Detfshaven, een belangwekkend „geval" Hoewel Rotterdam ook vroeger niet rijk was aan zogenaamde histori sche monumenten en in dit opzicht door het bombardement in de Twee de Wereldoorlog nog armer gewor den is, heeft het in „oude" overge bleven negentiende-eeuwse wijken wel degelijk een bezit aan bouwwer ken, dat men niet ondoordacht mag opruimen. Het enige deel echter, dat, afgezien van enkele kleine com plexen in de stad zelf, een aaneen gesloten complex van historische bebouwing genoemd mag worden, maakte oorspronkelijk' geen deel uit van de stad. Delfshaven, dat is ontstaan op de plaats waar de waterverbinding tus sen de Schie en de Maas met el kaar werden verbonden door middel van een sluis in de Schiedamse Ho ge Zeedijk, was aanvankelijk de ha ven van Delft en werd eerst in 1885, mede op eigen verzoek, als noodlij dende gemeente bij Rotterdam ge voegd. Het was een echt stadje, al kreeg het dit predikaat pas in 1825 van Willem I met een duidelijk be grensde kern en een grote verschei denheid van aktiviteiten, die meestal aan het water waren gebonden, voor zover het de bedrijven betrof. Tegenover een begin van bloei in de 15de eeuw stond reeds spoedig een langzaam verval, zowel veroorzaakt door een verandering in de water verbindingen, de vorming van een zandplaat aan de uitmonding van de Voor- en Achterhaven, gebrek aan belangstelling van de kant van de moederstad Delft (patriciërs en geestelijkheid mochten er zich niet vestigen) als de opkomst van Rotter dam. Het gevolg hiervan was, dat de bestemming bescheiden en de schaal van de bebouwing klein bleef. Als Delfshaven zo dichtbij de rivier voortdurend in betekenis was toegenomen, had het zo dichtbij Rotterdam zeker een snelle groei meegemaakt, waardoor een geheel andere struktuur was ontstaan. Die struktuur, twee smalle, evenwijdig lo pende, van noord naar zuid lopende havens: de Voor- en Achterhaven, waarvan het noordelijk deel van de Voorhaven Aelbrechtskolk heet, is zeer eenvoudig. Toch, en dit maakt het „geval" Delfshaven zo belang wekkend, is ook hier het één en an- 179

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 11