oplossing te worden gezocht voor
het huidige parkeerprobleem,
f. de funktie anders dan wonen aan
te passen aan de beperkende
voorwaarden die uit de punten a
tot en met e voortvloeien.
Het hele bestemmingsplan is, dat
moet men intussen wel hebben be
merkt, met heel veel zorg, heel veel
liefde voor stadsschoon, maar ook
met het nodige inzicht vervaardigd
en het verdient dan ook alle hulde
als voorbeeld en uitgangspunt voor
ook andere nog te maken restaura-
tie/vernieuwings-plannen. Wat de
bebouwing betreft, heeft men niet
een Middeleeuwse rekonstruktie na
gestreefd, zoals men die (nog wel of)
althans vroeger op tentoonstellingen
aantrof onder de titel „Oud-Holland"
waar het kermisvermaak en de eet-
tenten achter oude geveltjes plach
ten (plegen) schuil te gaan. Men
heeft trapgevels uit de negentiende
of twintigste eeuw gewoon zo gela
ten en alleen de vreemde erkers
verwijderd (Voorhaven 45), men
heeft een heel leuk negentiende-
eeuws geveltje, imitatie dit of dat,
maar goed van proporties, laten
staan (Aelbrechtskolk 55), men heeft
de achterkant van de Havenstraat 7,
9 en 11 zo gelaten, terwijl deze pan
den ook minder dan honderd jaar
oud zijn en als overgang naar de
oude bebouwing van de Voorstraat
het pand Voorstraat 1 een kopje
kleiner gemaakt. Men heeft een gat
aan de Aelbrechtskolk (51 en 53)
dichtgestopt en dat is zeer terecht
gebeurd.
Ketterij
Maar men heeft het toch niet kunnen
nalaten veranderingen aan te bren
gen en herbebouwing voor te stel
len, die ik niet kan waarderen. Zo
vind ik, dat het begin van het oneven
deel van de Aelbrechtskolk tot en
met nummer 41 moet blijven. Voor
echte „herstellers" is dit voorstel een
vreselijke ketterij, ik weet het, en het
is misschien wel wat te radikaal,
maar men moet, meen ik, bij het her
stel van een beschermd stads- of
dorpsgezicht er voor oppassen het
verleden teveel te imiteren. Een klein
beetje „vervalsen" mag wel, wij heb
ben zoveel verloren door ondoor
dachte schaalvergroting (in Rijn
mond staan de dorpskerkjes als bij
na verzopen katjes langs de auto
wegen) dat we heus wel eens iets
mogen bijbouwen wat niet precies te
vinden is op oude prenten of wat
reeds lang verloren is gegaan. Maar
de waarde van een beschermd
dorps- of stadsgezicht ligt ook en
niet in geringe mate in hetgeen „ge
worden" is. Met andere woorden:
juist de zichtbare bouwgeschiedenis
van zo'n stads- of dorpsdeel is ui
termate boeiend, instruktief en vaak
heel mooi. Dit geldt behalve voor
een rij huizen als wij hier hebben