Jacob Posch 70 jaar Monument en fiscus Monument staat niet op zichzelf Vijfjarenplan voor Heemschut in Europa Wie Jacob Posch tegen het lijf loopt, de oud-burgemeester van Oterleek en oud-dijkgraaf van het Hoogheemraad schap voor de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland, moet zich niet laten misleiden door de eerste indruk, hier met een brood nuchtere Noordhollander te maken te hebben, voor wie schoonheid een ver- weg begrip is. Vergist u niet! Zijn staat van dienst als voorvechter voor de schoonheid in Noord-Holland is mirakels. Of het nu kostuums, molens of huizen zijn, hij lapt het 'm. Hij is sterk in het aanmoedigen van oude gebruiken, hij heeft een fijne neus om waardevolle historische voorwer pen, roerend en onroerend te verwer ven, zo nodig te doen herstellen en de oude glorie terug te geven. Men denke aan het polderhuis van de Schermer en aan het complex van het Gemene- landshuis te Edam, aan de Schermer dansers, zijn strijd voor de ongerept heid van de Schermer. Maar hij is ook de man, tijdens wiens ambts periode als dijkgraaf in het hart van Zaandam een gemaal gesticht is, dat met een capaciteit van 25 kubieke meters per seconde het vuile water uit de Achterzaan naar de Voorzaan uitslaat, die op het Noordzeekanaal uit komt. Intussen zijn de rioolwater zuiveringen van Alkmaar, Heilo, Be verwijk en Zaandam overgenomen, werd een zuiveringsinrichting in de Wormer gebouwd en kreeg Edam zijn laboratorium onder het motto van Jacob Posch: „Zonder goed water geen leven". Heemschut eert deze grote Noordhol lander in het bijzonder als de voor zitter van zijn Provinciale Commissie Stad en Dorp in Noord-Holland. Dank zij Posch is dit een onzer beste pro vinciale commissies: waakzaam, co- ordinerend en stimulerend tot groter schoonheid van ons erfdeel. U begreep het al, hij is 70 jaar gewor den en heeft verschillende functies opgegeven. Maar .weest op uw hoede, hij kan nu meer energie en actie vrij maken voor onze Noordhollandse commissie en hij dóet het ook. Uit een overzicht van de nieuwe be lastingmaatregelen, welke per 1 janu ari 1971 in werking zijn getreden, lichten wij er enkele uit met betrek king tot de eigen woning, in het bij zonder die woning, die als monument, in de zin van de Monumentenwet, is aangemerkt. Bij zelfbewoning wordt de huurwaarde van de eigen woning gesteld op een bedrag, dat afhankelijk is van de ge schatte verkoopwaarde (in bewoonde staat). Deze huurwaarde wordt als volgt berekend: Indien de verkoop wordt de waarde van de huurwaarde woning bedraagt: gesteld op: tot 15.000 f 15.000—f 30.000 f 150 f 30.000—60.000 f 300 f 60.000—120.000 f 600 120.000—240.000 f 1.200 240.000 of meer f 2.400 Deze huurwaarde zijn saldobedragen; de aftrekbaarheid van werkelijke kosten, lasten en afschrijvingen is uit geschakeld, met uitzondering van hypotheekrente, kosten van geld leningen en erfpachtcanons. Voor een eigen woning met een ver koopwaarde (in bewoonde staat) tot 40.000,die de eigenaar reeds ten minste vijf jaren tot hoofdverblijf dient, kan worden afgetrokken het gedeelte van de kosten van „groot onderhoud" (bijvoorbeeld verzakking van funda menten; verfwerk valt er niet onder) dat 10% van de verkoopwaarde te boven gaat. Wordt een woning die als monument in de zin van de Monumentenwet is aangemerkt door de eigenaar-zelfbe- woner gerestaureerd met subsidie van de overheid, dan mag een bedrag worden afgetrokken dat gelijk is aan 30% van de restauratiekosten voor zover deze subsidiabel zijn. Indien een eigen woning tijdelijk ter beschikking wordt gesteld van derden, moet driekwart van de ontvangen huurpenningen als inkomen worden aangegeven. Ook in dat geval kunnen onderhoudskosten en afschrijvingen niet in aftrek worden gebracht. Voor hen die tussen 31 augustus 1967 en 1 september 1970 verplichtingen ter verkrijging van een eigen woning hebben aangegaan, blijft ook in de jaren 1971 en 1972 de mogelijkheid bestaan van de oude regeling gebruik te maken. De grootste verdienste van het 60- jarige optreden van de Bond Heem schut is waarschijnlijk wel, dat hij zijn niet onbelangrijke bijdrage heeft ge leverd in de begripsvorming van be schermende monumenten, aan monu mentenwet en monumentenzorg. Spe cifiek daarin is Heemschut's onafge broken streven om het monument niet op zichzelf te zien, maar in samen hang met zijn omgeving. Waren het eerst de stad-, gracht-, marktwanden, nu zijn deze kunnen uitgroeien tot stads- en dorpskernen. Dat deze gedachten gemeengoed zijn geworden en allerwege uit de burgerij medestanders vindt is niet in het minst beïnvloed door 60 jaar propageren, publiceren en adresseren van de Bond Heemschut. De Bond had daarbij de meest vertrouwde samenwerking met zijn zusterverenigingen zowel op landelijk niveau als met de plaatselijke verenigingen. Niet minder dan 252 dezer verenigingen en instellingen be wijzen door haar lidmaatschap dat zij naast Heemschut staan om ieder op haar terrein waakzaam te zijn ten aan zien van de waarde en betekenis van de Nederlandse cultuur. Een steeds toenemend aantal particu lieren sluit zich bij deze groepering aan, hetgeen een zichtbare uitstraling is van Heemschut's invloed allerwege in het land. Hierdoor wordt in groeiende mate be antwoord aan het streven van Heem schut's oprichters: een bundeling uit het Nederlandse volk te vormen met Heemschut als centrale spreekbuis om te waken voor de schoonheid van het land. De Raad van Europa, geadviseerd door „Europa Nostra", heeft besloten een vijfjarenplan naar voren te bren gen met betrekking tot heemschut in Europa. Een comité bestaande uit specialisten uit zeventien landen, leden van de Raad, aangevuld met deskundigen uit landen, niet-leden van de Raad, zullen het plan realiseren. Het ligt niet in de bedoeling van de Raad in „uitersten" te vervallen; het Paleis van Versailles, noch een ge- isoleerd staand huisje ergens in Euro pa vallen onder het bestek. Het plan heeft betrekking op de redding van de bedreigde punten in dorpen en steden en gebieden, waar de zogenaamde functionele uitbreiding, industriële expansie en andere activiteiten a la mode de schoonheid van het land aan tasten en het scheppen van nieuwe schoonheid verhinderen. Het vijfjarenplan loopt van 19711976. Het bedoelt o.a. te komen tot een heemschut-handvest, waaraan de le den van de Raad zich hebben te houden en dat aanvaard kan worden door de niet-leden. Om in wijder kring aandacht te vra gen voor dit plan en voor het hand vest zal in 1974 óf 1975 het Europese Heemschutjaar worden uitgeroepen, het jaar gewijd aan het bewaren van het culturele erfgoed in Europa, voor welk bewaren een Europees diploma zal worden ingesteld. G.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 57