buurt woont. Op één of andere ma nier is de Stokstraatsanering wat eli- te-achtig geworden en dat heeft het leven en de levendigheid niet bevor derd. Het blijkt vooral ook uit de overmaat van officiële vestigingen, respectievelijk Sociaal Historisch Centrum (het is jammer, dat juist op dit punt geen winkel gekomen is waardoor de omloop in het Stok- straatgebied bevorderd zou zijn) op het O.L. Vrouweplein 4. Voorts, dat de Nieuwe Limburger in de Haven straat is gebleven. Verder de vesti gingen: Districtsbureau voor Ar beidsvoorziening (Stokstraat 41), In stituut voor Europese Priesterhulp (Stokstraat 47), Stichting Maat schappelijk Overleg (Stokstraat 44), Directie Volkshuisvesting en Bouw nijverheid in de provincie Limburg (Stokstraat 37), Gemeentesecretarie, afd. Militaire Zaken en Drankwet (Morenstraat 9), Medische Faculteit Maastricht, Commissie Voorberei ding (Havenstraat 3). Anderzijds mag men bedenken, dat bij verschillende bezoeken aan de buurt men mag constateren, dat ve len hier rondwandelen, misschien als rustgevende afwisseling van de overigens gezellige drukte van Klei ne Staat, Grote Staat, Wolfstraat en Vrijthof. Het is de vraag, of men in Maastricht niet te haastig is geweest met het toelaten van een gigantisch winkelcentrum aan de Brusselse Poort in plaats van af te wachten op welke wijze de stedelijke kern van de stad zich zou ontwikkelen na de bouw van de ondergrondse gara ges. Dit winkelcentrum is weliswaar door de vaak open stands overdag misschien nog aantrekkelijk, maar 's avonds gaat de zaak dicht op een enkel café na en daarmee heeft men dan een subcentrum gevormd, dat de kern overdag schade doet en 's avonds niet levendig genoeg is óm van betekenis te zijn voor de omwo nenden. Wat meer, geduld en een beter openbaar vervoer naar de stad was mijns inziens verkieslijker geweest. Hierbij moet men boven dien in aanmerking nemen, dat gra tis openbaar vervoer altijd nog goedkoper is dan de maatregelen Een onderdeel van het centrale plein. die genomen moeten worden om een stad toegankelijk te maken voor het particuliere autoverkeer. Dit is geen praatje voor de vaak, zoals door autoverslaafden zo vaak wordt beweerd. In het buitenland zijn daar over verschillende studies gepubli ceerd en zelfs de buitenlandse kranten bemoeien zich ermee (zoals Le Figaro van 19 januari 1972 blz. 17) in tegenstelling met de onze, die bij voorkeur bij uitstek ondeskundi- gen napraten en steeds minder de moed hebben een duidelijke opinie te geven, vergetend, dat de teleur gestelde lezer het vertrouwen in zijn gekozen opiniebladen verliest en zich in wanhoop tot de sensatiepers bekeert. Twee dingen leren ons de Stok straatsanering, behalve dan dat men daarbij met nadruk moet constate ren, dat hier met veel zorg en met veel liefde te werk is gegaan. In de eerste plaats is het niet alleen in sociaal opzicht onjuist om de vroegere bewoners geheel te ver drijven. Ook de nieuwe bevolking voor zover aanwezig had elementen van de oude bevolking moeten be vatten. Het tweede punt is aanmerkelijk in gewikkelder. Is hier sprake van een sanering, zoals in het rapport van 1951 wordt betoogd of van een al gehele vernieuwing, een echte „ur- ban renewal" met gebruikmaking van bestaande waardevolle elementen? Om deze vraag te beantwoorden moet men nagaan wat er met de ui terst compacte middeleeuwse struc tuur is gebeurd. Er zijn geen door braken gemaakt, maar er is een groot plein ontstaan. Twee straten zijn geheel verdwenen: de Bezem straat en de Morenstraat. Verdwe nen is misschien een wat al te groot woord: ze zijn nog als doorsteek aanwezig (Morenstraat) en als on derdeel van een breed plein (Be zemstraat). Dat de Bezemstraat een plein geworden is en dat onder an dere de Havenstraat aan de noord kant verbreed is tot een pleintje heeft van het Stokstraatkwartier een zeer moderne, open buurt, samen gesteld van oude elementen (behal ve De Nieuwe Limburger) gemaakt. Misschien zullen historici en archeo logen hier bezwaren tegen hebben. De meningen hierover verschillen, maar velen, onder andere schrijver dezes, vinden hier in Maastricht een voorbeeld, een prachtig voorbeeld van stedelijke vernieuwing, die zo al niet onnavolgbaar, navolging ver dient. En dan zal het, mijns inziens van weinig betekenis zijn of hier nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken is gegooid. Er is klare wijn van hoge kwaliteit ge schonken. De aandacht, die zowel aan het geheel als aan het detail is besteed (met alle reserves die men kan maken) kan men vergelijken met de beste desbetreffende voorbeel den in het buitenland. Er is hier be wezen, dat men niet slaafs (of als men wil virtuoos) moet restaureren. Men kan met iets geheel nieuws in zijn hoofd van oude elementen ge bruik maken en er een geheel nieu we buurt creëren, die de goede ei genschappen heeft van middeleeuw se zowel als hedendaagse „leef baarheid". Hiermee wil niet gezegd zijn, dat de Stokstraatsanering niet voor verbetering (of ontwikkeling) vatbaar zou zijn, maar de bedoeling wijst in ieder geval in een richting waaraan zelfs nu, twintig jaar nadat het plan is ontworpen, onvoldoende aandacht is besteed. R. Blijstra

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1972 | | pagina 18