Heemschut
Op Heemwacht
Een schaduw valt over de monumentenzorg
Officieel orgaan
van de Bond Heemschut
Opgericht 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Juliana
Redacteur: A. C. de Gooyer.
Eindredacteur: Ton Koot.
Typografische verzorging:
N.V. 't Koggeschip, drukkers- en
uitgeversbedrijf.
Secretariaat van de Bond
Heemschut:
Korenmetershuis, N.Z. Kolk 28,
Amsterdam 1tel. 22 52 92.
Alle correspondentie betreffende de
redactie van tiet orgaan, richte men
tot het secretariaat.
Alle correspondentie betreffende
de advertenties, richte men aan
N.V. 't Koggeschip, drukkers-en
uitgeversbedrijf,
Nwe. Achtergracht 104, Postbus 1198,
Amsterdam 4, tel. 22 97 21
177
door Ton Koot
Terwijl Heemschut zich met volle
kracht inzet om fondsen bijeen te
brengen voor de Woudrichem-aktie
(f 5.miljoen postgiro 5.71.000) valt er
over de Nederlandse monumenten
zorg een schaduw met verstrekken
de gevolgen.
Op de verwachting, dat een Neder
landse regeringsploeg nu volwassen
genoeg zou zijn om de Nederlandse
cultuur, in de ruimste zin van het
woord, de plaats te geven welke zij
in de Rijksbegroting 1972 verdient,
is een zware domper gezet.
Wij konden verwachten en begrijpen
dat bezuinigingen nodig zouden zijn,
maar zeker niet, dat die toegepast
zouden worden op zó reeds achter
gebleven gebied als dat deel van de
volkshuisvesting en het woonmilieu,
dat de monumentenzorg bestrijkt.
De grote teleurstelling is, dat men
wél begrip wil opbrengen voor de al
sinds de oorlog heersende woning
nood en voor de behoefte aan een
goede sfeer, maar dat men het hart
daaruit, n.l. de stads- en dorpsker
nen en de historische monumenten,
die daarin de toon aangeven, niet
die stimulans geeft, die elke cardio
loog vanzelfsprekend zou vinden.
Het is geen nieuwe zaak. Jarenlang
lopen de Begrotingsposten al achter
op bij de behoefte. Er was alle aan
leiding juist hier voor een krachtige
stoot omhoog. Psychologisch zou
dat bijzonder goed hebben gelegen,
want steeds groter bevolkingsgroe
pen zien dat in, worden zich steeds
meer cultuurbewust in dit opzicht en
zijn zeker bereid in dit streven hun
aandeel te hebben. Het achterblijven
van de subsidies op het restaureren
en de steeds meer gehoorde wens
tot restaureren door de burgers zelf,
en die pas over vier of vijf jaren
door de overheid gehonoreerd zou
kunnen worden, waren al een groei
ende handicap, maar nu wordt een
deur resoluut dichtgeslagen.
In de Memorie van Toelichting op
deze Begroting wordt erkend, dat,
vergeleken met 1965, toen
f27,650.000 voor de monumenten
zorg was uitgetrokken (een bedrag
dat toen al te laag was), voor 1971
een bedrag van f 50.600.000. - ge
rechtvaardigd was geweest. Het
werd slechts f 42.293.000. -Van in
lopen van de achterstand, waarop
Heemschut bij herhaling heeft aan
gedrongen en die gesteld kon wor
den op f 200.000.000, - ineens,
werd helemaal niet gesproken.
Het povere resultaat voor 1972 is,
dat voor de monumentenzorg een
bedrag van f 42.820.000 is uitge
trokken.
Dat is het enige niet. De bewinds
man heeft bovendien een stop voor
restauratie-subsidies afgekondigd
tot 1975. In de Memorie van Toelich
ting wordt hierover geschreven:
„Aanvragers van een subsidie ont
vangen de raad om na 1975 op hun
verzoek om een rijksbijdrage terug
te komen. Deze gang van zaken zal
niet nalaten schade te berokkenen
aan het monumentenbestand. Uitstel
betekent vaak afstel, omdat immers
bij weigering van subsidie en ver
gunning, de afbraak of verbouwing
in redelijkheid niet kan worden ge
weigerd. Dit valt te meer te betreu
ren, omdat vele monumenten, nadat
zij zijn gerestaureerd een voortreffe
lijke woonruimte bieden."
In deze ogenschijnlijk zo schuldbe
wuste erkenning, die de neiging bij
de lezer wil oproepen tot redelijke
vergeving, missen wij een zeer be
langrijk schuldbesef. De draagwijdte
van de vergunning tot verbouwing en
afbraak reikt immers veel verder.
Het gaat niet om dat ene monument
dat dan opgeofferd zal worden, het
gaat óók om het psychologisch ef-
fekt nl; dat aanvragen geen zin meer
heeft en je met afbreken nu je gang
wel kan gaan. Het betekent ook, dat
dit éne monument bepalend kan zijn
voor het leef- en woonmilieu en je
bij sloping een gehele straat, gracht-,
of marktwand mee omlaag trekt,
dat je de sfeer van een stadswijk of
stadsdeel naar de knoppen helpt
brengen. Een cultureel beleid door
een ministerie dat de cultuur voorop
heeft staan in zijn naam en als de
opperste verdediger daarvan moet
worden gezien, een cultureel beleid,
waar wij geen bewondering voor
kunnen hebben en wie vindt, dat wij