschuts Commissie
Cultuurleven 1815-1940 (niet 1815-1840
zoals ongelukkigerwijs in Rosenbergs
boek staat gedrukt) een coöperatieve
documentatie ontstaan, alweer met het
eerste oogmerk om de adviserende en
beslissende lieden beter in staat te
stellen op gefundeerde wijze te wer
ken.
Rosenbergs boek is een belangrijke
mijlpaal. Een 380-tal kerken wordt ge
documenteerd, voorafgegaan door een
aantal hoofdstukken die enkele facet
ten van de historische achtergrond, de
stilistische ontwikkeling en het werk
van architecten als Cuypers, Tepe en
anderen belichten. Verder is dit boek
werk van allerlei zeer wenselijk naslag
materiaal voorzien, zoals 208 (door
gaans goede) afbeeldingen en re
gisters op architecten en kerken (to
pografisch). Rosenberg zegt (p. 8):
„Over vele kerken wordt thans voor de
eerste maal sinds het maken van het
bestek een letter op papier gezet".
Wanneer we echter het register op de
kerken doornemen zien we dat de
auteur deze opmerking zelf logenstraft,
want door zijn grote precisie, vasthou
dendheid en speurzin is bij nagenoeg
alle kerken (enkele protestantse uitge
zonderd) wel enige literatuur vermeld.
Het is jammer dat plaatsruimte verdere
bespreking verhindert van dit boek, dat
in ruime mate stoelt op de nu vergeten
geraakte monumentale standaardwer
ken van Jan Kalf (De katholieke ker
ken in Nederland, 1906) en Gerard
Brom (Herleving van de kerkelijke
kunst in katholiek Nederland, 1933).
Voor ieder die voortaan de monumen
ten gaat bestuderen en de archieven
induikt is dit boek een verplicht com
pendium.
En dat het aan een behoefte voldoet
blijkt wel uit het feit dat nu reeds bijna
de helft van de oplage (3000 ex.) is
verkocht.
A. W. Reinink
Drs. H. P. R. Rosenberg, De 19de-
eeuwse kerkelijke bouwkunst in Ne
derland, Staatsuitgeverij, 's-Gravenha-
ge 1972. 160 pagina's tekst gevolgd
door 67 pagina's met 208 afbeeldingen.
Ingenaaid f25,—. Het boek kwam tot
stand in samenwerking tussen de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
en de Staatsuitgeverij.
Toren van de St Bonifatiuskerk te Leeuwar
den, P. J. H. Cuypers, 1882-1884. Belangrijk
werk uit Cuypers' tweede periode, waarin
motieven uit de inheemse gotiek een belang
rijke rol spelen. In hoofdopzet herinnert deze
toren aan de Nieuwe-Kerkstoren in Delft:
het bovenste achtkant, in hout opgetrokken,
is beïnvloed door de Zuidertoren in Enkhui
zen en de in 1886 gesloopte Nieuwe Toren
te Leeuwarden."