De oude pleinen
van 's-Hertogenbosch
en hun problematiek
Een uitdaging
De schoonheidsbeleving die men ondergaat in veel oude
steden zal men bij een oppervlakkig bezoek aan 's-Her-
togenbosch niet zo snel ervaren. Hiervoor is een langdu
riger kennismaking vereist.
Het blijkt dat vreemden in een proces van maanden of
zelfs jaren geleidelijk steeds meer worden gegrepen
door de poëtische schoonheid van de oude stad. Alleen
de kracht die uitgaat van een kunstwerk van bijzonder
grote waarde, is tot zo iets in staat, ook al is dit kunst
werk juist op essentiële punten verminkt zoals met Den
Bosch het geval is.
De grondslag van dit schoonheidsbeleven is de driehoe
kige vorm van de Frankische nederzetting. Zoals reeds
in „Pleidooi voor 's-Hertogenbosch" werd aangegeven,
heeft de stad drie hoofdwegen, drie flanken en een drie
hoekig marktplein. Parallel hieraan zijn de drie rivieren
Dommel, Aa en Dieze duidelijk in het waterstelsel aan de
Binnendieze herkenbaar, respectievelijk in Vughter-
stroom, Grote Stroom en Haven.
Daarnaast kent de oude stad drie grote pleinen: Markt,
Vischmarkt en Parade. Vooral de Vischmarkt (de tegen
woordige Visstraat tegenover de Haven) is door de ver
minkingen van de laatste driekwart eeuw niet meer dui
delijk als plein herkenbaar. Nu is het merkwaardige dat
elk van deze pleinen in zijn vorm en sfeer als het ware
een karaktertrek vertoont van de stad en haar bevolking,
terwijl iedere pleinruimte wordt (werd!) beheerst door
een bouwkundig teken dat uitdrukking geeft aan de be
treffende karaktertrek.
Het belangrijkste plein, de Markt, geeft uitdrukking aan
het zelfbewustzijn en de voornaamheid van de poorters.
Het bouwkundig teken is het Stadhuis, dat door plaats
en vorm de Markt domineert, maar wel zodanig, dat het
niet denkbaar is zonder de bebouwing er omheen, zoals
de magistraat niet denkbaar is zonder de burgerij die hij
vertegenwoordigt.
V/SCHMAHKT re I HCRTOdCHBOSCH OMSmeEKS iSlo
k ra Art
ViichmArkt Y'Schbunk
Het tweede plein wordt gevormd door de oude Visch
markt (nu: Visstraat), gelegen aan het einde van de Ha
ven. Het geeft uitdrukking aan de handel, die de tweede
grondslag vormt waarop de Bossche gemeenschap was 117
gebouwd. Typerend voor de bedrijvige sfeer van het
plein en zijn omgeving was het (nu reeds lang verdwe
nen) bouwkundig teken: de stadskraan, een bouwsel zo
groot als een huis, dat diende voor de overslag van goe
deren. Hij stond ongeveer ter plaatse van de huidige
portiersloge van De Gruyter. Later werd de kraan als te
ken nog aangevuld met de (eveneens verdwenen) Vis-
bank.
vnsTKAAT re S HaxmatMooscH cmirxiiKS igjo
ViiSkraat
Wil men nu ergens iets restaureren aan het stedebouw
kundig kunstwerk, dan houdt deze op één na belangrijk
ste ruimte in de oude stad een uitdaging in, omdat te
vens geen plaats zo onherkenbaar verminkt is als deze.
Daar moet worden overwogen of de westelijke gevel-
wand, die gesloopt is voor de toegang naar het station,
opnieuw kan worden gesloten. Een toegang naar het
plein die zó groot is, dat de ruimte als plein volledig ver
nietigd werd. De Haven zou geheel moeten worden ge
restaureerd en de verbinding met de Dieze zou weer
zichtbaar moeten worden gemaakt zoals beschreven in
het „Plan tot herstel van stadsmuren en grachten". Men
moet overwegen of de middeleeuwse stadskraan kan
worden herbouwd, al is het zeker denkbaar dat op die
plaats een groot modern „teken" wordt geplaatst dat
symbolisch de functie van de kraan overneemt. Herbouw
van de Visbank zal technisch op minder moeilijkheden
stuiten.
Merkwaardig is dat het derde plein in de middeleeuwen
volledig heeft ontbroken. Maar in de gebouwde stad als
kunstzinnige uitdrukking van haar karakter, moest het
plein toch eens ontstaan ter completering van het drietal,
temeer omdat het bouwkundig teken er al rond 1200
was. Bedoeld plein is de tegenwoordige Parade die in
feite uitdrukking geeft aan de noodzaak voor de mens af
en toe in zichzelf te keren en uit te stijgen boven het al
ledaagse. Wezenlijk voor het plein is de ingetogen rust,
zoals die tot stand komt door de aansluitingen op de
stad, die anders zijn dan die van de beide andere plei
nen. Het bouwkundig teken is de St.-Janskerk. In tegen-