Vollenhove Iets dergelijks dreigt nu - en naar duidelijk lijkt in het ka der van de krotopruiming - te geschieden met het oude stadje Vollenhove, Het lag tot voor kort aan de Zuider zee en de vissers en de visvangst hebben er hun stem pel op gedrukt. Het is met drie lange hoofdstraten die bij het beginpunt vrijwel samenkomen oost-west gebouwd, met aan het beginpunt het aloude hotel en aan het eind de oude kerk en de haven. In het ver verleden lag het hoog, op zand, bij de uitgestrekte wouden van Fullen- hoe. In de tiende eeuw verkreeg de vijfentwintigste bis schop van Utrecht, Balderik, het recht in dit gebied, dat door graaf Everhart werd bestuurd, van wildban, van ja gen. In de twaalfde eeuw bouwde of herbouwde bis schop Godfried het kleine slot, het Olde Huys, op een voor de stad gelegen eilandje, later schiereiland. Het- schiereilandje is er nog, het slot is afgebroken. De slot grachten werden uitgediept en vormden de oude vis sershaven. Naast die haven ligt de grote oude kerk - nu in de steigers en in grondige restauratie - en het oude, smalle stadhuis met zijn mooie in renaissance opgetrok ken lange gevel in zandsteen met zeven zuilen. Het is nu helaas te klein geworden voor gemeentehuis en wordt als restaurant geëxploiteerd. Aan de overkant van het zorgvuldig met grote veldkeien in patroon geplaveide Kerkplein ligt de oude Latijnse school - nu bibliotheek - met schelpmotiefversiering. Even noordoostwaarts, langs de lijn die de onmiddellijke kustlijn vormde - stadhuis en kerk keken op zee - ligt nog een gedeelte van de stadswal, beplant met hoge bomen die het silhouet van de stad markeren; aan de buitenkant glooiend naar wat eens de zee was en nu de grote verkeersweg naar Emmeloord, aan de binnenkant geplaveid met zware grijs-rose onbegaanbare „kinder hoofden". Dit stenen walpantser wordt enkele malen on derbroken door ongemetselde trapjes. Hier stond nog maar enkele maanden geleden een rij vissershuisjes, klein en laag, beveiligd tegen „de wind van zee". Een er van, het laatste, op de hoek, staat er nog, bewoond, de fuiken staan er nog te drogen op de walkant. De rech- terzijwand - tot voor kort een scheidingswand - is slechts van - mooi betimmerd - hout en niet bestand te gen weer en wind. Het huis draagt een bord van onbe woonbaarverklaring. Het moet weg. Het belendende huis is overgebracht naar het museum in Enkhuizen. Dat huisje droeg het karakteristieke straatnaambordje: Aan zee. Het hoorde meer dan iets anders bij Vollenhove. Weliswaar is het nog beter in het Zuiderzeemuseum dan op een puinhoop maar het had in Vollenhove moeten blijven. Het had, met zijn buurhuizen, tijdig gerestau reerd kunnen worden, met van binnen een wat gemoder niseerde accommodatie. Dan hadden zij, zo niet als vis sershuizen, heel goed als bejaardenwoningen dienst kunnen doen. Dan was het karakteristieke stukje wal- beeld van de oude Zuiderzeestad, nu aan de grote weg, bewaard gebleven. Een ruimte wordt er met die afbraak nauwelijks gewonnen want het is een smalle aangele genheid. Maar naast en achter het ene bijna-gesloopte vissershuisje dat er nog staat, liggen de geprefabriceer de bouwmaterialen voor de massa-nieuwbouw al ge reed. Een grote vlakte tussen „Aan zee" en de lange Kerkstraat is er voor vrijgemaakt. Helaas werd daar het oude Visserstraatje ook niet geduld. Ook daarvan staat er nog één huis, een aardig gaaf huis met gevelstenen in de puntgevel, gewit achterhuis, gewitte gevelband. Het moet verdwijnen. 125 Laatste huis in het visserstraatje (wordt afgebroken). Marxveldt met daarnaast „het huis van de baron". „Het huis van de baron" is dichtgespijkerd en vervalt tot afbraak.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 29