Huis der Van Brienens
De op 27 mei gehouden ledenverga
dering kon, zoals bekend, plaats vinden
in het Huis der Van Brienens aan de
Herengracht 182, Amsterdam, eigen
dom van de AGO-verzekeringsgroep.
Terecht heeft de voorzitter aan het
begin van die vergadering de gastheer
hartelijk dankgezegd voor zijn royaal
gebaar en dito ontvangst. Het Huis
laten we de hoofdletter handhaven is
tweehonderd jaar geleden in opdracht
van Arnout Jan van Brienen gebouwd
op de plaats waar voorheen het huis
„De Sonnéwyser" stond, dat dateerde
van 1615, in 1630 gekocht werd door
de rijke lakenkoopman Dirck Alewijn
(1571-1637}
Een zon sierde de top van dit pand,
een zon stond ook op een poortje ter
linkerzijde. Nog siert een zonnetje, her
innering aan dat eerste huis, de gevel
van het huidige Huis, ter hoogte van de
eerste verdieping.
Alewijn was de schoonvader van de in
de geschiedenis van Amsterdam niet
onbekende Reinier Pauw. Hij woonde
aanvankelijk in het Huis „Het Gulden
Hooft" in de Warmoesstraat. Pas in
1630 betrok hij „De Sonnewyser", na
dat hij, in tweede huwelijk, getrouwd
was met Eva Stalpaert van der Wiele.
In 1717, als er geen erfgenamen Ale
wijn zijn om het pand te betrekken,
wordt het gekocht door Gerrit van
Oosten voor f 65.800, tweemaal het
bedrag dat Alewijn betaald had. Ruim
een halve eeuw later, 1771, verkopen
Van Oostens erfgenamen het huis aan
Arnoldus Johannes van Brienen voor
f 86.000. In een beschrijving van die
dagen lezen wij o.a.: „een grootsche
zaal rondsom met zes vakken met
arkadische landschappen beschilderd
door Isaac de Moucheron, welke tot
meerdere luister gestoffeerd zijn met
bijna levensgrote beelden, door Nico-
laas Verkolje: deeze stukken beelden
door verscheide persoonen, de vijf
zinnen uit en zijn van bovengemelde
meesters ongemeen schoon, krachtig
en helder, in hun beste tijd gemaakt
Het Huis der Van Brienens, Herengracht 182, Amsterdam.
Niettegenstaande de schoonheid van
deze woning laat Van Brienen het huis
tot op de laatste steen afbreken. Aan
de Duitse architect Ludwig Friedrich
Druck verleent hij de opdracht voor
een nieuw huis aan de Herengracht,
waaraan vandaag de naam van zijn
familie nog verbonden is.
Negen jaar is aan het grote, dubbele, in
Lodewijk XVI-stijl opgetrokken grach
tenhuis gebouwd. De eigenaar, koop
man van zeer voornamen huize, steun
pilaar van de Rooms-Katholieke ge
meenschap in de hoofdstad, maar daar
om nooit in een openbaar ambt, liet het
na aan zijn zoon Willem Joseph, be
kend geworden onder de naam Van
Brienen van de Groote Lindt, die het
weer naliet aan zijn zoon Arnout Wil
lem baron van Brienen, overleden in
1854. Deze legateerde het aan diegene
van zijn kinderen, die zijn schilderijen
kabinet wilde overnemen, dat was Wil
lem Diederik Arnold Maria. Na zijn
overlijden, 1863, woonde enige jaren
zijn tweede vrouw Adriana Maria Baro
nesse van Zuylen van Nijevelt in het
huis, met haar zoon Frederik Lodewijk
Quirijn Maria.
Na 1868 heeft het jaren leeg gestaan,
het werd verkocht aan regenten van
het R.K. Gesticht van Liefdadigheid. De
familie Van Brienen nam bij de verhui
zing al het fraais dat het huis herberg
de mee. Men zegt dat in Parijs levende
nazaten wel pelgrimstochten naar de
Herengracht ondernamen om uit de
familiewoning zelfs deurknoppen als
aandenken mee te nemen. De grote
zaal waar onze vergadering plaats
vond was kapel, al tijdens Van Brie
nens tijd, nog duidt het Alziend Oog de
plaats aan, waar het altaar stond. In
1895 werd terwille van de doorbraak
ten behoeve van de Raadhuisstraat het
achterstuk van het huis verminkt door
onteigening van de tuin. Daar stond
een kostelijk tuinhuis.
In 1930 zijn de halfwezen en pupillen-
van het gesticht naar het Maagdenhuis
overgebracht, waardoor het Huis der
Van Brienens leeg kwam. Drie jaar
later is het te koop aangeslagen, volko
men uitgewoond, in deplorabele
toestand, niet eens lucht- en water
dicht. Van de oude glorie was niets
meer over!
De toen nog onder de naam „Groot
Noordhollandsche van 1845" opereren
de verzekeringsmaatschappij heeft het
volledig, volgens moderne inzichten,
laten restaureren. Gespaard bleven
een portaaltje met pilasters bij de
hoofdingang en de plafondversieringen
in de grote zaal.
De G.
81