Wie, wat, wanneer bij Heemschut?
Het Ovidi'aanse, meestal te onpas ge
citeerde en altijd uit zijn verband ge
rukte Nomina sunt odiosa geldt zeker
niet op de zestigste verjaardag van de
Bond Heemschut.
Namen noemen kan soms hatelijk zijn,
wanneer het verzwijgen van de naam
naasteplicht kan wezen. Namen
noemen van hen die vroeger tijd be
schikbaar stelden, voor Heemschut,
moeiten ervoor over hadden, namen
noemen van hen, die vandaag, zij het
op wat gunstiger basis, in de stad en
op het land ijveren voor het behoud
van het schone is een verblijde zaak.
Wij doen het dan ook met vreugde en
met dankbaarheid.
Toen Heemschut opgericht werd ken
de de Bond nog geen persoonlijke
leden of donateurs, bij hem waren
aangesloten 23 instellingen en ver
enigingen. Pas later ontmoeten wij de
eerste leden en goede gevers, om
eens een jaar te noemen, 1921: 189
leden en 6 donateurs.
Vangen wij wat cijfers op in een staatje:
1923); J. R. Koning (1923-1946); Mr.
H. ter Meulen (1946-1964); J. A. de
Zwaan (1964).
Het tijdschrift
In 1924 verschijnt het eerste nummer
van het tijdschrift Heemschut. Redak-
teuren zijn: A. A. Kok (1924-1946);
Ton Koot (1946-1958). In 1958 wordt
de heer Koot eindredakteur, als redak-
teur treedt op Geurt Brinkgreve (1958-
1969); A. C. de Gooyer (1970).
Het bureau
Als adviseurs van de Bond treden op
de heren Ir. Ch. C. van der Vlis en
Ir. F. Ottevangers.
In het Korenmetershuis, Nieuwezijds
Kolk 28, Amsterdam, treffen wij als
bureaustaf aan de heer M. van Ever-
dingen, administrateur. Voorts de
dames B. D. da Silva Rosa en B. M. L.
Leewens, sekretaressen. Mevrouw
E. F. Lelijveld-Arens verzorgt daar de
documentatie, mejuffrouw M. M. Mel-
chers de ledenwerving, terwijl de heer
Jaar
instellingen,
persoonlijke
donateurs
verenigingen
leden
(o.w. gemeenten)
1911
23
1921
41
189
6
1931
42
167
41
1941
54
255
44
1951
134
782
75
1961
255
2565
115
1971
252
6116
192
De bond groeit zeker nog niet vast „in
tal en last". De progressie in het
ledental gedurende zestig jaar is niet
groots, is zeker niet zonder betekenis,
is een uitdaging om in de eerstkomen
de tien jaren dit getal minstens te
verdrievoudigen.
Het bestuur
Tot heden kent en heeft de Bond ge
kend negen voorzitters: Mr. W. B.
Buma (1911-1912); Prof. Dr. H. Brug-
mans (1912-1920); Prof. Dr. L. Knap
pert (1920-1929); Mr. J. A. van Sons-
beeck (1929-1940); Dr. J. A. Bierens
de Haan (1940-1955); Mr. S. P. Baron
Bentinck (1955-1961); Mr. Arn. J.
d'Ailly (1961-1967); Ton Koot, a.i.
(1967-1968); Dr. R. Hoegen (1968).
De lijst van de secretarissen is kleiner,
om welke reden dan ook. A. W. Weiss-
man (1911-1923); A. A. Kok (1923-
1946); Ton Koot (1946).
De penningmeesters: G. A. Pos (1911-
H. B. Bouwmeester, de ledenadmini
stratie onder zijn hoede heeft.
De Commissies
Indien er geen vooruitgeschoven, cen
trale en dicht bij de hand zijndê posten
Heemschut dienen, dan zou in het
hoofdkwartier nog meer moeten ver
richt worden. Gelukkig zijn er de
Commissies.
De Commissie De Weg In Het Land
schap dateert van 1933. Op het ogen
blik is zij als volgt samengesteld: wnd.
voorzitter: Ir. G. A. Overdijkink; secre
taris: A. G. M. Boost; leden: Jhr.
L. E. D. S. von Böninghausen tot
Herinckhave, H. F. de Boer, Dr. Fop
I. Brouwer, Ir. A. E. Bruyni'ng, M. van
Everdingen, Ir. H. V. Gerretsen, G. R.
Holleman, J. A. ten Hoopen, Ir. Th. A.
M. van Keulen, Ir. P. Kluyver, A. A. C.
Maaskant, J. A. Maaten, Ir. G. Meme
link, Ir. J. P. Molenaar, G. A. M. van
den Muyzenberg, A. L. Roscam Ab-
bing, Ir. P. N. Ruige, B. J. J. M. de
Ruyter, Ir. D. C. van Schaik, Ir. J. Vlie
ger, Ir. Ch. C. van der Vlis, Prof. Ir.
J. Volmuller, Jan Vroom, Ir. F. N. Zwart.
De Commissie Cultuurleven 1815-1940
dateert van 1968. Zij telt als leden:
Prof. Dr. Mr. C. A. van Swigchem
(voorzitter en wnd. secretaris), A.
Bodon, arch., R. Blijstra, K. A. Citroen,
D. H. Couvée, Prof. Dr. H. L. C. Jaffé,
Drs. J. de Kleyn, F. Liefkes, Drs. E. R.
Meyer, Prof. Dr. Ir. A. D. de Pater,
Prof. Dr. Mr. A. W. Reinink en Drs. P.
Singelenberg.
De Provinciale Commissies
De Provinciale Commissies in 1939
opgericht als commissie „Het Dorp",
in 1944 opgenomen in de 11 com
missies „Stad en Dorp", zijn met
name de oren en ogen en stem van
Heemschut als het gaat om de ver
dediging van de schoonheid der ge
westen. Zij zijn als volgt samen
gesteld:
Groningen
Voorzitter: Mr. J. P. Miedema, secre
taris: B. van der Veen, leden: H. Bra-
ber, Dr. Fop. I. Brouwer, Ir. J. Diepe-
rink, J. J. Leeninga, Mr. G. Overdiep,
Jhr. Mr. S. M. S. de Ranitz, Ir. P.
Reyenga, Dr. A. T. Schuitema Meyer,
Drs. A. Westers.
Friesland
Voorzitter: Ir. K. A. Rienks, secretaris:
P. Wiersma, leden: A. Baart, arch.,
C. Boschma, Ir. G. J. A. Bouma, K. M.
van der Kooi, G. F. Kooijman, Mr. J.
Spahr van der Hoek, M. Wiegersma.
Drenthe
Voorzitter: J. H. Roukema, secretaris:
Sj. Jantzen, arch., leden: Ir. J. A. M.
der Boer, P. J. Duinkerken, G. R. Holle
man, H. W. de Vroome.
Overijssel
Voorzitter: Ir. J. Nysingh, secretaris:
A. A. C. Maaskant, leden: B. J. ter
Kuile, P. J. G. van Heek, Ir. C. de Heer,
J. H. de Herder, arch., Ir. A. Kraayen-
hagen, J. A. Veldman, Mr. J. C. de Wit.
(Commissie wordt aangevuld.)
Gelderland
Voorzitter: Mr. A. P. van Schilfgaarde,
secretaris: Jhr. Mr. M. W. C. de Jonge,
Mevr. M. M. Doornink-Hoogenraad,
Mr. J. ter Horst (In reorganisatie).
Utrecht
Voorzitter: Ir. J. D. M. Bardet, secre
taris: Drs. A. Bertoen, leden: G.
Adriaans, arch., Ir., J. B. baron van