Amsterdam. Monumenten als goede woonruimten aan de Reguliersgracht. woningen zou een dergelijke proce dure ook eenvoudiger gevolgd kun nen worden, waarbij van de aanvang af een vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor de Monumenten zorg betrokken is. Indien deze door beide Staatssecre tarissen gewenste coördinatie wordt gerealiseerd, betekent dit, dat de gelden bestemd voor monumenten zorg een effectiever aanwending krijgen aansluitend bij het beleid, dat reeds eerder meer de nadruk heeft gelegd op groepen van monu menten dan op geïsoleerde woon huizen. De restauratie van deze mo numenten dient een zaak van Monu mentenzorg alléén te blijven, al zul len de gebruikelijke subsidies voor woonverbetering een rol blijven spe len. De Bond Heemschut verheugt zich over deze verklaring, die in overeen stemming is met de jarenlang door hem bepleite samenwerking. We hoorden Staatssecretaris me vrouw Van Veenendaal-van Megge- len ten aanzien van de Nationale Fe deratie voor Huishoudelijke en Ge zinsvoorlichting zeggen, dat de Fe deratie zich kan presenteren als een landelijk apparaat zonder binding met bepaalde belangen of groepe ringen en als zodanig een belangrij ke rol kan spelen bij het voorzien in de onmiskenbaar aanwezige be hoefte aan goede voorlichting over de voorlichtingsmogelijkheden. Wij wilden hierbij aantekenen, dat ten aanzien van de monumentenzorg, de Bond Heemschut, als landelijke or ganisatie een vergelijkbare plaats inneemt. De heer Egas (P.v.d.A.) gaf als in druk weer, dat de Staatssecretaris zijn opvattingen t.a.v. de monumen ten feitelijk wel deelt, maar dat van wege de financiën daarvoor helaas momenteel de middelen niet be schikbaar kunnen worden gesteld. Hij was blij met die beleidsbenade ring. Dit neemt overigens niet weg, dat hij bezwaar heeft tegen het feit, dat de middelen te gering zijn om dat goede beleid te kunnen uitvoe ren. De Bond Heemschut acht dit een juiste opmerking. Immers in de 26 na-oorlogse jaren hoorden wij niet anders dan dat de middelen voor de monumentenzorg - dat karakteristie ke element in het stads- en dorps- aanzien én in de huisvesting - on toereikend waren. De heer Van Leyenhorst (C.H.U.) drong er nogmaals op aan, het mo numentenbestand nog eens goed door te lichten, opdat ook in dit op zicht selectiever te werk kon worden gegaan. De heer De Gaay Fortman (P.P.R.) sprekend over tijdelijke restauratie stop, vraagt of onder de nieuwe aanvragen, die onder meer tot na 1975 moeten worden uitgesteld (De Rijksdienst schrijft al: 1976-1979!!), geen monumenten zitten, die op in storten staan. Het antwoord had moeten luiden: ja, honderden, mogelijk duizenden mo numenten behoeven directe ingreep, om inderdaad volledige aftakeling en instorten te voorkomen, ook doordat het onbewoond-staan kwaadwilligen uitnodigt de verloede ring te bevorderen en omdat de tijd niet nalaat er zijn sporen op achter te laten. De Staatssecretaris ont week echter het directe antwoord en zei, dat als de stop er niet zou zijn, dat wellicht, doordat er een illusie ontstaat van restauratie, averechts werkt. Als er aanvragen zouden ko men, dan leert de ervaring, dat men in de illusie leeft, dat er te eniger tijd een restauratie-subsidie komt en dat men in de tussentijd het onderhoud verwaarloost. Het niet uitvaardigen van de stop betekent het geven van papieren garanties en daarvan wor den de monumenten niet beter, maar aan de andere kant zouden zij er slechter van kunnen worden, door dat het tot verwaarlozing van het on derhoud leidt. Wij hebben met belangstelling dit kronkelpad, bewandeld door de Staatssecretaris, gevolgd en zijn daarmee mét hem in het doolhof ge komen. De subsidiestop neemt élke illusie weg en zal eerder tot afbraak leiden, dan wanneer er de mogelijk heid van subsidie over enkele jaren in het vooruitzicht wordt gesteld. Dat geeft nog hoop. Het is in zijn rede nering aan de Staatssecretaris ont gaan, dat er geen onderhoudsplicht is. Hij was reëler in de Memorie van Toelichting, toen hij erkende, dat het nu moeilijk zal worden om aanvra gen tot sloopvergunning af te wijzen. De heren De Gaay Fortman c.s. die veronderstelden, dat er wél monu menten zullen vallen, ten gevolge van deze subsidie-stop, zullen naar onze ervaring gelijk krijgen. De Staatssecretaris wil bepaald zeggen, dat het doorlichten en kri tisch bekijken van monumenten ge schiedt. Wat betreft het restaureren van woonhuizen is het beleid gericht op rehabiliteren van groepen wonin gen, zodat men dus complete gevel- wanden krijgt en oude kernen weer bewoonbaar kan maken. Heemschut moet hier uiting geven aan zijn vol doening en waardering, dat een ja renlang bepleit argument hier van Rijkswege zijn bevestiging vindt. De Staatssecretaris verklaarde nog, dat behoedzaam tewerk zal worden ge gaan. Onder lof aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, welke wij graag delen, verklaarde hij, dat deze

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1972 | | pagina 11