184 eens ernstig door brand werd be
schadigd. Ook het voormalige zee
magazijn: van de V.O.C. ligt buiten
het beschermde gebied op het ter
rein van het ten westen van de Ach
terhaven gevestigde chemische be
drijf Kortman-Schulte. Vooral de
zuidelijke strook ten oosten van de
Voorhaven is nog betrekkelijk gaaf
zij het zeer verwaarloosd, waarin
men een enkel modern pand als van
de Rotterdamse Centrale op de
koop toe zou moeten nemen.
Nu kan men zich afvragen hoe ver
men in zo'n geval zal moeten gaan:
men kan van de gedachte uitgaan,
dat men wat het water betreft weer
terug zal moeten gaan tot een vroe
gere toestand, waarbij het water van
Aelbrechtskolk/Voorhaven weer „le
vend" zou worden, men kan de
„blootlegging" van het Piet Heyns-
plein betreuren en trachten aan de
kant van de Havenstraat enige „af
dekkende" bebouwing aan te bren
gen, men kan de typische negentien
de/begin twintigste-eeuwse bebou
wing mét zijn vreemde trapgevels
aan de Schiedamseweg en het be
gin van de Mathenesserdijk met zijn
evenzeer karakteristieke bebouwing
in het plan betrekken, maar waar is
dan het einde? Monumentenzorg
had een groter gebied aan kunnen
(moeten) wijzen en voor de zuidzijde
van het oostelijk deel der Voorhaven
is dat zeer zeker een juiste kritiek,
waarbij wij echter moeten beden
ken, dat aan de zuidzijde van het
westelijk deel van de Voorhaven
reeds een nieuwe bebouwing aan
wezig is, die men niet kan verwijde
ren en die bovendien niet vervangen
kan worden zonder in vervalsingen
te treden. Dit brengt ons meteen op
het probleem van de herstel/ver
nieuwing/restauratie van de panden
in het beschermde stadsgezicht. Nu
is men hierbij van zes duidelijk ge
stelde punten uitgegaan en wel:
a. het oorspronkelijke kleinschalige
karakter zoveel mogelijk in ere te
herstellen, waarbij ervoor ge
zorgd moet worden, dat aan en
kele grotere panden, die van
oudsher aanwezig zijn, bestem
mingen gegeven worden, die de-,
ze kleinschaligheid niet frustre
ren;
b. de bebouwing, onder meer door
het doen van restauratiewerk
zaamheden, het vroegere aspekt
zoveel mogelijk terug te geven;
c. het water weer funktioneel te la
ten meespelen in het totaalbeeld
met handhaving, c.q. herstel van
de kademuren, Piet Heynsbrug
en -sluis en van de kaden zelf
met hun boombeplanting;
d. de woonfunktie stimuleren;
e. het gemotoriseerde verkeer terug
te dringen en zo mogelijk binnen
het beschermde stadsgezicht te
beperken tot bepaalde uren van
de dag. Hierbij dient tevens een