Restauratienieuws
Reactie op „Het Wonder van de
restauratie van Woudrichem"
Na een artikel over het Pinto huis in
Ons Amsterdam heeft de heer Knijtij-
zer nu ook de steven gewend naar
Heemschut.
De strekking is dezelfde, alhoewel in
dit geval de heer Knijtijzer het nog
bestaande volledig respecteert.
Ik zal niet ingaan op zijn analyse van
de waarlijk dienende en de zelfgenoeg
zame mens mijn psychologische
scholing is te lang her maar er zit in
zijn redenering een gevaarlijke en niet
makkelijk herkenbare schijnargumenta-
tie. Deze zou indruk kunnen, maken
doch bij een nauwkeurige analyse blijft
er weinig van over. Ik citeer: .Het ver
leden op zichzelf is enig en daarom is
dat zo doods als de sleur". Men denkt
hierbij onwillekeurig aan menig moder
ne stadswijk! De lezer kan zelf verder
voorbeelden genoeg vinden in het arti
kel. Deze redeneertrant maakt een di
recte discussie uiterst moeilijk, maar ik
vind dat een wederwoord niet uit mag
blijven.
Heemschut heeft op zich genomen van
Woudrichem een zo gaaf mogelijk ge
heel te maken, gebaseerd op wat er
nog is én wat goed genoeg bekend is.
Daarnaast zal een bebouwing plaats
vinden die niet contrasteert. Daarente
gen wil de heer Knijtijzer niet re
construeren op grond van historische
gegevens maar alle niet meer aanwezi
ge bebouwing als nieuw element laten
ontwerpen door architecten die dan
aan een heel programma van eisen
moeten voldoen. Zij zullen een schoon
heid moeten scheppen die opnieuw de
weerspiegeling zal zijn van maatschap
pij en kuituur. Deze lijken mij overigens
niet zonder meer een bron waaruit de
architect zal kunnen putten. Misschien
moeten we dan heel Nederland met
„Zadkins" volbouwen!
Het gevaar schuilt hierin dat men met
deze schijnlogica Heemschut en soort
gelijke instanties bij voorbaat in de
beklaagdenbank duwt, als zij trachten
historische schoonheid zoveel moge
lijk te herstellen, zonder zich in slecht
overzienbare avonturen te storten. Uit
het betoog van de heer Knijtijzer zou
men kunnen concluderen dat er zulke
goede ervaringen zijn met het invoe
gen van nieuwe elementen in oude
gehelen. Hij noemt daarbij een voor
beeld, maar het aantal dissonanten dat
in de laatste jaren in oude, maar ook in
nieuwere stadsdelen is verrezen, is te
veel voor een geheel nummer van
Heemschut: of het nu een hoekbebou-
wing van de Apollolaan-Minervalaan in
Amsterdam betreft, de Universiteitsbi
bliotheek of de kapellen op de Amro
bank of Over smaak valt niet te
twisten, maar juist daarom moet
Heemschut de touwtjes strak in han
den houden. De heer Knijtijzer die zelf
architect is, geeft een aantal vage richt
lijnen: .de waarachtige eenvoud (als
tegenstelling tot de onwaarachtige
eenvoud of waarachtige gecompli
ceerdheid?), herkenning en erkenning
van het karakter van bouwmassa's,
herwaardering van metselwerk, voeg
werk, materialen en kleur etc. Zo
ontstaat dan een bouwkunst met een
even natuurlijke als eenvoudige
schoonheid".
De heer Knijtijzer spreekt in het begin
van zijn artikel van een sprookje, maar
dit is wérkelijk een sprookje. De op
gaaf van Heemschut is waarlijk al moei
lijk genoeg. Ik neem aan dat als alle
herstellingen en alle verantwoorde her
bouw zijn verricht het invoegen van
nieuw te scheppen delen alle capacitei
ten van de betrokkenen zal vergen. Ik
zou het gaarne aan Heemschut en de
door deze te kiezen architecten overla
ten welke weg het beste tot het doel
voert. Met geladen woordgebruik be
laste voorschriften kunnen dit doel
slechts schaden.
Prof. Dr. L. H. van der Tweel
Alkmaar. C&A Brenninkmeijer is een
bedrijf dat niet uitblinkt door begrip
voor stadsschoon. Zijn vestingen in
Nederland zijn daar evenvele bewijzen
voor. Maar men kan zijn leven beteren.
In Alkmaar heeft de N.V. zich bereid
verklaard om zich aan de .grachten
verordening" te onderwerpen (weet u
wel, die kwam tot stand nadat V.&.D. in
1960 aan de Oudegracht zijn nieuw
bouw had neergezet). Dit betekent, dat
C&A voornemens is zijn drie ernstig
vervallen panden aan de Oudegracht
te doen restaureren, althans de gevels
worden hersteld, daarachter komt een
bureau voor de bedrijfsleiding' en voor
het personeel. De bouwkundige afde
ling van C&A houdt zich met deze
plannen bezig. Stel je voor, dat ze er
zin in krijgen en misschien zelfs begrip
voor gaan opbrengen! Dat zou interes
sante gevolgen kunnen hebben ook in
de rest van Nederland. En wie weet
wat V.&.D. dan doet!
Amersfoort. De voormalige St. Aegten-
kapel aan 't Zand is gerestaureerd en
met enige plechtigheid opengesteld.
Een compliment voor Amersfoort, dat
zoiets weieens nodig heeft
Doetinchem. Directeur H. J. Groothed-
de van gemeentewerken heeft meege
deeld, dat de monumentenvereniging
.15 april 1945" zich gaat inzetten voor
het historisch huizenbezit. Tot nu toe
beperkte de steun van de vereniging
zich tot grote monumenten, nu ziet zij
mogelijkheden om de restauratie van
particuliere woningen te stimuleren.
Voor een elk, die zich realiseert, wat er
nog in deze prachtige stad verborgen
staat aan 16de-eeuws schoon, een
veelbelovend geluid. Doesburg kent 85
objecten, die dringend restauratie be
hoeven. Er is ook een rehabilitatie-re
geling voor de verbetering van panden,
die weliswaar geen beschermde monu
menten zijn, maar wel in de bescherm
de zone vallen en restauratie of herstel
verdienen om het totaalbeeld gaver te
maken. De restauratie van de Meer-
poortstraat zal waarschijnlijk nog dit
jaar worden aangevat terwijl het
restaureren van de provenierswonin
gen en van de Bierbron (Mei
poortstraat) eveneens voor ogen staat
Goed nieuws!
Groningen. Weer twee beschermde
panden: Poelestraat 54 en Nieuwe Eb-
bingestraat 52 staan op de nominatie
om gerestaureerd te worden.