Herindeling Buren HEEMSCHUT 134 wisselen, veel en verscheidene im pulsen krijgen. Allerlei andere din gen van culturele en ontspannings- aard ontstaan. Het wordt gezellig. Het moet gewoon prettig zijn in die binnenstad, die intiem, gezellig, wel- behagelijk is, een zekere herberg zaamheid geeft. Denkend uit de sociaalpsychologie, wat zouden dan de hoofdeisen aan de stedebouwers zijn? Prof. Wentholt, uitgaande van een organisch gegroeide stad, dat wil zeggen, een geleidelijk, in de loop der eeuwen gegroeide kern, vindt dat je moet analyseren welke func ties die kern vervult. En dan moet je zorgen dat je die behoudt. Je dient het bestaande netwerk van functies en de ruimtelijke consequenties daarvan niet aan te tasten maar te versterken. Op de vraag, of de mensen er ook moeten blijven wonen, ofwel dat zij plaats moeten maken voor zaken en kantoren, is het antwoord dat de mensen er niet alleen om redenen van monumentenzorg moeten blijven wonen, maar gewoon om vitaliteits- redenen. Vitaliteitsredenen van de stedelijke beschaving moeten be houden worden. Stadsmensen, een gevarieerd en veelal bont volkje, zijn nodig voor een stad. Zij geven aan een stad mede haar gezicht en warmte. Zoals de gemeentelijke bevoegdhe den, structuren en financiën er nu voor staan, is het voor de gemeen ten wel moeilijk. Zolang de eigen domsverhoudingen blijven zoals de ze nu zijn gaat het marktmechanis me, de wet van vraag en aanbod, prevaleren. Dan zie je, dat de meest kapitaalkrachtigen, de banken en de grote kantoorgebouwen, de super winkels, de pittoreske woongebou wen eruit drukken. Amstel, hoek Prinsengracht is daar in Amsterdam een recent voorbeeld van. Prof. Gal- braith en ook de Duitse psychiater Alexandér Mitscherlick, aan wie het probleem, der steden zeer ter harte gaat, menen, dat het eigendom van de stadsgronden in handen van de gemeenschap moet komen. Daar schuilt wel een gevaar in, men moet dan wel de mensen hebben met de juiste visie en mentaliteit in wat be langrijk is voor het stedelijke welzijn. Wij zouden hier aan willen toevoe gen, dat dit laatste zo vaak ont breekt, gezien de vele kansen die gemist zijn, toen met de huidige be voegdheden de gemeentebesturen faalden. En dat lag minder aan de bevoegd heden dan aan de visie en mentali teit van die gemeentebesturen. De kadavers, die vele wijken van bin nensteden nu zijn leveren er de rampzalige bewijzen van. Die menta liteitsverandering moet vooral uit de burgerij komen, immers zij kiezen hun bestuurders. Heemschut is een der middelen om die mentaliteitsver andering te bevorderen. Daar wordt voortdurend en met de middelen welke Heemschut ter beschikking heeft aan gewerkt. Die middelen moeten toenemen. Dat kan. Door meer leden, door meer financiën. Elk lid, die het daarin met ons eens is, kan daarbij een belangrijke rol spelen. Verschillenden doen dit (zie de ledenlijsten), nog niet allen. Wat eens met Sluis dreigde en met Woudrichem, bedreigt nu Buren, nl. herindeling, waarbij Buren wordt ge voegd bij Geldermalsen. Het is uiter aard simpel om met het potlood een aantal gemeenten op te heffen. Wij leven immers in een tijd van schaal vergroting. Het is in vele opzichten ook juist, maar niet in alle! Buren is waard afzonderlijk bekeken te worden. In het sinds 1395 stads rechten bezittende Buren heerst een eigen geest, is een hechte band tus sen gemeentebestuur en gemeente naren. Wordt Buren opgenomen in Geldermalsen, dan zal het nu - dank zij eigen energie en bestuur - bloeiende Buren de dreiging onder gaan van belemmerd te worden in zijn restauratiebeleid. Immers daar voor mag men bij Geldermalsen niet die belangstelling verwachten, het geen begrijpelijk zou zijn. Vandaar Heemschuts belangstelling. Wie beter dan Heemschutters we ten, hoe Buren uit het na-oorlogse verval aan het verrijzen is tot een verrukkelijk klein stadje. Een waar lijk kostelijk kleinood onder de Be- tuwse gemeenten. En wat zou er van de gezamenlijk met Beusichem gemaakte plannen tot recreatie langs de Linge terecht komen, als Buren wordt onderge schoven in een - uiteraard ach tenswaardige - gemeente als Gel dermalsen? Achtenswaardig, maar zeker niet zo monumentenbewust: monumentenarm.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 12