Gelukwensen uit binnen- en buitenland
Heemschut en de toekomst
Bij de zestigste mijlpaal
Huldegroet
1 g en nog gewaardeerd zal worden als
zoveel daverende dingen al lang zijn
vergeten.
Het is een benauwende gedachte, dat
nog zoveel van de erfenis van eeu
wen gevaar loopt en niet is veilig
gesteld; dat nog zoveel onvervang
bare cultuurschatten schreeuwen om
de nodige initiatieven, plannen, gel
den en offers.
Het is spijtig „Heemschut", dat er
niet veel dagen af kunnen om
terecht overigens met voldoening
terug te zien. U bent nog maar pas
op weg en moet vooruit.
U heeft het getij mee en mag reke
nen op toenemende belangstelling,
vooral bij jongeren en dat is een
bijzonder verheugend verschijnsel.
Hoeden af voor het verleden en jas
sen uit voor de toekomst!
Bergen N.H.
J. J. Schilstra,
voorzitter „Oud-Alkmaar"
Anders dan sommigen denken kijkt
Heemschut naar de toekomst, die een
heel ander beeld te zien zal geven
dan waaraan we gewend waren. Wat
een halve eeuw geleden gewoon was
is zeldzaam aan het worden; een
simpel stukje onaangetaste natuur,
een eenvoudige sfeervolle straat, met
de rust in zich van het argeloze, en
de schoonheid van het onopzettelijke.
Waar zullen die op den duur nog te
vinden zijn?
Juist in deze omstandigheden gaan de
gelederen zich sluiten. De jeugd
neemt het niet langer en vraagt een
menswaardig milieu om in te wonen
en te werken. De politici begrijpen
dat samenlevingsopbouw en welzijns-
verzorging samen gaan met aandacht
voor de natuur en het karakter van
de gebouwde omgeving. De socio
loog, de planoloog, de architect, en
wat wij meer aan deskundigen bezit
ten, treden aan om hun bijdrage te
leveren.
Voor Heemschut, dat nu 60 jaar be
staat, gaat het om de oude dingen
in een nieuwe, gevaarvolle situatie.
Een nieuwe aanpak is vereist. Het
doel blijft hetzelfde: vechten voor
dorpen en steden die de moeite
waard zijn, voor een land dat ons wat
te zeggen heeft. Juist in onze rijke
tijd, die wel veel biedt op allerlei
terreinen maar ook chaotisch is, arm
aan menselijkheid, respect, en gevoel
voor het verleden.
Het is te wensen dat steeds meer
Nederlanders hun afwachtende hou
ding laten varen en zich aansluiten bij
de Bond om hun bijdrage te leveren
voor de toekomst van een leefbaar
vaderland.
Prof. dr mr C. A. van Swigchem
Buitengewoon hoogleraar in
de geschiedenis der
architectuur aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam
Laten wij dankbaar zijn voor de eer
ste zestig jaar! Wij mogen met vol
doening terugzien, maar... wij moe
ten tevens doelbewust vooruitzien
naar de tweede zestig jaar.
Het voortgaan op de ingeslagen weg
is nodig, doch niet genoeg. Wij zullen
waarschijnlijk nog selectiever en col
lectiever te werk moeten gaan. Bo
vendien zullen wij het „image" van
alleen maar conserveren, en dus con
servatief zijn, moeten doorbreken.
Uitgaande van de gedachte, dat al
leen levende en dus praktisch bruik
bare monumenten zin hebben, dienen
wij reële moderne functies voor deze
overgeleverde cultuurgoederen te
ontwikkelen een speciale opgave
voor de binnenhuisarchitectuur!
Voorts dienen wij de noodzakelijke
nieuwbouw te stuwen door het ont
wikkelen van esthetisch en functio
neel verantwoorde modellen een
speciale opgave voor de stads- en de
buitenhuisarchitectuur!
Onze taak is niet het instandhouden
van een openluchtmuseum, doch het
scheppen van een leefbaar en dus
cultureel woonmilieu voor de toe
komst.
Naarden
Prof. dr H. D. de Vries Reilingh
Hoogleraar in sociale aardrijks
kunde en landbeschrijving aan
de Universiteit van Amsterdam
Het (Vlaamse) Verbond voor Heem
kunde, gesticht in 1941, ziet met méér
dan waardering: met bewondering, óp
naar de (twéémaal zo oude) Bond
Heemschut, en grijpt gaarne deze
heuglijke gelegenheid vast, om dit
hier te betuigen.
Wij, Vlamingen, kunnen bijna niet ge
loven, dat een initiatief als „de Bond
Heemschut" reeds is mogelijk ge
weest in 1911, zegge vóór de eerste
wereldoorlog. Die stichting is een be
wijs van het hoge kultuurpeil en de
ware vaderlandsliefde van het Neder
landse Volk. In Vlaanderen, in België,
werd toen in de verste verte aan
zoiets nog niet gedacht. De resul
taten van die geestesgesteltenis, in
beide landen, zijn navenant: ruim
40.000 beschermde monumenten in
Nederland, slechts 1800 in België!
Deze voor Nederland verheugende
toestand heeft de Bond Heemschut
wie weet in welke hoge mate!
helpen totstandbrengen.
In de banier van ons (Vlaamse) Ver
bond voor Heemkunde hebben ook
wij het ideaal „heemschut" geschre
ven, naar het Nederlandse voorbeeld.
Het is één (historisch) Nederlands"
erfdeel, in Noord én Zuid, dat moet
worden „geschut". Het Noorden gaat
glansrijk vooraf, ten voorbeeld; het
mag niet meewarig, misprijzend, op
het Zuiden neerzien. Historische ge
beurtenissen hebben hier bij ons
schuld aan vele betreurenswaardige
toestanden, aan de vertroebeling van
de geesten, aan vele verliesposten.
Elkeen van ons kent de drie hoogte
punten van onze Nederlandse (kul-
tuur)geschiedenis: Vlaanderen (toen:
graafschap), Brabant, Holland. De
aanvang ligt in het Zuiden.
Nu ons erfgoed weerom in de bran
ding komt, zijn heemliefde en heem
schut méér dan ooit noodzakelijk.
Moge de Bond Heemschut beide
waarden wakker houden en verder
laten vruchtbaar zijn. Kultuurschüt is
evenzo van node als kultuurschèp-
ping. Het Verbond voor Heemkunde
huldigt opgetogen zijn oudere grote
broer de Bond Heemschut en wenst
hem verder alle bloei en ontplooiing
toe op de weg naar zijn eeuwfeest.
Genk-Bokrijk
Dr Jozef Weyns,
Voorzitter Verbond voor
Heemkunde