Kunnen wij de
Koninginnekerk missen?
168 Het gaat slecht in Rotterdam met
datgene, wat de Mei-ramp van 1940
overleefde. Het rustieke dorp Over-
schie is vrijwel met de grond gelijk
gemaakt, juist daar, waar de Schie
het dorp doorkruist. Op hét kaalge
slagen terrein bij het sluisje verhef
fen zich de laatste oude huizen in
afwachting van de slopershamer. De
Rotte zal worden gedempt in het ka
der van de plannen voor een auto
snelweg, waarvoor thans aan dit wa
ter langs het gehele ROTTErdamse
gebied de huizen staan dichtgespij
kerd, worden gesloopt of, als ze blij
ven staan in de toekomst vrijwel on
bewoonbaar zullen zijn. Uitgerekend
het laatste stukje oud-Rotterdam, de
omgeving van het Witte Huis, met de
nog bestaande kom van de Oude
Haven, werd bestempeld tot de
plaats, waar een grote verkeerstun-
nel moet komen; verkeerstechnisch
een volkomen aanvechtbare zaak. In
de oudere 19de eeuwse wijken
wordt meedogenloos de slopersha
mer gehanteerd, zonder dat men
zich afvraagt, of de bewoners van
deze wijken zich niet gelukkiger
zouden voelen in hun eigen oude,
meer geregenereerde woonmilieu,
dan in een stereotiep blokkendoos
patroon, waarvoor zij dan nog veel
meer huur moeten gaan betalen.
Alleen voor Delfshaven schijnen de
vooruitzichten beter te zijn. Maar is
De Koninginnekerk gefotografeerd door C. E. Mögle. (Gemeente-archief Rotterdam).
xKW?' I
het niet onverantwoord zijn geweten
te sussen met het restaureren van
enkele pandjes en losse monumen
ten en de rest van het oude woonmi
lieu aan de verkeersdeskundigen en
schoenendoosontwerpers prijs te
geven? We zullen immers in een toe
komst van autosnelwegen en hoog-
bouwflats het oude woonbestand als
keuzemogelijkheid hard nodig heb
ben. Ook de 19de eeuwse wijken!
Kuyls Fundatie aan de Schiekade is
ook zo'n gewetensusser. Het werd
gedemonteerd en (slechts gedeelte
lijk!) aan de 's Gravenweg weer her
bouwd. Een stadshofje, dat in deze
landelijke omgeving volkomen mis
staat. En des te droeviger wordt
men gestemd, als men bedenkt, dat
men voor deze hele poppenkast de
minstens zo fraaie buitenplaats Vre-
deoord heeft gesloopt, om er Kuyls
Fundatie te kunnen neerzetten.
Bovenstaande, om aan degene, die
zou denken, dat Rotterdam in 1940
voorgoed alles, wat behoud en ver
betering waard zou zijn kwijt is ge
raakt, te tonen, dat de stad nog wel
degelijk vele waardevolle plekjes
heeft, waarmee helaas allertreurigst
wordt omgesprongen.
De hardste klappen vallen thans in
de 19de eeuwse wijken, die qua ar
chitectuur (zeer fraaie witgepleister
de onderpuien met bakstenen bo
venbouw) en stadsaanleg (de talrijke
groene singels, die de wijken door
kruisen) de allerbelangrijkste en
aantrekkelijkste van de drie grote
steden genoemd kunnen worden. En
in dit waardevolle 19de eeuwse
woonmilieu komt de afbraak van de
Koninginnekerk wel bijzonder hard
aan. Oprijzend aan het water van de
Boezemkade is dit bouwwerk met
zijn groene spitsen een markant
herkenningspunt in de 19de eeuwse
gordel van noord-oost Rotterdam.
Het is het belangrijkste voorbeeld
van vroeg-20ste eeuwse protestant
se kerkbouw, een waardig tegen
hanger van de R.K. St. Bavokerk in
Haarlem. Het gebouw bezit een zeer
rijk interieur in een mengeling van