van het bouwen ten plattelande in de ter plaatse van ouds gebruikelijke trant; het beschermen van bouwvallen; het redden van natuurmonumenten", zo wat betreft het dieren-, planten- als delfstoffen- rijk; het ondersteunen van plaatselijke kunstnijver heid; het in stand houden van plaatselijke zeden, gewoonten en klederdrachten". Hij geeft toe dat een deel van dit programma reeds verzorgd wordt door de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, dat de regering bij ons de gedenktekenen beschermt, ook al is op dit punt nog niet alles 'bereikt, maar dankbaar denkt hij aan het optreden van de Rijkscommissie voor de Mo numenten." Er gebeurt dus al wat, door anderen. Maar niet genoeg. „Zo zou dan voor óns als taak kunnen 'blijven het bevorderen van het bouwen ten plattelande in de ter plaatse van ouds gebruikelijke trant, het onder steunen van plaatselijke kunstnijverheid, benevens het in stand houden van plaatselijke zeden, ge woonten ën klederdrachten. „Van deze drie punten is zeker het eerste het meest belangrijke. Wanneer wij ons daartoe be palen en bovendien nog trachten al wat tot ont siering van stadsgezichten of Landschappen zou strekken zoveel in ons vermogen is te weren, dan hebben wij reeds een taak op ons genomen, die slechts door de uiterste inspanning van krachten op enigszins bevredigende wijze zal kunnen wor den volbracht. Tenslotte zegt de heer Weissman: „Reeds 'bleek van veel sympathie met ons streven. Onder hen, die ons pogen steunden, moet in de Een Heemschut-excursie in de twintiger jaren eerste plaats genoemd worden Zijne Excellentie Dr. A. Kuyper, Minister van Staat, die van haar warme belangstelling deed blijken en die ons de eer zou hebben bewezen hier tegenwoordig te zijn, indien niet drukke werkzaamheden dit hadden belet. Hij brengt dank aan de aanwezigen en aan de sympathiserenden, de heren Prof. dr. G. Kalff, Jhr. S. van Sitters, Jhr. E. van Loon, D. Wiggers, Henri van Booven en J. L. Tadema. Na uitvoerige besprekingen, aldus de notulen, waarbij algemene instemming met het doel der bij eenkomst wordt betuigd, besluit de vergadering de heren Mr. G. A. P. M. van der Aa, K. P. C. de Bazel, Dr. J. Th. Oudemans, Mr. P. G. van Tien hoven en A. W. Weissman uit te nodigen tot het doen van nadere voorstellen. De heer Jan Feith neemt op zich van het ter bijeenkomst besprokene een kort verslag aan de dagbladen te doen toe komen. Negen bladzijden van het eerste notulenboek zijn aldus gevuld. De heer Weissman schrijft een bij zonder mooi schrift. Geen doorhaling of verbetering is zichtbaar. Eind april 1909. Aan de regering is het ministerie Heemskerk: Peary heeft de Noordpool bereikt. Over enkele maanden zal Bleriot over het Kanaal vliegen. De latere beschermvrouwe van Heemschut, Prinses Juliana, wordt geboren. De Bond Heemschut zal 2 februari 1911 het licht zien. A. C. de Gooyer

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 37