cé, dat het landgoed Amelisweerd zo min mogelijk wordt aangetast. AMSTERDAM De belangstelling die het bondsbestuur van meet af aan voor Amsterdam als stad van zijn oprichting en vestiging heeft gehad mag algemeen bekend worden geacht. De vele adressen tot het gemeentebestuur gericht hebben wijde bekendheid en instemming ondervonden. De ver schillende saneringsplannen hebben sinds 1953 toen zij nog als wederopbouwplannen ter tafel kwamen Heem- schuts volle aandacht en krachtige reactie gehad. Heemschut zag destijds alleen zijn verwante oudheid kundige verenigingen die in Amsterdam gevestigd zijn naast zich. Van enige reactie uit de burgerij was toen praktisch geen sprake. Sinds deze op gang kwam, om dat de raadsbesluiten kenbaar werden aan het sloop werk dat verricht ging worden, zijn de buurtbewoners in beweging gekomen. Hoewel het merendeel van Heemschuts adressen en re- questen aan het gemeentebestuur onbeantwoord bleef, of met een afdoener terzijde werd gelegd, of in een en kel geval de toezegging kwam, dat Heemschut en zijn medestanders vóór de beslissing gehoord zouden wor den, mag misschien aan de vergetelheid ontrukt worden, dat dit niet gebeurd is. De nieuwe gemeentelijke werkwijze is, om zich met de buurtverenigingen al of niet via de wijkcentra te verstaan door gespreksgroepen in te schakelen, een zogenaam de inspraakprocedure te volgen en toe te zeggen, dat met de meningen rekening zal worden gehouden. In het „Advies inzake het betrekken van de bevolking bij de vorming van het ruimtelijke beleid door de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening" in najaar 1970 uitgebracht, staat onder de rubriek Amsterdam on der meer vermeld (blz. 39): „men moet rekening houden met het feit, dat de interesse voor de stedebouwkundige gebeurtenissen bij grote groepen niet erg is ontwikkeld en zich meer richt op de „gewone" problemen in de on middellijke omgeving van woning en woonstraat." De opmerking in dezelfde paragraaf, dat rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat „aktieve min derheidsgroepen de boventoon zullen voeren en de meerderheid van de bevolking zullen overstemmen" kan in haar algemeenheid juist zijn. Wij tekenen hierbij wel aan, dat de plannen tot grachtdemping waaraan de naam Kaasjager was verbonden spontaan meer dan 10.000 mensen op straat bracht om hier onmiskenbaar protest tegen aan te tekenen. De doorbraken, slopingen en wijkvernieling, ook gezegd het bederf van het woonmilieu, dat de huidige metroplan nen in zich dragen, bracht in één week tijds 112.000 mensen ertoe hun handtekening te plaatsen voor het be houd van het sfeervolle stadscentrum. Het bij toeval be kend worden van de bouwplannen voor een massaal bankcomplex in de Vijzelstraat bracht ontelbare Amster dammers in beweging. In dit licht gezien doet de hiervoor vermelde uitspraak denigrerend aan en mag eerder op een stadsbestuur gerekend worden dat meer begrip voor de karakteristie ke betekenis van Amsterdam toont en zijn diensten te rugbrengt tot de taak welke hun functie omvat, namelijk de stad en haar inwoners te dienen. Beschermd stadsgezicht De Bond Heemschut zou het aanwijzen als beschermd stadsgezicht van de Leidsegracht mede als onderdeel van een veel wijder strekkend beschermd stadsgezicht van harte toejuichen. Aan het door een groot aantal be woners van deze gracht ingezonden adres werd derhal ve adhesie betuigd. Wijziging wederopbouwplan Reguliersdwarsstraat Zowel verhoging van de toegelaten bouwhoogte van de reeds bestaande parkeergarage van 16 tot 20 meter als het overbouwen van de straat met een viaduct beteke nen een aantasting van het karakter en de schaal van de Amsterdamse binnenstad. Het College van Burge meester en Wethouders werd van onze bezwaren op de hoogte gebracht. Zij hielden daarmee rekening. Leidsegracht wordt beschermd stadsgezicht. Foto W. M. Zilver Rupe, Amsterdam. 159

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 37