Heemschut
Op Heemwacht
door Ton Koot
Officieel orgaan
van de Bond Heemschut
Opgericht 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Juliana
Redacteur: A. C. de Gooyer.
Eindredacteur: Ton Koot.
Typografische verzorging:
N.V. 't Koggeschip, drukkers- en
uitgeversbedrijf.
Alle correspondentie betreffende de
redactie van het orgaan, richte men
tot het secretariaat
van de Bond Heemschut:
Korenmetershuis, N.Z. Kolk 28,
Amsterdam 1tel. 22 52 92.
Alle correspondentie betreffende
de advertenties, richte men aan
N, V. 't Koggeschip, drukkers- en
uitgeversbedrijf,
Nwe. Achtergracht 104, Postbus 1198,
Amsterdam 4, tel. 22 97 21.
Een nijver volkje zijn wij wel. Naarstig
hebben wij land op de zee gewonnen,
dijken gelegd, wegen getraceerd, bos
sen gekapt, heide ontgonnen. Hier leg
den wij meren droog om landbouw
grond te winnen, daar willen wij ze
weer vol laten lopen om landbouw
grond kwijt te raken en bijvoorbeeld
gebied voor waterrecreatie uit te brei
den (Friesland: Wonseradeel; Noord-
Holland: Mijzenpolder, Wouwpolder).
Waar goed gevormde, door de eeuwen
gelouterde, boerderijen stonden, daar
werd het land verkaveld, werd de
boerderij voor economische bedrijfs
voering ongeschikt verklaard (vrijwel
nooit na een weloverwogen onderzoek
of behoud mogelijk was) bleef zij verla
ten staan, verkommerde en stortte in.
In „efficiente" gevallen werd zij meteen
gesloopt. Elders werden nfeuwe boer
derijen op grote rechte terreinen ge
bouwd en helaas, hoe dikwijls zijn die
plat, glad en lysolschoon.
Waar kronkelige paden, met wisselend
uitzicht op landschap en horizon liepen,
het oog bekoorden en de recreatie
dienden, daar werden bulldozers en
grondschrapers heen gezonden om
aan de hand van langs het liniaal ge
trokken lijnen, rechte wegen aan te
leggen. Veel wegen, snelwegen, auto
wegen, autosnelwegen, verharde we
gen, betonwegen, asfaltwegen.De
Hessenwegen verdwenen en de
postwegen. De oude Hessenweg ten
oosten van Lunteren, die men nog in
1969 zijn landelijke, rustgevende route
zag volgen, was na „verharding" in
1972 een zakelijke autoweg. Of kijkt u
eens wat er langs de Gaasp tussen
augustus 1962 en april 1972 van ge
maakt is! Of kende u de Vierhuister-
vaart langs de Hogedijk in Sint Johan-
nesga, licht kronkelend met rietpluimen
langs de oevers, hier een bootje, daar
een visser, die zijn stekje had uitgezet!
Wel, schrik dan niet, het is nu een
gladde dubbele autoweg, langs de
bestaande en eveneens verstrakte lan
delijke oeverweg van wat eens een
„vaart" was. In Midden-Brabant zal de
provinciale verbinding tussen Rosma
len en Veghel laat-middeleeuwse mo
numenten, zoals de abdij en het kasteel
van Heeswijk in hun landelijke schoon
heid bedreigen en bovendien een
kostbaar natuurgebied doorsnijden. De
racebaan-mentaliteit voltrekt zich al in
de kom van Dinther en bij Rosmalen.
En dat, terwijl de Rijksweg langs de
Zuid-Willemsvaart, die hieraan parallel
loopt, volop aan de verkeerseisen vol
doet! Overigens mag de afsnijding bij
De Steeg, waar nu een autosnelweg
door heen snijdt, er óók zijn!
Waar al een weg lag, kwam menigmaal
een nieuwe een stuk verderop, waarbij
tussen de wegen een iel stuk nie
mandsland kwam te liggen. Dit
verschijnsel doet zich ook bij de „ver
keerspleinen" voor, zoals b.v. bij Hoe-
Oe brug ligt al klaar: Meppei-Hoogeveen.
velaken en Oudenrijn. Wij barsten van
de wegen. Het land moet „open" ge
legd. Er moet goede communicatie zijn
en méér communicatie en nóg meer.
En als wij daarmee klaar zijn, maken wij
de wegen breder, want intussen zijn
wij met onze tweebaanswegen achter
(en dat is zo), bleken driebaanswegen
gevaarlijk, maakten wij vierbaanswe
gen, die met de vluchtstroken mee,
eigenlijk al zesbaanswegen zijn en
wordt er gepopeld om zesbaanswegen
te maken, die eigenlijk al achtbaanswe
gen zijn. Of niet soms? De vrees, dat
er voor de rijdende auto geen wegen
zijn is panisch geworden en heeft tot
wegenhysterie geleid. Let maar op de
tot verbijstering opzwiepende cijfers
van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek: in 1950 waren er 138.625
personenauto's, in 1960 522.200, in
1966: 1.502.226 personenauto's en het
Nederlands Economisch Instituut te
Rotterdam heeft voor de tóekomst al
een getal van 5.000.000 genoemd. Dan
rijst de vraag: trekken de wegen het
autoverkeer of liever: maken zij de
verlokking niet groter? Of wij tegen
wegen zijn? Welnee, maar: