Een tuinkoepel in Winschoten
164 Na een, in verhouding tot het object
lange voorgeschiedenis, die begon
in 1961, is de restauratie van de
voor het noorden van ons land wel
haast unieke tuinkoepel te Winscho
ten voltooid.
Bij mijn zwerftochten door de drie
noordelijke provincies vond ik vele
en velerlei tuinkoepels en theehuis
jes, maar geen daarvan wint het in
vormrijkdom en elegantie van die in
Winschoten.
In Groningerland zijn nog enkele
koepels te vinden, en wel te Pietebu-
ren (Domies toenhoes, gerestau
reerd in 1964), Menckemaborg te
Uithuizen (gerestaureerd in 1930),
Alberdaheerd te 't Zandt (wordt
waarschijnlijk binnenkort gerestau
reerd), Huize Nienoord te Leek (de
zogenaamde schelpengrot) en in de
stad Groningen de laat 18e eeuwse
koepel aan de Hereweg in het Ster-
rebos (in 1965 verplaatst), de zoge
naamde Scholtenskoepel bij de Via
duct en de tegen het woonhuis aan
gebouwde nu als etalage ingerichte
koepel met bolvormig dak aan het
begin van de Viaduct.
Alleen die in het Sterrebos, met zijn
witte kolommetjes en tentvormig dak
is enigszins vergelijkbaar met de
koepel op Oude Werf.
Nog in 1960 werd een aardige, in
chinoiserie-stijl gebouwde theekoe
pel te Glimmen (gemeente Haren) af
gebroken.
In totaal zijn er dus nog 7 theehuis
jes in de provincie over.
In Drente zijn er theekoepels te vin
den in Assen tegenover het station
(hotel Overcingel) en op het terrein
van de psychiatrische inrichting Port
Natal. Verder één in Meppel en een
vierkante stenen in Zuidvelde bij
Norg (in 1966 gerestaureerd).
Ook in Friesland zijn mij nog enkele
bekend, onder andere de vier stuks
op de oude wallen van Franeker,
een fraaie koepel te Akkrum, een in
teressant exemplaar met originele
halfronde hoekkasten in Empire-stijl
op de Cornelia-stichting te Beetster-
zwaag en een midden 19e eeuwse
bij Quatrebras.
U ziet, de oogst is niet zo groot. Zui
nigheid is bij een dergelijke schaar
ste wel geboden. Vroeger zijn er na
tuurlijk veel meer van deze koepels
geweest. Door de grote wijzigingen
in het maatschappelijke en economi
sche leven en de grote mobiliteit van
de hedendaagse mens is de rustig
gelegen dromerige tuinkoepel ver
vangen door de caravan.
De recreatie in de 17e, 18e en 19e
eeuw, speelde zich niet alleen af in
de herberg, zoals onze schilders
ons suggereerden. Men hield een
siertuin of moestuin. Men wandelde
langs de stadswallen onder het rui
send geboomte.
Er werd geroeid, gezeild en gevist in
polderwateren en plassen. Men
wandelde naar de tuinkoepel buiten
de stadswallen om er zijn vrienden
te begroeten of te ontvangen.
Daar speelde men kolf, kegelde in
de tuin, reed paard of joeg op wild.
Men kweekte in speciale kassen (o-
rangerieën) uitheemse planten en
zuidvruchten. Op vele buitenplaatsen
speelde de fruitteelt een grote rol.
Na 1760 kwamen de bosplantages
in aanzien.
Veel van onze mooiste landschap
pen zijn aan deze oude buitens te
danken. Enkele schaarse resten
daarvan zijn in Groningerland nog te
vinden o.a. de wel zeer kleine Oude
Werf te Winschoten, de Ennemaborg
te Midwolde en de Freijlemaborg te
Slochteren.
Twee beelden, afkomstig uit Groningen, die de Tuinhuisje in de voormalige pastorietuin te Pieterburen, uit ±1780. Foto en restauratie van de schrij-
oorspronkelijke witte tuinvasen, welke zoek zijn ver.
geraakt, vervangen. Foto P. Boonstra, Gronin
gen.