Skitterend bewaringswerk
De huid van de tijd
Harmonisch eingliedern
Meer mensen, meer geld
Hoeden af en jassen uit
oude steden en vooral naar „Surpris-
ing Amsterdam" zouden komen kij
ken."
Met behulp van deze aardige passage
in een droog stuk (de Memorie van
Toelichting op de begroting-1971 van
CRM) heeft minister Klompé gewezen
op het gunstig neveneffect in de sfeer
van het vreemdelingenverkeer dat de
activiteiten op het gebied van oud
heidkunde en natuurbescherming heb
ben. Terecht. De betekenis van het
stadsschoon voor het toerisme kan
moeilijk worden onderschat. Het om
gekeerde is ook waar, maar dat zou
eindelijk eens in daden moeten wor
den omgezet. Een verplichte bijdrage
verlangen van de buitenlanders die
hier onze oude steden komen bekij
ken, is niet sympathiek, maar zou er
als tegemoetkoming in de hoge kos
ten van restauraties niet op basis van
vrijwilligheid een bijdrage van hen
kunnen worden gevraagd? Het zal een
gedachte zijn die bij het dagelijks be
stuur van de Bond Heemschut ook al
lange tijd leeft.
Het onderscheid tussen klassiek en
modern toerisme dat in een artikel
in het jubileumboek van 1961 werd
gemaakt, is naar mijn mening in de
laatste tien jaar vervaagd, ledereen
reist en of men nu een „reispakket"
aanschaft dan wel er individueel op
uittrekt, of men nu oog heeft voor
schoonheid en cultuur of niet (zelfs
in onvruchtbare grond ontkiemt nog
wel eens een zaadjel), voor iedereen
geldt dat zonder het karakteristieke
van stad en land het reizen een heel
wat minder aantrekkelijke bezigheid
zou zijn. Vandaar dat het werk van
onze jubilerende Bond mij ook uit
deze gezichtshoek bekeken van grote
waarde toeschijnt.
's-Gravenhage
Charlotte Noë,
Redactrice Toeristenkampioen
Ons wens u vereniging van harte geluk
met u zestigjarige bestaan. U skit-
terende bewaringswerk in Nederland
was vir ons in suidafrika een voor
beeld en besieling met die oprigting
van ons stigting. Mag die vriendskaps-
bande en noue saamwerking tussen
ons organisasies die behoud van die
nederlandse kuituur historiese erfenis
asook beskawing in ons beider lande
en elders bestendig word.
Pretoria Z.A.
Dr. W. Punt
Direkteur Stigting
Simon van der Stel
De minnaar van de toekomst door
drenkt zich met verleden. Het ver
leden dat er was voor de mensen van
toen; zoals de toekomst er zal zijn
voor de mensen van later. De toe
komst die nog moet worden gevormd.
De mens leeft niet alleen in zijn huis,
in zijn kamer, aan zijn raam. Hij leeft
ook in de straten en parken, op de
pleinen en aan de brugleuningen, in
het landschap tussen de dorpen. Wat
om hem heen is, dat is de huid van zijn
tijd die het verleden draagt en naar de
toekomst groeit.
Vanuit het nu altijd pendelend tussen
toekomst en verleden, is de minnaar
van later Heemschut dankbaar voor de
zorg besteed aan de huid van zijn tijd.
Amsterdam
Richter Roegholt
Dem „Bond Heemschut" entbietet
der „Schweizer Heimatschutz" zu
seinem 60. Geburtstag die besten
Grüsse und Wünsche. Sein segens-
reiches Wirken, aber auch seine vor-
bildliche Gastfreundschaft durften die
Delegierten unserer Vereinigung im
Sommer 1969 an der Tagung von
„Europa nostra" in Amsterdam
dankbar kennen lernen. Wie unsere
beiden fast gleich grossen Lander,
das eine am Ursprung, das andere an
der Mündung desselben Rheins ge
legen, seit Jahrhunderten durch man-
nigfaltige Beziehungen verbunden
sind standen doch beispielsweise
vor der französischen Revolution
viele Zehntausende von Schweizern
im Dienste der Vereinigten Nieder-
lande so verbindet unsere beiden
Vereinigungen in der Gegenwart das
gemeinsame Ziel: die überlieferte
kulturelle Eigenart unserer Völker,
wie sie in Stadt- und Dorfbildern,
Baudenkmalern und ihrer Ausstattung
zum Ausdruck kommt, aber auch die
Schönheit ihrer Landschaft zu erhal-
ten, wo nötig zu verbessern, und die
Werke unserer Zeit harmonisch in
das früherGewachsene einzügliedern,
ohne dass dabei unersetzliche Werte
zerstört werden.
Bern Arist Rollier,
Obmann des Schweizer
Heimatschutzes
De Bond Heemschut is jong verge
leken met zijn vele zorgenkinderen,
waarvan de geboorte veelal eeuwen
terug ligt. In die korte tijd is veel
gered door de „strijd om schoon
heid", waaraan de Bond thans zestig
jaar onvermoeid leiding geeft.
Menigmaal moest het dappere leger
echter capituleren wegens gebrek aan
mankracht en geld. Want hoe wij ons
ook mogen verheugen over de groei
ende belangstelling, relatief is het
nog maar een zeer kleine groep van
de bevolking die zich metterdaad in
zet voor Heemschut. Er is veel en
goed werk verricht, maar de taak die
wacht is oneindig veel groter. Die
taak eist méér mensen en méér geld.
In die dubbele behoefte kunnen wij
allen voorzien door het maken van
propaganda in eigen kring. Alleen
als de vele 'stille' medewerkers wor
den gemobiliseerd in Heemschut's
leger, zal de „strijd om schoonheid"
worden gewonnen. Nederland is het
waard I
Amsterdam
L. C. Schade van Westrum,
Secretaris Genootschap
Amstelodamum
Ton van Tast tekende en schreef ja
ren geleden zijn rubriek: de daveren
de dingen dezer dagen. Ze waren niet
van blijvende aard, maar het gedaver
bleef en nam in hoge mate toe.
„Heemschut" heeft in de zestig jaren
van zijn bestaan juist wel aan blij
vende waarden gewerkt, met naar
verhouding te weinig ruchtbaarheid
in een periode waarin weinigen zich
bewust waren van de gevolgen der
esthetische milieuverontreiniging.
Het is een geruststellende gedachte,
dat zoveel schoons en waardevols
dank zij „Heemschut" behouden bleef
17