HF
m*da
(waartoe IJmuiden behoort) alleen
maar een Rooms-Katholiek zieken
huis was en dat zo'n gebouw als
Beeckesteyn toch niets was verge
leken bij de nood van neutrale en
Protestants-Christelijke zieken, die
nu Godbetert! Roomse penicil
line kregen, zodat er snel een neu
traal ziekenhuis met een Protestants-
Christelijke vleugel op de plaats van
Beeckesteyn moest komende
Raad bleef doof voor deze argumen
ten: 't werd kopen, maar niet slopen.
B. en W. moesten een deskundige
commissie instellen, die moest rap
porteren over de vraag, of Beecke
steyn kon worden hersteld.
't Was me wat! Geen ziekenhuis,
geen villapark, en in plaats daarvan
nog een onderzoek naar herstelmo
gelijkheden ook. ZO'n gemeenteraad
toch.
B. en W. vermochten slechts een
klein pleistertje op hun wonden te
plakken. In de commissie van des
kundigen benoemden zij de direc
teur van Openbare Werken, die nog
nooit een oud gebouw gerestaureerd
had, en dus zéér deskundig was.
Die commissie, waarin Monumenten
zorg, B.N.A. en Heemschut zitting
hadden, bracht snel advies uit.
Beeckesteyn was zeer goed te
restaureren, mits er snel maatrege
len werden genomen, om verder ver
val te stuiten. Deze maatregelen wa
ren: het waterdicht maken van het
dak, het stutten van enkele onder
delen, en het dichttimmeren van de
vensters.
De gemeenteraad voteerde een kre-
dietje om deze maatregelen te tref
fen; de directeur van Openbare Wer
ken, die nog nooit een oud gebouw
gerestaureerd had, werd met de uit
voering belast. De lezer behoeft niet
over veel fantasie te beschikken om
te begrijpen wat er gebeurde: er wer
den imposante stutten geplaatst, die
al van verre schenen te verkondigen:
„hier staat een bouwval", de ramen
werden dichtgetimmerd, en er kwam
een prikkeldraadversperring om het
gebouw. De daken werden niet wa
terdicht gemaakt, en toen er daar
door nog wat over was van het kre
diet, werd de oude Orangerie maar
vast gesloopt. Zo was, met grote
deskundigheid, alles ingericht voor
een verder verval van Beeckesteyn.
En zo konden B. en W. in 1957 de
gemeenteraad meedelen, dat Beecke
steyn nu echt zo bouwvallig was ge
worden, dat het gesloopt moest wor
den. Wéér verhief Heemschut zijn
stem, wéér regende het adressen.
Er kwam een actie-comité tot be-
houd van Beeckesteyn onder de be
zielende leiding van Mr. L. Vorstman.
En tenslotte de Gemeenteraad
werd boos en informeerde, wat er
toch met het krediet was gebeurd,
waarmee Beeckesteyn voor verder
verval zou worden behoed. Een pijn
lijke vraag. B. en W. gaven hierop
een antwoord van verbluffende een
voud: de werkzaamheden tot stuiting
van het verval waren niet onvol
doende geweest, maar tóch was
Beeckesteyn inmiddels zo veel ver
der vervallen, dat het alleen nog
maar gesloopt kon worden.
Ik weet niet, wie de niet-Euclidische
meetkunde uitvond; als er een ere
palm moet worden uitgereikt aan dë
uitvinder van de niet-logische logica
maakt het toenmalige College van
B. en W. van Velsen een béste kans:
De Gemeenteraad gaf op treurige
wijze blijk, voor de verfijnde dialec
tiek van B. en W. geen oog te heb
ben. Zij weigerde de afbraak goed
te keuren, en eiste de instelling van
een commissie van deskundigen, die
over de mogelijkheden van herstel
zou adviseren. In deze commissie
nam hoe raadt U het? als bij
uitstek deskundige, ook zitting de
directeur van Openbare Werken, die
nog nooit een oud gebouw gerestau
reerd had. De Commissie besloot
met zijn stem tegen te adviseren
dat het gebouw zeer wel kon worden
hersteld.
En dat is gebeurd. Huis en park zijn
gerestaureerd. Een bezoek aan
Beeckesteyn is nu een feest, een
Heemschuttersfeest. En het is wel de
moeite waard, om voor zo'n resultaat
af en toe door realisten voor gek te
worden versleten.
Corneille F. Janssen
37