140 voelt men in Zwitserland wel, dat de zorg voor het behoud van een be langrijk dorps- of stadsgezicht aan wezig is, ofschoon er vreemde ont sporingen zijn: het raadhuis en een school in Romont tegenover het slot, een wolkenkrabber in Zug, half en half „moderne" bebouwing naast het raadhuis in Luzurn. De Heimatschutz signaleert dit en nog veel meer, maar het helpt niet altijd. Vreemde ontsporingen treft men ook aan: de nogal kinderlijke herbouw van een toren in Thun naast een mo dern winkelpand, het-reeds vermel de Gruyères, de herbouw van een rijtje huizen aan de Saane in Fri- bourg vlakbij de drukke brug met autoverkeer, die daar zo'n scherpe bocht maakt, dat het levensgevaar lijk is de straat over te steken, de „modernisering" van de omgeving van een verdedigingstoren in de stadsmuur van La Neuveville. Daar- tègenover staan dan ook weer ge slaagde restauraties, vaak onder auspiciën van de Heimatschutz. De 19e en 20ste eeuw Hierbij valt op te merken, dat men ook in Zwitserland reeds aandacht besteedt aan de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Het station in Zürich, de bijzonder stati ge bebouwing van de Place Neuve të Genève en het befaamde Maison de Paon in dezelfde stad hebben reeds de aandacht van deze vereni ging (Heimatschutz 1969, Heimat schutz 1970). Wel viel het me deerlijk tegen, dat het Maison de Paon, in tegenstelling met het desbetreffende bericht uit 1970 deerlijk was verminkt. Ook in Het kleine, bij toeristen ten onrechte weinig bekende stadje La Neuveville aan het Bielermeer. Luzern wordt blijkbaar aan de ne gentiende eeuw nog niet veel aan dacht besteed: een overigens niet zo geweldig neo-renaissance-ge- bouw bij de brug van de Reuss in de buurt van het station had men van een „moderne" pui voorzien, die zo slecht paste, dat men het hele ge bouw beter had kunnen afbreken. Onze herontdekking van de negen tiende/begin twintigste eeuw moet niet zover gaan, dat we ineens alle gebouwen in neo-stijlen onschend baar verklaren, maar men mag mijns inziens op zijn minst verlangen, dat men ze evenmin als alle andere ge bouwen, niet ondoordacht verminkt. Wat wij in onze winkelstraten met onze zeventiende eeuwse huizen uitvoeren is heus niet een voorbeeld, dat navolging verdient. Om nog iets verder te gaan: het is zeer jammer, dat men Le Corbu- sier's La Clarté, een woongebouw uit 1930/32, dat hij met zijn broer Pierre Jeanneret bouwde, aan de verwaarlozing prijs geeft, terwijl de indeling bijzonder interessant is en de mensen er blijkbaar ook nog met plezier wonen, vooral degenen, die voortuintjes op de uitbouw van de parterreverdieping hebben. De strijd van de Heimatschutz Intussen, en dit is in Zwitserland evenzeer een probleem als bij ons, wordt de strijd van de Heimatschutz zwaarder naarmate men bij de gro tere en grote steden terecht komt en naarmate de bouwwerken van re center datum zijn dan 1800. Toch valt het bijvoorbeeld in Genève op, dat de oude stad zich vrij aardig heeft gehandhaafd en dat vooral aandacht is besteed aan de over gang van de oude naar de „nieuwe re" stad, waarin onder andere de belangrijkste winkelstraat is gele gen. Die uitbreiding was overigens zo slecht nog niet en er is in elk ge val de stijlvol bebouwde Place Neu ve en de druk bezochte en het ui terst gezellige terrasjesplein Place de Molard (van drie naast elkaar ge legen pleinen, waarvan het één een verkeersplein is geworden en het

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 18