Jaarverslag van het dagelijks bestuur
van de bond Heemschut 1971-1972
Door de inzet van de activiteiten die
verband hielden met de viering van
ons 60-jarig bestaan in 1971, werd
onze ledenvergadering in dat jaar eerst
in september gehouden. Andere jaren
vond deze in mei of juni plaats. Dit
verslag heeft daardoor betrekking op
een korte periode, namelijk die van
september 1971 tot mei 1972. Een kor
te periode, maar wel een zeer belang
rijke in menig opzicht.
Het goed en tijdig op de hoogte zijn
van plannen en maatregelen die kun
nen voeren tot een aantasting van de
schoonheid en in het algemeen tot
visuele verarming van onze omgeving,
is voor de bond een noodzaak. Deze
informatie moet verkregen worden uit
het gehele land. Dit betekent dat wij
geïnformeerd moeten zijn, zowel over
de verbreding van een kleine provinci
ale weg, waarbij bijvoorbeeld een
landschappelijk fraaie bomenrij opgeof
ferd moet worden, alsook over de nieu
we structuur en bestemmingsplannen
van een grote stad, om slechts twee
uitersten te noemen. De informatie
hierover kan ons via de verschillende
bronnen die wij hebben bereiken,
waarbij de waakzaamheid van onze
leden ook een belangrijke rol speelt.
Als ogen en oren in de provincies zijn
destijds onze provinciale commissies
Stad en Dorp ingesteld. Deze commis
sies zijn zo samengesteld, dat de leden
een grote kennis hebben van en een
inzicht in de vele facetten van de over-
heidsplanologie. Om op de juiste wijze
te reageren op plannen die ons inziens
een aantasting betekenen van de
schoonheid, is het in de eerste plaats
noodzakelijk goed gedocumenteerde
informatie te verkrijgen. Dit nu is de
taak van de provinciale commissies
Stad en Dorp. Een taak die door de
steeds sneller om zich heen grijpende
drang tot vernieuwing en schaalvergro
ting uitzonderlijk zwaar is geworden.
Om toch op de juiste wijze de vinger
op de pols te kunnen houden werd
besloten om verschillende van deze
commissies te hergroeperen, uit te
breiden en door een nauw contact met
ons bureau te stimuleren. Daar de com
missies op geheel vrijwillige basis haar
werkzaamheden verrichten, en deze
werkzaamheden, vooral wat het bestu
deren van de gedocumenteerde ach
tergrond-informatie betreft, zeer tijdro
vend zijn, werd gezocht naar een
oplossing hiervoor.
Besloten werd om zo mogelijk voor
iedere provincie een deskundige aan
te trekken die naast, maar wel in sa
menwerking met, de provinciale com
missie via het sekretariaat het dagelijks
bestuur adviseert over eventuele ac
ties.
Inmiddels zijn hiertoe benoemd voor
de provincie Noord-Brabant, ir. A. J.
Gerritse, die zich bereid heeft
verklaard om tijdelijk deze functie ook
te vervullen voor Limburg en Zeeland
in afwachting van de benoeming van
adviseurs in die provincies. Voor de
provincie Groningen hebben wij de
heer P. L. de Vrieze, arch. B.N.A., in
deze functie kunnen benoemen, waar
bij hij tijdelijk tevens de provincies
Friesland en Drenthe onder zijn hoede
wil nemen. Juist deze week is ook
contact gelegd met iemand die zich in
principe bereid verklaard heeft deze
taak voor de provincie Utrecht te ver
vullen. Ir. F. Ottevangers is reeds ja
renlang onze adviseur voor de provin
cie Noord-Holland; al zeer vele jaren
heeft de bond kunnen steunen op de
zeer deskundige adviezen van ir. Ch.
C. van der Vlis als algemeen adviseur.
Wij deden nimmer een vergeefs be
roep op zijn deskundigheid en
persoonlijke inzet voor onze doelstel
lingen. Hoewel ir. Van der Vlis het wat
kalmer aan wil gaan doen, zijn wij ver
heugd dat wij voor bepaalde gevallen
nog steeds een beroep op hem zullen
mogen blijven doen. Daar de vele
werkzaamheden die 'n adviseur
schap medebrengt, op geheel vrijwil
lige basis geschieden, zijn wij diegenen
die deze taak op zich hebben genomen
alsmede de heren Van der Vlis en
Ottevangers die deze reeds vele jaren
vervullen, uitermate erkentelijk. Wij ho
pen spoedig de vakatures in de andere
provincies ook te kunnen doen vervul
len.
De betrokkenheid van de burgerij bij
de wijzigingen in het woon- en leefmi
lieu is de laatste jaren enorm toegeno
men. Een betrokkenheid die zich mani
festeert in de formatie van lokale actie
groepen van de verontruste burgerij.
Hoewel deze groeperingen in het alge
meen spontaan tot stand komen voor
actie tegen een bepaald plan, waarbij
op korte.termijn een tegenplan ontwor
pen moet worden en dit soms zeer
deskundig gedaan bestaat de mo
gelijkheid dat hieruit in de toekomst
vaste comité's gevormd zullen worden.
Vele hiervan nemen contact op met
ons om deskundige informatie en
eventueel begeleiding te krijgen. Deze
ontwikkeling is van buitengemeen be
lang omdat deze lokale betrokkenheid
de mogelijkheid schept om die invloed
uit te oefenen, die de gemeenteraad
doet bestuiten met deze wensen reke
ning te houden. Zoveel mogelijk zal
deze ontwikkeling gestimuleerd moe
ten worden waarbij Heemschut's taak
een algemeen adviserende zal kunnen
zijn.
Buiten de elf provinciale commissies
Stad en Dorp heeft het bestuur beslo
ten om een speciale commissie in te
stellen voor Amsterdam. De proble
men, die zich voordoen bij de ontwik
keling van de Amsterdamse bin
nenstad zijn zo menigvuldig, en com
plex, dat het noodzakelijk zal zijn hier
voor op de meest deskundige wijze
geïnformeerd te worden. Binnenkort
verwachten wij deze commissie gefor
meerd te hebben.
De Commissie Weg In het Landschap
en de Commissie Cultuurleven
1815—1940 brengen afzonderlijk ver
slag uit.
Mede dankzij de steun die onze bond
in het afgelopen jaar van zijn leden
heeft ontvangen bij de actie ter vergro
ting van ons ledental, is dit wederom
gegroeid. In de periode 1 augustus
1971—15 mei 1972 traden toe 906 ge
wone leden, 27 buitengewone leden
en 50 donateurs. Door bedanken en
overlijden werden afgevoerd 234 ge
wone leden, 1 buitengewoon lid en 2
donateurs. De nettotoename was hier
door in totaal 746. Het totaal aan leden
bedraagt thans circa 8000. Ondanks de
verheugende groei zal het noodzake
lijk zijn deze toename nog te stimule
ren om onze taak ook in de toekomst
bij de steeds stijgende kosten op de