Zwitserland
Verkenning van
stads- en dorpsschoon
136 Boerderijen
ondergewaardeerd
In verhouding tot degenen, die zich
zowel 's zomers als 's winters in de
bergen plegen te vermeien, is het
aantal toeristen, dat Zwitserland be
zoekt om zijn steden, dorpen en
boerderijen betrekkelijk klein.
Vooral de laatste, die dan ook niet
zo gemakkelijk te vinden zijn, heb
ben nog niet evenals alle landelijke
architectuur (Spanje, België, Neder
land) de waardering en aandacht
gevonden, welke zij verdienen. In
het land zelf zijn de boerderijen in
de buurt van Langnau en een groot
deel van het Emmental een begrip,
terwijl tevens Diemtigen, Darstetten,
Ringoldingen, Erlenbach worden
aanbevolen, alle vlak bij elkaar gele
gen in het Simmetal, dat in de Thu-
ner See uitkomt. Verder Saanen,
Rougemont en Rossinière aan de La
Sacine die in het meer van Gruyère
uitmondt, maar hier hebben we al,
vooral wat Rougemont en Rossinière
betreft met mooie dorpsbeelden te
doen, die overigens ook aan de
Simme (en elders) niet ontbreken.
Het eist, zoals altijd bij het bekijken
van architectuur en stedeschoon,
steeds weer opnieuw na de „ontdek
king" voor al dat mooie enige oefe
ning en ook enige studie vóór men
tot de dagen des onderscheids
komt en zelfs onder deskundigen
bestaat verschil in waardering, zoals
bijvoorbeeld een boek als van Pier-
re Jacquet (Chalets, Orell Flüss, 1i
Verlag, Zürich, 1963) dat ik mij on
middellijk aanschafte, nadat ik op
doorreis naar Italië in vliegende
vaart langs „de mooiste" boerderijen
was gereden, door een expert als
een waardeloze bijdrage werd afge
wezen. Ik kan het met alle eerbied
voor technische en kunsthistorische
kennis van de betreffende niet met
hem eens zijn, maar het vraagstuk is
ingewikkeld, omdat boerderijen nu
eenmaal ook bedrijven zijn. De func
ties van wonen en bedrijfsvoering
komen hier op bijzonder harmoni
sche wijze samen in de zorgvuldig
overwogen en soms zelfs uitbundig
versierde vorm, een vorm die in de
loop der eeuwen ontstaan, in wezen
gelijk is gebleven, maar in het uiter
lijk vooral in details een grote ver
scheidenheid vertoont.
Opvallend is de omstandigheid, dat
aan de bestaande boerderijen (al
thans voor zover ik dat heb kunnen
nagaan) weinig is geknoeid, dat de
omgeving, met name de voortuinen,
meestal goed is verzorgd en dat
ze vaak verrassend fraai in het land
schap staan. Dit laatste kan echter
ook een soort „gezichtsbedrog" zijn:
ik kan me moeilijk een boerderij in
Zwitserland voorstellen, die niet
goed in het landschap zou passen.
Niettemin is het toch ook opvallend,
dat een groot aantal boerderijen
prachtig passen in het dorpsbeeld,
zelfs als ze niet van grote architec
tonische betekenis zijn: een traditio
nele goede smaak heeft hier voor
een altijd aanvaardbaar geheel ge
zorgd. Merkwaardigerwijze loopt het
dan immers mis als men teveel wil
doen. Zo is vlakbij Interlaken een
dorpje, Bönigen genaamd, gerestau
reerd, waar de kunstmatigheid af
druipt. Wel is er hier en daar een
aardig kiekje te maken, maar het
geheel doet toch erg aan een soort
Zandvoort denken, al is de architec
tuur dan ook iets gemakkelijker te
aanvaarden. Een boerderijendorp
van pensionboerderijen is natuurlijk
geen boerderijendorp meer en al
kan men billijken, dat de horecabe
drijven laten merken, dat ze er zijn,
zodra ze met een vreemde kombina-
tie van bloembakken en bloemkar-
Duidelijk barok boerenhuis in het Emmental bij Ramsei.
Boerenhuis bij Langnau in het Emmental.