Restauratie Hulpfonds: Giro 5.71.000 .HEEMSCHUT 190 met de machtsontplooiing van het westen nogal eens in het gedrang was gekomen. Als die kerk zich nu wil identificeren met de minst be deelden, doet zij dat krachtens haar opdracht van enkele duizenden ja ren geleden. Zij doet dat in de hoop die mensen gelukkiger te kunnen maken en haar traditie staat er borg voor, dat daarbij de schoonheid niet wordt vergeten. Of dat zal lukken hangt o.m. af van de vraag of het westen tot een houding van eerlijk heid, rechtvaardigheid, medemense lijkheid kan worden bekeerd. De „moderne woorden" als demo cratisering en kritisch denken die dr. Visser zo nerveus maken, zijn (he laas) opwekkingswoorden, meer for muleringen van wensen dan consta teringen van een feitelijke situatie. Het westen kan zijn complete erfe nis verspelen als het zich niet gaat bezighouden met de rest van de we reld. Er bestaan dingen als atoom bommen. Kerk heeft evenmin iets met gebou wen te maken als democratie of so cialisme. In de praktijk leidt het wel tot bouwwerken. In sommige geval len hebben kunstenaars aan een bepaalde bedoeling zo vorm weten te geven, dat wij het woord „mooi" in de mond nemen. Dat woord „mooi" is het meest subjectieve woord, dat er bestaat. Maar soms ontstaat er een herhalingseffect ten opzichte van een bepaald kunstwerk, in elke generatie en bij de meest kritische kijkers. Dan valt al spoedig het woord „klassiek". Monumentenzorg brengt doorgaans mensen bijeen, die kritisch kunnen kijken. „Smaak makers". Zij vormen een onontbeer lijk onderdeel van een cultuur. Als de kerk van vandaag die op dracht van een kerk der armen te zijn zou opvatten als een kerk van geestelijk armen, zou er alle reden zijn om alarm te slaan. Maar dat is een misvatting. Een andere zaak is als er een conflict dreigt tussen de opdracht om een taak te vervullen en de vraag of men een bepaald historisch gebouw moet handhaven. Zulke conflicten zijn er legio. En be slist niet alleen in de kerken. De ge hele geschiedenis van monumenten zorg heeft in het teken gestaan van dit conflict. Monumentenzorg heeft in de strijd geleerd om niet star op een stand punt van protest te blijven staan, maar zich te verdiepen in de be weegredenen van de tegenpartij. Het protest heeft naast zich gekre gen het alternatieve voorstel, het vertegenwoordigd raken in de be slissingsorganen, het scholen van verantwoordelijke bestuurders, enz. Bij de vraag wat er moet gebeuren met een fraaie oude boerderij, die in een stadsuitbreiding is verzeild ge raakt, gaat Monumentenzorg toch ook niet de boer berispen, die zijn bedrijf opdoekt. De kerk is geen on afhankelijke autoriteit, maar een ge meenschap van mensen die betrok ken is bij alle vraagstukken van de ze tijd. Het zal in de praktijk heus wel eens voorkomen dat een fraai kerkgebouw wordt verlaten of roe rend kerkelijk bezit wordt afgesto ten. En wel om zeer honorabele re denen. Dan is er altijd nog de „bur gerlijke" overheid of de burgerij zonder meer om voor het behoud op te komen. Een massale afstoting voorzie ik niet. Het handhaven is meestal goedkoper dan nieuwbouw. En bovendien groeien er allerlei sa menwerkingsvormen tussen kerk en overheid als het om fraaie oude ge bouwen gaat. Een andere vraag is hoe de nieuwe kerken zullen worden van de „kerk der armen". Ik hoop dat er architec ten zullen komen, die aan deze be doelingen vorm kunnen geven. Wie even in de historie van de architec tuur duikt, kan voldoende voorbeel den noemen van een krappe beurs die toch tot fascinerende resultaten heeft geleid. Onder de pioniers van de monumentenzorg waren puritei nen, die een scherp oog hadden voor het „echte" uit het verleden en die geen goed woord hadden voor de potsierlijke en dikwijls pompeuze imitaties van hun bourgeois-tijdge- noten. Denk aan de „verbeterde go- thiek" van de late negentiende eeuw. Er zullen natuurlijk altijd romantici blijven, die zich kinderlijk laten bluf fen door pronk ook al is die zo voos als een mispel. En er zullen ook nog altijd lieden blijven die meer geleid worden door maatschappelijke con servatisme en jeugdsentiment, dan door een scherp oog. Een van de gelukkige ontwikkelingen in de mo derne monumentenzorg is dat de laatsten naar de achtergrond wor den gedrongen en dat het scherpe oog de leiding neemt. Een oog dat soms ook de maatschappelijke ver houdingen van het heden en het ver leden kritisch taxeert. Voor die verkwisting van o.m. de pausen van de renaissance die dr. Visser zo positief beoordeelt, verwijs ik hem naar de kritiek zowel van de historici als van de architecten. Wel licht heeft hij wel eens gelezen wat Luther over dat Rome van de Sint Pieter zei en welke gigantische be weging daaruit voortvloeien. Met de gevolgen daarvan zitten we nu nog. B. A. M. Kroon Het in Op Heemwacht van nummer 5 genoemde postgironummer 3.71.000 is fout, het moet zijn 5.71.000

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 22