00
B
1
aiisii
QO
thans te beschouwen als doodlo
pend water dat sedert in 1966 de
nieuwe hoofdwaterkering is omge
legd, niet meer door middel van een
sluis kontakt heeft met de rivier en
slechts via de Achterhaven met de
.nieuwe binnenvaartroute in verbin
ding staat. Dit heeft ten gevolge ge
had, dat de funktioneel aan water en
(binnen)scheepvaart gebonden be
drijven - behoudens enkele hande
laren in scheepsbenodigdheden,
een zeilmakerij en een scheepsre-
paratiebedrijfje - uit het bescherm
de stadsgezicht verdwenen zijn.
Hiervoor in de plaats komen aktivi-
teiten, die voornamelijk gebaat wa
ren met aankoop respektievelijk
huur van relatief goedkope bedrijfs
ruimte. Bij deze nieuwe vestigingen
valt het accent niet zozeer op pro-
duktiebedrijven dan wel op groot
handels- en opslagaktiviteiten, wel
ke in toenemende mate gemotori
seerd verkeer opwekken en aan
trekken. De smalle straatjes en ka
den zijn hierop niet berekend. De
wijze waarop het rijdende verkeer
zich thans afspeelt draagt ertoe bij
dat de sfeer, die Oud-Delfshaven
nog in 1929 bezat grondig is aange
tast."
Er speelt zich hier een klein drama,
of als men minder pessimistisch wil
zijn, een klein toneelspel af: als er
niet wordt ingegrepen, dan zou
Delfshaven op den duur een buurt
van pakhuizen kunnen worden en
voorts van woningen op de eerste
verdiepingen met bedrijven op de
begane grond. Een schaalvergroting
zou zich doorzetten en demping van
het toch niet meer funktionele water
zou tot de mogelijkheden behoren
met als gevolg een onbewoonbare
buurt. Door Delfshaven tot be
schermd stadsgezicht te verklaren
heeft men dit algehele verval verhin
derd, maar men verkeert nu in een
moeilijk overgangsstadium. De ge
meente heeft een aantal panden,
grote belangrijke panden, aange
kocht, die nu leeg staan. Het water
is gezakt, waardoor de relatie met
de bebouwing op de kade voor een
deel is verdwenen. Er liggen nog
da±ü-i±y-i.-TL:J$E
'trrff"' frjjf;
183
jachtjes in de Aelbrechtskolk en in
de Voorhaven vindt men enkele
schepen. De mensen vragen: „Wat
gaat hier gebeuren? Moeten we
weg?"
Men kan hen geruststellen, maar er
doet zich hier een problematiek
voor, die, zij het, dat de varianten
soms zeer ver uiteenlopen, veel voor
zal komen bij de handhaving en/of
restauratie en/of vernieuwing van
oude stads- of dorpsgezichten.
Uitgelicht
De toelichting op het bestemmings
plan snijdt reeds één van de pro
blemen aan door mede te delen, dat
de Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg de kernbebouwing van het
oude Delfshaven uit een groter ge
bied heeft gelicht en het bescherm
de stadsgezicht heeft aangewezen.
Zij maakt gewag van de omstandig
heid, dat deze beschermde buurt
aan de zuidzijde een vrij willekeuri
ge begrenzing heeft gekregen: bui
ten het beschermde deel liggen de
in sterk vervallen staat verkerende
bebouwing op de landtong tussen
Voor- en Achterhaven ten zuiden
van het Tussenwater. Op de punt
van deze landtong staat nog de
romp van de moutmolen „De distil-
leersketel" uit 1729, die in 1940 nog
;E