In 1967 heeft een stille aanbidder (van zijn jeugd af aan] van het huis het monument gekocht van de dienst Pu blieke Werken met de bedoeling het elders weer op te bouwen en zodoen de het als levend monument te handhaven. Want hij wilde er ook in gaan wonen. Het was Dr. J. F. de Meyer. Er waren wel enige hindernissen te nemen voordat de 20ste eeuwse eige naar van het historische, maar door de tand van de tijd wel beschadigde mo nument binnen de grenzen van de stad (want het ging om een Amsterdams monument] een plaats had gevonden, waar hij de hofstee kon doen herbou wen. Zij staat nu in het Gein, op daar door de eigenaar gekochte grond. De architect H. F. Rappange heeft ove rigens een deel van het geheel overge bracht, alleen het huis, niet de boer derij. Zoveel mogelijk is gebruik gemaakt van het oude materiaal: houtwerk, ge velstenen, binnendeuren, een enkel raam. De achtergevel, die nu nieuw was zonder verbinding met de niet overgenomen boerderij, werd mede door de eigenaar geconcipieerd. Op het eerste gezicht doet het huis bedrieglijk aan, het toont meer dan het is, hetgeen een gevolg is van de deling. Niettegenstaande bezit het een aantal fraaie kamers, welker diepte de diepte van het huis uitmaken. Voorname bal- kenpartijen, een statige trap, een in drukwekkende hal en verantwoord ge zette ramen vormen met aan deze tijd aangepaste gemakken toch een uniek huis, dat anders verloren gegaan was. Nieuw „Bijlmerlust" is een voorbeeld van een redding van een monument, waaraan voor de redder niet geringe kosten waren verbonden. Zijn bezit heeft echter glans en stimulans. Glans uit het verleden, stimulans voor andere .redders" van monumenten, die de zorg van particulieren niet kunnen mis sen. de G. Naast het huis in het Gein een boerebedrijf De toegang tot het huis. met fraaie stoep en deur en raamverdeting v*

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1972 | | pagina 19