Het vaderland
van de grote
schoonmaak
Heemschut
in het
buitenland
Ligging alleen is niet vol
doende!
In „Woord en Dienst", veertiendaags
orgaan voor het hervormd kerke-
werk (Jrg. 20, no. 4), schreef Dr. W.
Barnard, predikant te Rozendaal,
over zijn politieke overtuigingen. Hij
noemt zijn lidmaatschap van de Ver
eniging tot Behoud van Natuurmonu
menten .men tracht nog iets te
redden van de schepping.
.„Voor de city, de civitas, zorgt de
Heerde aarde dienen en behoe
den moeten de mensen.Maar
hij noemt ook de Bond Heemschut.
Met toestemming van de schrijver
nemen wij dat gedeelte uit zijn be
schouwing over.
„Ik lees in de bijbel dat de toren van
Babel ons ontraden wordt en tot
mijn spijt krijg ik de indruk dat het
moderne stadsbeeld zich daar niet
aan houdt. Veel moois dat door goe
de verhoudingen en bescheiden
proporties het menselijk bestaan in
ere hield moet wijken voor boven
maatse en onmenselijke krachtpat
serij, ongevoelige technolatrie, erec
ties van een maatschappij die door
het dolle heen zichzelf poneert.
(Maatschappij is vrouwelijk, dat weet
ik ook wel, maar het is een mannen
maatschappij.)
Daarbij wordt de behoedzaamheid
uit het oog verloren, de aandacht
voor wat niet economisch loont ver
onachtzaamd, de traditie gehoond.
Traditie is een gehaat woord. Men
verwart het dikwijls met conventie.
Maar ook afgezien daarvan, het is
meer aan de orde om futurologie te
studeren, dan geschiedenis, ja, er is
een modieus pathos dat met een
nauwelijks verborgen haat van „al
dat oude" niet weten wil. Alsof de
wereld vandaag begon. Vaak wordt
dat pathos met halfbegrepen theolo
gische argumenten nog onder
streept: het zou in de bijbel ook
gaan om vooruitzien en niet om eer
bied voor oud, ouder, ouders, oud
heden, ouderlingen, ouderwetsheid
•etc. etc.
Maar het valt niet te miskennen dat
het woord „gedachtenis" een van de
kernwoorden van het Hebreeuwse
denken is. En daarom geloof ik, dat
mijn sympathie voor de Bond Heem
schut op meer berust dan alleen wat
Europese romantiek, n.l. ook op een
schriftuurlijk besef."
Het is de lezers wellicht bekend, dat
er een Europees verband bestaat
van „verenigingen tot bescherming
van de schoonheid van het land."
Voor Nederland heeft de Bond
Heemschut zitting in dit internatio
naal gezelschap, Europa Nostra ge
heten. De penningmeester is de
heer J. A. de Zwaan.
127
De Kroon heeft een beschikking van
de minister van CRM vernietigd
waarbij deze laatste het pand Markt
26 te Gouda op de voor die ge
meente vastgestelde lijst van be
schermde monumenten had ge
plaatst. Tegen deze beschikking had
de eigenaresse, N.V. Rotterdams
Nieuwsblad, beroep aangetekend bij
de Raad van State.
In het Koninklijk Besluit wordt aan
gevoerd dat het pand allerminst als
een monument is aan te merken. Het
is een vermoedelijk in de 18de eeuw
als woonhuis gebouwd pand, met
een lijstgevel en hoog schilddak. In
de 19de en de 20ste eeuw heeft het
ingrijpende verbouwingen onder
gaan.
Aan het pand kan een oudheidkun
dige waarde niet geheel worden ont
zegd, aldus het vernietigingsbesluit,
doch er kan geen voldoende grond
gevonden worden voor bescherming
ervan als historisch object door
plaatsing op de vastgestelde lijst
van beschermde monumenten.
Wel wordt in het bèsluit overwogen
„dat de aanwezigheid van het pand
van belang is voor het stadsbeeld
rond de Markt, alwaar zich meerde
re beschermde monumenten bevin
den. Maar uitsluitend de ligging ver
mag niet tot een ander oordeel te
leiden, reeds hierom omdat de Mo
numentenwet voor de bescherming
van dat stadsbeeld afzonderlijke
maatregelen mogelijk maakt."
Blijkens een bericht, toegezonden
door een der leden uit Zwitserland,
komt men ook in de U.S.A. hoe lan
ger hoe meer in het geweer om ou
de huizen en oude kernen gaaf te
houden. In New York is een commis
sie gevormd, afgekort L.H.P.C. n.l.
de Landmarks Historical Preservati-
on Commission; het zal niet meeval
len om in een omgeving waar zulke
economische belangen liggen en
zo'n traditie gevestigd is van vrij li
beralisme op het gebied van het
bouwen enige invloed ten goede uit
te oefenen als het gaat om het be
houd van goede oude bebouwing.
Wij wensen onze collega's aan de
ander kant van de oceaan veel
sterkte.
Een vermeldenswaardige primeur is
de „Atlas der historischen Schutzzo-
nen in österreich", waarvan het eer
ste deel onlangs is verschenen. De
op een mooi formaat uitgevoerde at
las met een inleiding van Prof. Dr. W.
Frodl, tot voor kort Hoofddirecteur
van de Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg in Oostenrijk, geeft in
plattegronden, die ter illustratie
steeds gepaard gaan met luchtfo
to's, de zones aan die voor be
scherming in aanmerking zouden
komen. Helaas ontbreekt in Oosten
rijk de basis waarop de bescher
ming zou kunnen worden gereali
seerd. Moge hier spoedig verande
ring in komen. De Atlas is n.l. het
overtuigende bewijs, dat er momen
teel nog heel veel waardevols aan
wezig is.
Dr. C. A. van Swigchem