Heemschut voor gevelstenen:
theorie en praktijk
Toen in de tweede helft van de vorige eeuw Van
Lennep en Ter Gouw hun bekende werk over de
uithangtekens (waaronder zij ook de gevelstenen
rekenden) wilden laten verschijnen, moesten zij
hun gegevens langs allerlei wegen vergaren. Onder
meer gaven zij van hun voornemen kennis via de
dagbladen; de vele reacties die zij op deze wijze
kregen vormden als het ware de basis van hun
kennis.
Van volledigheid kon dus in het geheel geen sprake
zijn. Dit zal trouwens ook nooit hun bedoeling zijn
geweest.
Wanneer echter, zo'n honderd jaren geleden, een
volledige inventaris tot stand was gekomen, dan
zouden de latere belangstellenden tenminste een
goed uitgangspunt gehad hebben om te weten
te komen, wat in de afgelopen honderd jaar ver
dwenen was.
Er zijn enkele punten van houvast, maar ook deze
zijn eigenlijk weer niet volledig.
Wij bedoelen bijvoorbeeld het, nu zo langzamer
hand bekend geworden Schetsboek van Lopez
Suasso dat zich in het Gemeente Archief van
Amsterdam bevindt. Om wat meer lichaamsbewe
ging te hebben heeft de heer Suasso in de vorige
eeuw (hij had kennis genomen van het werk ,,De
Uithangteekens") in de binnenstad van Amsterdam
aangetekend welke gevelstenen en ook welke
gevelversieringen aan de huizen waren. Hij liet zijn
pennevruchten vergezeld gaan van een niet on
aardig schetsje.
Het Gemeente Archief van Utrecht bezit een aantal
tekeningen uit de vorige eeuw van N. v. d. Monde;
Dordrecht bezit in de Atlas „Dordracum lllustra-
tum" een aantal tekeningen van Jan Rutten.
Ook meer wetenschappelijk zijn aanknopingspun
ten te vinden. Bijvoorbeeld in de „Voorlopige Lijst
van Monumenten voor Gesohiedenis en Kunst",
een uitgave van de Rijksdienst voor Monumenten
zorg (1908-1933). En ook, maar dan speciaal voor
Noord-Holland (inclusief de hoofdstad), in het
7 delige werk in 2 banden „Noord-Hollandsche
Oudheden", in opdracht van het Koninklijk Oud
heidkundig Genootschap samengesteld door G.
van Arkel en A. W. Weissman (1891-1905).
Toch mag men zich ook weer niet op deze werken
verlaten, want op vele punten is er sprake van
onvolledigheid, ook al moet men bewondering
hebben voor de wijze waarop deze moeizame
(letterlijk en figuurlijk!) arbeid werd verricht.
Teleurstellend
Hoe is het nu met de beschikbare gegevens ge
steld?
Deze vraag stelden wij ons, toen we het voor
nemen hadden een fotoboek samen te stellen
waarin een groot aantal gevelstenen iets zou moe
ten laten zien van deze stille, stenen getuigen van
het verleden. Om een antwoord op deze vraag te
vinden, wendden we ons tot de gemeentelijke
archiefdiensten van vele steden en plaatsen in
ons land en in België.
De antwoorden die we kregen waren bijzonder
teleurstellend. Op enkele archiefdiensten na, bleek
men geen onderscheid te kunnen maken tussen
bijvoorbeeld de echte gevelsteen (dus geplaatst
vóór de invoering van de huisnummering) en elke
andere speciale steen in gevel of zijmuur. Bij de
ontvangen opgaven bevinden zich zowel gedenk
stenen voor „eerste steenlegging" (hoe oud of jong
dan ook) en alle mogelijke herinneringsstenen o.m.
aan de tweede wereldoorlog!
In het algemeen zouden we mogen vaststellen dat
praktisch geen enkele gemeentelijke archiefdienst
een overzichtelijke documentatie bezit van de
gevelstenen. Het is duidelijk dat men dan niet
verder over een fotocollectie hoeft te praten.
We troffen het, toen bleek dat de archiefdienst van
Amersfoort mooi fotomateriaal beschikbaar had,
verzorgd door een zeer bekwaam amateur. Mis
schien een tip die belangrijk kan zijn voor andère
archiefdiensten?
Dat men bij verschillende instanties steeds spreekt
over g/asnegatieven, wijst er op dat het om foto's
gaat, in de regel uit de jaren vóór 1940; wat wij
hiervan gezien hebben gold meestal niet een gevel
steen, maar een complete gevel. De maatstaf die
men verder aanlegt ten aanzien van de kwaliteit,
bijvoorbeeld of een foto geschikt is om te repro
duceren, is eveneens vaak beneden peil.
Nogmaals, wanneer we enkele gemeentelijke
archiefdiensten alle lof zouden willen toezwaaien,
is het globaal gesproken treurig gesteld met de
documentatie van de nog bestaande gevelstenen.
Wij vragen ons af waarom van overheidswege niet
eens aan een kunsthistoricus de opdracht wordt
verstrekt alle aanwezige gevelstenen (dus ook dit,
welke in museumkelders en gangen zijn opgesla
gen) te beschrijven. Het zal momenteel om onge
veer een tweeduizend „echte" gevelstenen gaan.
Niet alleen komt er dan een werkelijk volledige
inventarisatie tot stand, maar ook zou men een
foto-archief kunnen aanleggen waardoor bij ver
dwijnen van een steen tenminste nog een afbeel
ding beschikbaar blijft.
In Nederland zijn tijdens de tweede wereldoorlog
in Rotterdam, Middelburg en Nijmegen gevelstenen