Concreet project
Architect G. Prins, lid van de Restauratiecommissie zet de plannen voor
Woudrichem uiteen.
In de afgelopen jaren heeft Heemschut in de praktijk er
varingen opgedaan met het HEEMSCHUT RESTAURA
TIE HULPFONDS. Daarbij is gebleken, dat, met naar ver
houding bescheiden middelen, enorm veel werk kon
worden verzet.
De gelden die uit het HULPFONDS beschikbaar werden
gesteld, vloeiden na verloop van tijd weer terug en kon
den voor andere doeleinden worden gebruikt. Dit werd
bereikt door bijvoorbeeld gelden uit te lenen tegen bij
zonder lage rente.
Wij zijn ervan overtuigd, dat, in veel groter omvang en
met grote slagvaardigheid kan worden opgetreden, wan
ner Heemschut de beschikking heeft over een kapitaal
van vijf miljoen gulden, dat in een voor dit doel bestemd
fonds wordt ondergebracht.
Wij stellen ons voor, dat dan uit dit fonds bijdragen kun
nen worden verleend aan grote objecten van velerlei
aard. Daarbij behoeft niet alleen gedacht te worden aan
restauraties van historische gebouwen, want de doel
stelling zal veel ruimer gesteld zijn.
Tot de karakteristiek van het Nederlandse landschap, tot
de dorpen en de steden, tot de bomen en de bruggen,
behoort veel meer dan de gelukkig nog verspreid aan
wezige gebouwen van historische of culturele waarde.
Heemschut zal zich daarbij evenzeer moeten inzetten
voor het behoud van een karakteristieke beplanting als
voor bebouwing van de naast een monument opengeval
len plaats, waar nu helaas vaak op esthetisch niet ver
antwoorde wijze wordt gebouwd.
Zo zal het niet uitgesloten zijn, dat - onder bepaalde
omstandigheden - ook geld beschikbaar gesteld wordt
a fonds perdu, hetzij voor herstel, respectievelijk bebou
wing, hetzij als steun in die gevallen, waar een verant
woord ontwerp een bouwproject doet aansluiten op es
thetisch verantwoorde wijze bij de bebouwing van de
onmiddellijke omgeving.
Het werkterrein van dit fonds beslaat ons gehele land.
Heemschut beschouwt het dan ook als een nationaal
fonds dat in de loop van de komende tijd in alle delen
van Nederland gebruikt gaat worden.
„Wat gaat Heemschut nu precies doen met dat geld?",
vroeg de heèr Van Beunirigen. „Wij hebben gemeend dit
het beste duidelijk te kunnen maken aan de hand van
een concreet voorbeeld.
We zijn ervan overtuigd, dat er op dit gebied zo'n grote
behoefte bestaat, dat het verantwoord zou zijn gewoon
de binnenkomende aanvragen af te wachten."
„Toch hebben we gemeend te moeten zoeken naar een
concreet project, dat op duidelijke wijze illustreert welke